Figuur 1 Figuur 2 Fabrikant 1 Fabrikant 1 Fabrikant 2 Fabrikant 2 GROOTHANDEL Fabrikant 3 Fabrikant 3 Fabrikant 4 Fabrikant 4 een situatie die onder meer in de tex tielsector in uitgebreide vorm voor komt; - hetzelfde, maar een stapje hoger in de bedrijfskolom, doet zich voor als een aantal grossiers, zoals in de auto- onderdelensector, gecombineerd gaat inkopen bij de fabrikant en daarbij de importeur-groothandelaar overslaat - in dezelfde auto-onderdelenbranche doet zich het feit voor dat de garage houders steeds strakker, ook wat de onderdelen betreft, aan het automerk dat zij vertegenwoordigen worden ge bonden en dat de benzinemaatschap pijen zich met de verkoop van acces soires gaan bezighouden, waardoor een niet onbelangrijk deel van de markt van de auto-onderdelengros- siers kan wegvallen - omdat een onverwachte verande ring in de vraag optreedt komt de (ge specialiseerde) handelaar en met hem de fabrikant in de verdrukking; 'hét' voorbeeld hiervan is geweest de plot selinge ommezwaai van kolen- naar gasverwarming terwijl thans de over gang van haardverwarming naar cen trale verwarming zich reeds stevig heeft doorgezet; oefenen dan dient hij er zorg voor te dragen dat hij op ieder van zijn aan- bodsmarkten voldoende aantrekkelijk blijft om zich van de vereiste hulpmid delen te kunnen blijven voorzien. - De goederenfvraaglmarkt De concentraties van de detailhandel aan de vraagzijde naar grote onderne mingen en inkoopcombinaties hebben tot gevolg dat de groothandel onder druk komt te staan. Wie vervult functie? Zoals gezegd wordt het bestaan van de functie van de groothandel algemeen erkend. De vraag is echter door wie de functie wordt verricht, door de fabrikant, door de zelfstandige groothandel, door de detaillist, door de inkoopcombinatie, of door nog nieuwe tussenvormen. Het antwoord hierop is in algemene zin op eenvoudige wijze te geven, namelijk: als in de bedrijfskolom aan de functie be hoefte is en de groothandel oefent die functie goed uit, dat wil zeggen de groothandel weet met lagere kosten dan anderen een behoorlijk rendement op het eigen geïnvesteerde vermogen te maken, dan is er een plaats voor de groothandel. De situaties in de maatschappij en al dan niet daarmee samenhangend in de bedrijfstakken en binnen de bedrijven, zijn steeds aan veranderingen onderhe vig. Het gevolg is dat de groothandel in het algemeen en de afzonderlijke groot handelsondernemingen in het bijzonder, met wisselend succes opereren. Dit heeft weer tot gevolg dat er, indien men zich niet aanpast aan de veranderingen die zich voordoen bij de hulpbronnen, bij de distributie en bij de consumptie steeds zelfstandige groothandelsonder nemingen zullen verdwijnen en nieuwe opkomen. Uitschakelingstendensen Waardoor wordt nu de groothandel be dreigd? Uit het bovenstaande valt af te leiden dat de groothandelaar niet alleen wordt bedreigd door onderlinge concurrentie, maar ook door concurrentie op de kapi taalmarkt, op de arbeidsmarkt, op de markt voor onroerende goederen, op de markt van de te verhandelen goederen met de fabrikant en met de detaillist. Enkele voorbeelden kunnen een en an der illustreren: - het zelfbedieningswarenhuis dat in staat is grote hoeveelheden af te ne men, kan zich rechtstreeks tot de fa brikant wenden; - een variatie hierop is dat het groot winkelbedrijf in de levensmiddelen sector, zoals is gebeurd, branche vreemde artikelen gaat voeren en door de grote aantallen in staat is rechtstreeks bij de fabrikant te kopen (denk aan koelkasten, wasapparaten enz.); - door de hierdoor ontstane veran derde koopgewoonte van de consu ment neemt het aantal detaillisten en dus het aantal afzetpunten voor de groothandel af; - een aantal detaillisten gaat samen inkopen bij de fabrikant en gaat zo doende de groothandelaar voorbij. - de fabrikant levert rechtstreeks aan de detaillist omdat hij zijn afzet wil bevorderen en hij meent dat de groot handel hem hierin onvoldoende steunt; zo proberen de fabrikanten van breedweeftapijt zelf de gesneden maten aan de detaillisten te leveren; - de bedrijfsomvang is zo gering dat in de continuïteit geen rendabel resul taat te behalen is; uit verschillende structuuronderzoeken is gebleken dat de omvang van vele ondernemingen te gering en/of hun aantal te groot is om een redelijk resultaat te kunnen behalen. In de levensmiddelenbran che heeft te dien aanzien al een be langrijke sanering plaatsgevonden. Ook in andere branches neemt het aantal groothandelsondernemingen af; - een kostenstijging gaat gepaard met een relatief geringere stijging of zelfs een daling van de omzet en van de brutowinst; deze situatie doet zich thans in vele gevallen voor. Drieërlei krachten De krachten die op de zelfstandige groothandel inwerken kunnen van ver schillende aard zijn, te weten: 1 van structurele; 2 van conjuncturele 3 van individuele aard. Van structurele aard bijvoorbeeld zijn de situaties waarbij er teveel ondernemin gen in de bedrijfstak zijn, of andere de functie gaan overnemen. Van conjuncturele aard: het geval van de kostenstijgingen, met achterblijven de omzet- en/of brutowinststijging.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 26