bruik is. En Engelse militairen brachten
de kunst van het pijpenmaken naar
Gouda. Er ontstonden in die eeuw meer
dan tweehonderd pijpenfabrieken.
Uw Terugblikker herinnert zich de fraai
gewikkelde en versierde goudse pronk-
pijpen die nog lang als souveniers ver
kocht werden.
De stad is ook nu nog zeer levend; er
zou best nóg een boek over geschreven
kunnen worden, maar nu bepaalt Terug
blikker zich tot één levend facet en wel
tot de Coöperatieve Rabobank 'Gouda'
WA.
Het wordt hem daarbij niet gemakkelijk
gemaakt. De huidige bank is ontstaan
uit twee andere nl. uit de Coöperatieve
Raiffeisenbank voor Gouda en Omstre
ken en de RK Land- en Tuinbouwbank.
Dat lijkt eenvoudig maar om een slui
tend verhaal te maken uit de notulen
van de algemene vergaderingen van de
Coöp. Raiffeisenbank voor Gouda en
Omstreken, die in maart 1917 Coop.
Boerenleenbank Gouda en Omstreken
heet en van de RK Land- en Tuinbouw
bank, die ook ergens heet: RK Coöp.
Land- en Tuinbouwbank en RK Boeren
leenbank Gouda, is een bijzondere op
gave.
Het resultaat van dat samengaan is er
niet minder om. Naast het hoofdkantoor
bestaan nu zes bijkantoren en worden
ook zittingen gehouden op andere
t 'r
Or 44444* ,S S44444.. 44.44*44 4*444
<J (Vim - 1 1
- - /V.
r+rftJÓsó+A*
.<Zcsc£r.
J/<*&<- y
SIS
c yJj4ro s 'A*Aéfc- ós. *4
'sós*,t_
•y
7* t z»^
,/y>2 ÓS.'('si'.*»*. *'*- ósf'só»*
J y
Ówsfó 4*s,
Zv" 0 r<^j '*y*-
- y.yy c>~. -v
•<3C S „sr s£~*.
sfs- 44*6
- z/
S'4444.44. 4* y.J 1 *4.. *£44 444* .y. f
Sf44JU*4 446444444:464 Z"7 yi-,4'4.,4:, 4 4<4_
44 4*4^-f. ^tV^,
De fraaie Goudse Waag,
vanouds een centrum
van de kaashandel.
plaatsen. Dat zegt genoeg over de
plaats en de functie die 'Gouda' in
neemt.
Eene philantropische instelling...
Op vrijdag 10 februari 1899 werd om
streeks 's morgens om 10 uur in De Ro
mein te Gouda besloten tot oprichting
van de Coöperatieve Raiffeisenbank
voor Gouda en Omstreken en werd on
middellijk overgegaan tot het passeren
der notariële acte ten overstaan van no
taris Treurniet te Moordrecht.
Tijdelijk directeur voorzitter) werd J.
Naber en J. de Vos mocht het secretari
aat op zich nemen.
In de 'R.C. Leesvereeniging' te Gouda
werd op vrijdag 26 mei 1899 het defini
tieve bestuur gekozen en tot kassier
werd de heer P. Huybrecht benoemd
'deze heer wordt daarmede dadelijk in
kennis gesteld en ter vergadering ko
mende verklaart hij gaarne de betrek
king aan te nemen'. Geen wonder. Zijn
salaris zou dan ook wel vijftig gulden
per jaar gaan bedragen.
Hij moest dan nog wel de ledenlijst te
kenen en ook de presentielijst.
Direct werd vastgesteld dat spaarders
geen lid van de bank behoefden te zijn
maar daar stond tegenover: 'Wanneer
een inlegger gelden terugontvangen wil,
moet hij het Bestuur eene maand van
tevoren hier van kennis geven.'
'Geldopnemers' mochten wel vervroegd
aflossen 'doch de geldopnemer moet
toch de rente tot den vastgestelden tijd
voor de teruggave bepaald, betalen.'
Het klinkt allemaal nogal kras, maar
vóór wat, hóórt wat, dus werd het
ambtsgeheim ook krachtig beschermd.
'Schending van ambtsgeheimen zal
worden gestraft met eene boete van
f25,-. De boete zal van den overtreder
kunnen worden ingevorderd wanneer
hij door minstens twee, volgens het be
stuur geloofwaardige mannen, als over
treder van dit verbod wordt aangewe
zen en deze getuigen, ter beoordeeling
van de algemeene vergadering voldoen
de bewijzen aanvoeren.'
Tevens 'wordt met algemeene stemmen
besloten dat de bank zich zal aansluiten
bij de Centrale Bank van Raiffeisenban-
ken en Landbouwvereenigingen geves
tigd te Utrecht' en vernam men met in
stemming dat notaris Treurniet reeds
pogingen aanwendde om voor de jong
geboren bank rijkssubsidie te verkrijgen,
leder lid moest maar f 15, inleggen.
Dat was 'noodig om de kosten aan de
oprichting verbonden, waaronder boe
ken enz. te kunnen betalen.' Léter zou
dat bedrag dan wel op een spaarboekje
worden bijgeschreven.
Er werden - niet alleen in Gouda maar
ook elders - in de aanloopjaren nogal
wat algemene vergaderingen belegd.
Er moest dan ook heel veel geregeld
worden en men meende dat de leden
wel zo innig met hun bank mee zouden
meeleven dat vele vergaderingen inder
daad nuttig en nodig zouden blijken. La
ter werd men wel wijzer!
Voorzitter was niet van plan zich de
kaas van het brood te laten eten, van
daar zijn vraag 'of de Heeren zoo be
leefd zillen zijn, wanneer zij inlichtingen
verlangen of bespreking wenschen,
vooraf het woord te vragen, opdat alles
geregeld behandeld kan worden...'
Heel 'regelmatig' kreeg nu de Weled.
Heer Brands, Inspecteur Centrale Bank
te Utrecht het woord, welke niet alleen