drijfstak dat er steeds sprake is van evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden. Hier van uitgaan de moet men wei tot de conclusie ko men dat de WIR-premie voor de kotter- visserij zijn doei voorbij schiet. Een meer selectieve toepassing van de WIR-pre- mie, waarbij een evenwichtige capaci teitsontwikkeling op enigerlei wijze het kriterium vormt, zou voor de bedrijfstak dan ook wenselijk zijn. - Het nog niet aanwezig zijn van een effectief gemeenschappelijk EG-visserij- beleid werkt een onevenwichtige capa citeitsontwikkeling eveneens in de hand. Met name door middel van een aangenomen worden dat de eerste vari ant, de bedrijfseconomische nullijn, voor 1980 niet haalbaar is. De kottervisserij lijkt op dit moment eerder te koersen volgens het derde aangegeven 'bestek', hetgeen uit kan komen op een tekort op kasbasis van globaal genomen f 10 min. Deze laatste constatering kan slechts een voorlopig karakter hebben, aange zien nog geen exacte besommingscij- fers op ruime schaal beschikbaar zijn. Wel is zeker dat 1980 er van zal getui gen dat, evenals in het verleden vaak het geval was, voor- en tegenspoed el kaar snel kunnen afwisselen in de kot tervisserij. gasolieprijs kan het zeer energie-inten sieve karakter van de boomkorvisserij, die door verreweg het grootste gedeelte van de ondernemers wordt uitgeoefend, een structurele tekortkoming genoemd worden. Mede gezien de kans op verdere prijs stijgingen in de toekomst is de positie van de kotterbedrijven in dit opzicht erg kwetsbaar. Van overheidszijde zijn een aantal initiatieven genomen om deze kwetsbaarheid te verminderen. In dit verband kunnen worden genoemd het 'Actieplan energieverbruik Nederlandse vissersvloot'. Het doel van dit plan is te komen tot vermindering van de brand stofkosten door het gebruik van goed- Foto links: De buit is binnen, maar er is niet alleen vis. Schelpen en stenen zijn vaak in overvloed aanwezig. Foto rechts: Soms is de vangst een dieptebom uit de Tweede Wereldoorlog. Structurele tekortkomingen Het sterk wisselvallig verloop van de be drijfsresultaten in de kottervisserij hangt nauw samen met een aantal structurele tekortkomingen, waarin maar steeds geen verandering komt. Hieronder volgt een aantal van deze tekortkomingen. Het in een bepaald opzicht ongunstig fiscaal regime voor de kottervisserij. Het feit dat de fiscale afschrijving geba seerd dient te zijn op de historische aan schafprijs is zeer nadelig voor kotterbe drijven, vanwege de naar verhouding belangrijke afschrijvingspost en de voortgaande stijging van de bouwkos ten van schepen. Hierdoor is het verlei delijk voor de ondernemers om na goe de jaren met hoge belastingverplichtin gen in een nieuw schip te investeren. Het effect hiervan is dat de fiscale af schrijvingslast als het ware, zij het met vertraging, gebracht wordt op vervan gingswaardebasis, doordat van een ho gere aanschafprijs kan worden uitge gaan. Dit fiscaal investeringsmotief is één van de oorzaken van het optreden van investeringsgolven, na jaren met goede bedrijfsuitkomsten. De jongste investeringsgolf werd voorts mede gestimuleerd door de WIR- premie die voor zeegaande visserssche pen 15 van de aanschafprijs be draagt. Het is in het belang van de be- systeem van licenties zou de totale vangstcapaciteit goed af te grenzen zijn. De kans dat voor het volgende jaar een gemeenschappelijk visserijbeleid van kracht wordt, wordt groter geacht dan ooit. Daarbij is het echter onwaarschijnlijk dat dit beleid reeds gebaseerd zal zijn op een licentiesysteem. Visquota per soort en per land zullen voorlopig het uitgangspunt vormen bij het treffen van vangstregulerende maatregelen in EG- verband. Ten behoeve van de laatste vergadering van de EG-Raad van Minis ters op 21 juni jl. was door de Europese Commissie een voorstel ingediend inza ke de verdeling van quota over de lid staten. De historische vangsten van de lidstaten over de periode 1973-1978 zouden volgens dit voorstel als uit gangspunt moeten dienen. Wanneer dit voorstel in beleidsmaatregelen zou wor den omgezet, dan zou dit voor de Ne derlandse kottervisserij een belangrijke vermindering kunnen betekenen van de nu nog bestaande exploitatiemogelijk heden. De momenteel optredende ca paciteitsuitbreiding zal de problemen dan nog belangrijk verergeren. Overi gens geldt hetzelfde voor andere West- europese visserijnaties, zodat t.z.t. wel naar aanvaardbare oplossingen zal wor den gestreeft. -Als gevolg van de sterk gestegen kopere, zwaardere oliën. Er zijn voorts enkele experimentele projecten uitge voerd of nog in uitvoering die tot doel hebben de uitoefening van energie arme visserijen te stimuleren. Tot deze v serijen kunnen worden gerekend de snurrevaadvisserij, de visserij met de Deense spanzegen en de staande net- tenvisserij. Het valt echter niet te ver wachten dat deze plannen en projecten de eerstkomende jaren zullen leiden tot aanpassingen op grote schaal in de kot tervisserij. Ten slotte zijn het ook nog de ontwik kelingen van de verschillende visbestan den die leiden tot het snel afwisselen van voor- en tegenspoed in de kottervis serij. Deze ontwikkelingen voltrekken zich na tuurlijk niet autonoom, doch zijn in be langrijke mate het gevolg van de uitge oefende visserijdruk. De natuurlijke sterfte door onderling kannibalisme en de sterfte als gevolg van koude winters 11979) spelen eveneens een rol in de ontwikkeling van de visstand. Voor de tong, de voornaamste vissoort voor de kottervisserij, wordt deze visserijdruk zoals bekend reeds sinds meerdere ja ren te groot geacht. Hoewel de stand van tong zich minder ongunstig ontwik kelde dan aanvankelijk gevreesd werd heeft deze visserij toch nog steeds een vervolg op pagina 32

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 19