wob abstractie: we zijn er en we willen er een succes van maken. De steun nu on dervonden is en blijft ook nodig om te zorgen dat de heer Steensma, die als manager Verenigde Staten en Canada de dagelijkse leiding heeft in New York, zijn taak kan vervullen. Hij is bij uitstek de man die kan doen wat er van hem gevraagd wordt met zijn kennis van de Rabobankorganisatie, opgedaan als di recteur van Rabomerica en van de 'wholesale banking' in de Verenigde Staten, waar hij laatstelijk als Group Vice President bij de Bank of America in San Francisco werkzaam was. Niettemin zal de inzet van velen, zowel in de Rabobankorganisatie in Nederland als in New York, het werkelijk mogelijk maken om onze cliënten in samenwer king te bieden wat zij vragen in een markt waar het tempo hoog en de con currentie spreekwoordelijk is. Inmiddels gaan de werkzaamheden ter verkrijging van de status van Federal Branch door met de bedoeling in de eer ste helft van 1981 als zodanig te funge ren. Dat wil zeggen dat dan alle wholesale bankdiensten geboden kunnen worden aan bestaande en te verwerven bedrijfs- relaties. Ook de relaties met banken in de Verenigde Staten en Canada zullen voorzover nodig en nuttig in New York onderhouden worden. Dit hoeft geen re den tot ongerustheid te geven, er blijft een heel echte Amerikaan in Utrecht! VOLDOENING. MAAR NIET ZONDER KANTTEKENINGEN Onze begin september uitgebrachte beknopte halfjaarcijfers behoren welis waar niet met diepgaande beschouwin gen te worden omringd, enkele even eens beknopte kanttekeningen zijn niet temin op hun plaats. Met name bij de kredietverlening, maar ook bij de toevertrouwde middelen zette de al in 1979 geconstateerde tendens tot afzwakking van het groeitempo van onze banken zich in versterkte mate voort. Dat was, overeenkomstig onze verwachtingen, in de hand gewerkt door de weinig gunstige economische situa tie en het geringe vooruitzicht op verbe tering. De investeringsanimo van bedrij ven bekoelde dan ook, mede door de hoge rentestand en de verschralende in komensontwikkeling. Invloeden, die zich eveneens op de woningmarkt deden ge voelen, waar de prijsdaling onvermin derd is doorgegaan en de aspirant-ko pers zich zeer terughoudend opstellen, ook al vanwege de onzekerheid rond de toekomst van de fiscale aftrekbaarheid van hypotheekrente. In het eerste halfjaar heeft onze organi- vervolg wob op pagina 6 Nu ik voor de laatste maal wordt uitge nodigd om deze kolom te schrijven is de verleiding groot om terug te kijken naar het verleden. Begrijpelijk, omdat het verleden in grote mate bepalend is ge weest voor je werkzaamheden. Maar toch, van hoeveel belang het verleden ook is, de toekomst is veel boeiender wellicht omdat het zo moeilijk is zeker heid te krijgen van wat we ervan mogen verwachten. Eén zaak zal ongetwijfeld bepalend zijn voor de toekomst van onze Rabobankorganisatie, een zaak waar we niet omheen zullen kunnen. Dat is de technologische ontwikkeling, die schier onbegrensde mogelijkheden in zich bergt. De technologie veroor zaakt bij uitstek veranderingen, ook voor onze samenleving. In onze organisatie is de centrale doel stelling - altijd geweest en zal dat ook blijven - het behartigen en dienen van de belangen van de leden en cliënten. In de loop van de tijd zijn die belangen ver anderd en daarom natuurlijk ook de ei sen die aan een goede dienstverlening mogen worden gesteld. Wat dit laatste betreft is er een opmerkelijke parallel waar te nemen met de gehele maat schappelijke ontwikkeling om ons heen. Het meegaan met deze ontwikkeling heeft in het verleden vaak ingrijpende gevolgen gehad, zowel voor de organi satie als voor de bedrijfsvoering. Ik geef een paar voorbeelden. Het is nog niet zo lang geleden, dat voor de waarborging van het voortbestaan van een bedrijf een goed opgezette administratieve begeleiding van de be drijfsvoering het voornaamste instru ment was. Maar door de wisselwerking tussen groei van de welvaart en groei van de bedrijven is de concurrentie zo danig toegenomen, dat een accentver schuiving in de richting van commercië le activiteiten onvermijdelijk werd. Voor onze coöperatieve bankorganisatie is het commerciële beleid geen doel op zichzelf, maar een noodzakelijk middel om te kunnen voortbestaan ter beharti ging van de belangen van leden en cliënten. Zoals gezegd, ook de eisen veranderen die aan een goede dienstverlening moe ten worden gesteld. Om daaraan te kun nen voldoen is een opleidingsprogram ma van grote omvang nodig. Nauwelijks tien jaar geleden zou het nog ondenk baar zijn geweest, dat van een bedrijf mocht worden gevraagd zich op indrin gende wijze bezig te houden met oplei dingen. Voor ons is echter thans het op leidingsbeleid een onderdeel van het so ciaal beleid, dat op zijn beurt een geïn tegreerd onderdeel uitmaakt van het ondernemingsbeleid. Opleiden is in wezen begeleiden van verandering en ontwikkeling. Dit bete kent, dat de organisatie de ontplooiing en de ontwikkeling van zijn medewer kers ziet als een voortdurend proces. Een proces, dat wezenlijk is voor de ver werkelijking van de doelstellingen van het bedrijf. De behoefte van het bedrijf staat daarbij centraal, wat tegelijk har monieus aansluit bij het algemeen waarneembaar menselijk streven naar meer scholing en betere opleiding. Die toenemende aandacht voor het in dividuele is ook op andere wijze in onze organisatie zichtbaar. Zo is het cliëntge richte denken meer en meer op de voor grond gekomen in het experiment van de persoonlijke bankadviseur. Het is in onze organisatie ook herken baar in de invoering van de regionalisa tie. Het doel daarvan: de relatie tussen aangesloten banken en centrale bank individueler en directer te maken. En dan de technologische ontwikkelin gen. Deze zullen bij uitstek veranderin gen in de samenleving veroorzaken. Zij zullen ertoe leiden, dat ook de relatie tussen bank en cliënt in de tachtiger ja ren een geheel andere aanblik zal bie den dan tot nu toe. We zullen ons be wust moeten worden van wat er als ge volg van de chiptechnologie op ons af komt. Wat staat ons op het gebied van de automatisering te wachtenDe invoe ring van geldautomaten wacht eerder op maatschappelijke aanvaarding dan op technische vervolmaking. Waar schijnlijk veel eerder dan wij nu kunnen voorzien, zullen bankzaken gedaan gaan worden vanuit de huiskamer met con tact tussen cliënt en bank via beeld schermen en telefoon. Het contact be hoeft daardoor niet minder persoonlijk of minder hecht te zijn, maar het wordt wel anders. En het lijkt voorspelbaar, dat deze ont wikkelingen eveneens gevolgen zullen kunnen hebben voor de mate van dicht heid van ons vestigingennet. Ook dat zal aanpassing vereisen van de medewer kers van onze banken! En weer zal het opleidingsprogramma daarop moeten inspelen! Dat deze ontwikkelingen zich zullen doorzetten lijkt wel zeker. De vraag is alleen: wanneer en in welk tem po? Het is van het grootste belang, dat wij ons nu al hierop voorbereiden. Want de snelheid waarmede vernieuwingen op het gebied van automatisering hun intrede doen heeft de gewoonte een ie der te verrassen. Wij moeten ons nu reeds gereed maken om straks op soepele wijze hierop te kunnen inspelen. Vanuit stilstand op een rijdende trein springen is een hachelijk avontuur, vooral wanneer het een sneltrein is. Ik hoop er over tien jaar nog te zijn om te zien hoe de technologische ontwikke lingen ons bankbeeld zullen hebben ver anderd. U moge ervan overtuigd zijn, dat ik met grote belangstelling dit alles op enige afstand zal blijven volgen. Ik zelf ben ervan overtuigd dat onze bank organisatie met aller coöperatieve geest van samenwerking dit nieuwe bank beeld zal verwezenlijken! F. P. J. Bakx

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 3