geld- en kapitaalmarkt Ondanks het feit dat in september verschillende ge beurtenissen plaatsvonden, die ieder voor zich zeer verstrekkende gevolgen hadden kunnen hebben voor de geld- en kapitaalmarkt, vonden op deze markten weinig spectaculaire ontwikkelingen plaats. Het vrij rustige beeld had verstoord kunnen worden door de presentatie van de Miljoenennota, waarin weer weinig positieve geluiden te vinden waren. Vervolgens was ook de oorlog tussen Iran en Irak een potentiële bron van onrust op valuta- en dus ook geld- en kapitaal markten. In september was daarvan weinig te merken. De Ne derlandse geldmarkt werd in belangrijke mate bepaald door het evenwicht, dat al geruime tijd bestaat tussen de (sterke) positie van de gulden enerzijds en de (hoge) rente in het buitenland anderzijds. Voor de geldmarkt betekende dat het grootste deel van de maand een rente van ruim IOV2 voor 3-maands interbancair geld. In de laatste volle week van de maand kwam hierin enige verandering doordat De Nederlandsche Bank per 22 september haar tarieven met V2 punt ver laagde. Wisseldisconto, voorschotrente en promesse disconto zijn sindsdien 81/2, 9V2 en 10%. Eerder waren Duitsland en Denemarken ons land reeds voorgegaan met de aanpassing van de officiële tarieven. Met name het feit dat Duitsland de tijd nog niet rijp achtte voor een renteverlaging was sinds begin augus tus een barrière geweest voor een verdere rentedaling in ons land. De discontoverlaging werd verdisconteerd in de markt- tarieven, waardoor 3-maands geld aan het einde van de maand 10Vi deed. In verband met de wat minder krap wordende geldmarkt bouwde de Nederlandsche Bank de marktsteun, die zij eerder in de vorm van dol larswaps had gegeven, in de loop van de maand af. Rond de jongste maandwisseling, met het krappe laat ste kwartaal voor de deur, gaf De Nederlandsche Bank echter alweer direct blijk van haar voornemen om de geldmarkt strak te begeleiden door de aankondiging van speciale beleningen. In de tweede helft van september maakte de Agent van Financiën gebruik van de wat ontspannende geld markt door te komen met de zevende schatkistpapier- emissie van dit jaar. Via het tendersysteem kon worden ingeschreven op 5-jaars papier. Dit leverde f526 miljoen op tegen een rente van 10% Een dag later werd aan eventuele spijtoptanten de gelegenheid gegeven om alsnog in te schrijven. Het aantal hiervan was blijkbaar niet groot: er werd slechts voor f82 miljoen ingeschreven. In totaal heeft de Agent dit jaar voor een recordbedrag van f5,4 miljard aan schatkistpapier geplaatst. Hierbij laten we de zeer kort lopende schatkistpromessen nog buiten beschouwing. Per saldo werd er dit jaar f3,4 miljard meer geplaatst dan er verviel, hetgeen als een welkome bijdrage aan de (monetaire) financiering van het begrotingstekort zal worden gezien. Dit tekort wordt na de laatste bijstelling, in de Miljoe nennota, geraamd op f 14,7 miljard. De aflossingsver plichtingen op de vaste schuld brengen de totale finan cieringsbehoefte van het Rijk op f 18 miljard. In dit be drag is inmiddels vrijwel geheel voorzien. Naast de ge noemde monetaire financiering heeft het Rijk reeds voor f 14,2 miljard aan lange middelen uit de kapitaal markt gehaald. Dat deze prestatie mogelijk geworden is, komt onder meer door de grote belangstelling uit het buitenland voor Nederlandse beleggingen. Deze heeft ertoe bijgedragen dat de Staat reeds voor f6,1 miljard uit de openbare kapitaalmarkt heeft kunnen ha len. In de afgelopen jaren bedroeg het vergelijkbare be drag slechts f 3 a 4 miljard. Daarnaast heeft de minis ter de afgelopen maanden al het mogelijke gedaan om zijn uit te geven leningen aantrekkelijk te maken. Nadat bij eerdere leningen inschrijving boven pari of vervroegde aflossing werd uitgesloten, kwam hij in september met een lening waarvan de looptijd naar keuze kan worden bepaald op gemiddeld 8 of 14 jaar. Drs. J. M. Buysse Algemeen Economisch Onderzoek Deze 101/4 %-lening waarop volgens het tender systeem kon worden ingeschreven, mocht zich hier door in een goede belangstelling verheugen. Zowel het buitenland, dat in het algemeen voorkeur heeft voor kortere looptijden, als institutionele beleg gers die langere looptijd prefereren konden aan hun trekken komen. De houders van deze obligatielening mogen immers in 1986 - voordat de eerste aflossing plaatsvindt - beslissen om de aflossingen uit te stellen tot de periode 1992-1996: aantrekkelijk voor de credi teur, doch niet onverdeeld gunstig voor de debiteur. Na sluiting van de inschrijving werd bekend dat f 900 mil joen was geplaatst tegen 100,5 Voor 1981 wordt blijkens de Miljoenennota de finan cieringsbehoefte van het Rijk geraamd op f 17 miljard, hetgeen f 1 miljard minder is dan in 1980. Het is overi gens waarschijnlijk dat dit cijfer in opwaartse richting bijgesteld zal worden. Zo heeft het kabinet reeds te kennen gegeven een groter tekort te willen accepteren als de sociale partners het erover eens kunnen worden om de loonstijging verder te beperken. Het financieringstekort van de totale overheid komt in 1981 op 5'/4 van het nationaal inkomen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan de 6 van 1980. Overigens dient opgemerkt dat deze cijfers zijn gedrukt door sta tistische bijstellingen. Ware dat niet gebeurd, dan was het tekort circa V2 punt hoger geweest. De kapitaalmarktrente stond in de verslagmaand onder enige opwaartse druk. De middellange rentewijzer, die begin september nog 9,87 noteerde liep op tot 10,36% aan het einde van de maand. Het maandge- middelde kwam van 9,43 op 10,11 Met deze stij gende tendens week de lange rente duidelijk af van de geldmarktrente, die met name door de discontoverla ging, in neerwaartse richting bewoog. In dit verband is het van belang op te merken dat de rentestructuur nog steeds 'omgekeerd' is. Het als normaal ervaren rente beeld, waarin de kapitaalmarktrente hoger is dan de geldmarktrente kennen we - enkele uitzonderingen daargelaten - al niet meer sinds medio 1979.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 38