het bankwezen in de oudheid Vanaf de grijze oertijd heeft de een met de ander geruild en hebben mensen van elkaar geleend. De volledig autarke - in alles zelfvoorzie- nende - huishouding, waar alles precies rijpt en klaarkomt op het mo ment dat men het nodig heeft, heeft altijd alleen bestaan in het rijk der fabelen. De voorwaarden waarop leningen in zeer vroege tijden verstrekt wer den, waren soms bizar: in Homerus lezen we, dat iemand vee uitleent, met het recht om in het gebied van zijn schuldenaar te mogen roven, als deze in gebreke zou blijven met de terugbetaling.1 Chr. een belangrijkecultuur bloeide, ver spreidden het schrift, het geordende be talingsverkeer en andere organisatori sche verworvenheden zich over het Na bije Oosten en de aangrenzende streken in Europa, met name Griekenland. Degenen, die het bankbedrijf daar in de oudheid uitoefenden, hielden er pand jeshuizen op na, verstrekten leningen op onderpand van onroerend goed en zelfs van de persoon van de lener (hij kon dan bij wanbetaling als slaaf verkocht wor den), incasseerden voor derden (soms ook voor de overheden) met een eigen winstmarge, beheerden goederen voor allerlei mensen volgens contract tot de Egypte en Voor-Azië De oudste banken waren in Egypte en Voor-Azië, de oudste cultuurgebieden in de wereldgeschiedenis. In Zuid-Meso- potamië (Soemer) en in het Nijldal kwam het tot een meer geordend ruil en betalingsverkeer en werd het schrift, dat in het begin diende om een eenvou dige administratie te voeren, uitgevon den. Hetgeen niet toevallig was. Juist daar immers was al vroeg een min of meer centraal geplande irrigatieland- bouw, die een sterk regionaal en plaat selijk bestuur en een meer ingewikkelde organisatie vereiste, dan bij nomaden bestond. De paleizen der vorsten en de tempels der grote goden waren tevens de pak huizen waar de overschotten werden opgeslagen. Het waren marktplaatsen en centra van ambacht en betalingsver keer; in Soemer aanvankelijk vooral de tempels.2 De goden heetten de steden te besturen en bezaten het bijbehorende bouwland om de steden heen. Betaalmiddelen waren staafjes edel me taal, al of niet gemerkt. Bankpapier heeft in de oudheid niet bestaan en ge- Prof. dr. L. de Blois Hoogleraar in de geschiedenis en staatsinstellingen der Griekenen Romeinen aan de Universiteit van Nijmegen munt geld kwam pas in de zesde eeuw v. Chr., als statussymbool van Lydische koningen en Griekse stadstaten. Het vroegste bankbedrijf werd als neven activiteit uitgeoefend door edelsmeden, geldtesters en -wisselaars, kooplui, pa leisdienaren en priesters. Bankier was nog geen apart beroep.3 Vanuit Soemer, waar reeds rond 2800 v. afgesproken tijd van wederopvraging, wisselden goederen en edele metalen en beproefden de laatste op echtheid. Zij namen ook goederen in verzekerde bewaring tegen een vast tarief: in aller lei tempels, voorraadkamers van palei zen en koopmanshuizen waren rijen ver sterkte bewaarplaatsen (kluizen), met het zegel van de huurder, en een uiterst simpele registratie van wat er in- en uit ging op de muur erboven of eronder. Een kluishuurder kon een slaaf of een 1 Zie Homerus, Ilias XI 670 e.v. De we- j reld van Homerus was de chaotische Griekse samenleving van het riddertijd vak, ca. 1200-900 v. Chr. 2 Tempelroof was een van de zwaarst bestrafte misdaden in de antieke we reld, en dat is niet zo verwonderlijk. De rover schendt niet alleen een heilige plaats, waardoor hij de toorn van de god oproept, maar hij dupeert ook alle men sen, die in de tempel deposito 's hebben, en de staat, die vaak juist in tempels de reserves opbergt. j 3 We kennen enkele bankiers bij name. In Babyion bestond in de tijd van Nebu- I kadnezar (zesde eeuw v. Chr.) het han delshuis Engibi. Dit huis bezat een lom merd, gaf leningen op onderpand (hypo theken), nam goederen in deposito en hield voor goede klanten zelfs een reke ning-courant bij op klei. Het huis stond toe dat een deel van een deposito via cheques aan de bank onttrokken werd. Een deel van het kapitaal was met goedvinden van de inleggers geïnves teerd in huizen, slaven, landbouwgrond (waarmee gespeculeerd werd), vee, schepen, bouwgrond in de stad specu latieen allerlei roerende goederen. Net zo 'n firma kennen we uit iets latere tijd in Nippoer, ten Zuiden van Babyion: de zonen van Moerasjoe. Een geldwisselaar aan het werk in het oude Rome.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 31