veel mogelijkheden
groothandel
*tA
juist in de jaren '80
«if ik
De groothandel is in de
Amerikaanse vakliteratuur wel eens
de onbekende reus genoemd. Zoals
in het elders in dit blad geplaatste
artikel van de heer De Haan wordt
vermeld, zijn in de bedrijfstak ca.
300 000 mensen in 30 000
ondernemingen werkzaam. Als men
het aantal werknemers betrekt op
het totaal van de afhankelijke
beroepsbevolking, dan blijkt dat de
groothandel een van de grootste
bedrijfstakken is. Nog minder dan
dit feit is bekend dat de omzet van
de groothandel wordt geschat op
160 a 170 miljard gulden - dat is
meer dan de helft van het Nationaal
Inkomen - terwijl de in de
bedrijfstak bereikte toegevoegde
waarde d.w.z. het verschil tussen
de opbrengst van de verkochte
goederen en de daarvoor te maken
kosten, voor ongeveer een tiende
deel aan het Nationaal Inkomen
bijdraagt. Als we naar het totaal van
de in Nederland ingevoerde
goederen kijken, dan blijkt dat de
groothandel ca. de helft voor zijn
rekening neemt. In de export is het
aandeel geringer, maar toch nog
aanzienlijk, t.w. ca. een kwart.
De groothandel heeft als
bedrijfsactiviteit het voordeel schoon te
zijn. Lucht- of andere milieuvervuiling
veroorzaakt het groothandelsbedrijf
slechts zelden (een enkele uitzondering
als bijvoorbeeld het vaten reinigen
daargelaten). Ook onaangenaam, zeer
eentonig werk komt in de groothandel
nauwelijks voor, zodat werken in een
groothandelsonderneming in het
algemeen als plezieriger wordt ervaren
dan het werken in een benauwde,
bedompte fabrieksruimte.
In het buitenland, bijvoorbeeld in
Noorwegen en in de VS, maar ook wel
in ons land, treft men
groothandelsondernemingen zodanig
gepositioneerd, dat woon- en
leefgemeenschappen afgeschermd
worden van drukke verkeerswegen. In
deze gevallen plaatst men de
groothandelsonderneming langs een
Drs. J. P. van der
V.
Reyden
Algemeen secretaris
Verbond Nederlandse
Groothandel
snelweg, hetgeen ook voor de
groothandelsonderneming een gunstige
vestigingsplaats is, en verkrijgt aldus
een geluidsbarrière die anders slechts
met veel kosten via aarden wallen
bereikt kan worden. Een
groothandelsonderneming is niet echt
storend in of aan de rand van een
woonwijk.
Wat de werkgelegenheid in de
groothandel in de komende jaren
betreft: de bedrijfstak behoort tot de
tertiaire sector, die van de
dienstverlening. Algemeen wordt
verwacht dat de werkgelegenheid in de
primaire (de landbouw), de secundaire
(de industrie) in de komende jaren wat
zal afnemen, terwijl deze in de tertiaire
(de dienstverlenende) sector en de
quartaire sector (de overheid en de niet
commerciële dienstverlening) gelijk zal
blijven dan wel iets zal toenemen. Ook
voor de groothandel als deel van de
dienstensector wordt aangenomen dat
de werkgelegenheid ongeveer
gehandhaafd zal blijven, al zal dit zeker
niet voor alle branches laat staan voor
alle bedrijven kunnen gelden.
Een enkele opmerking ten slotte over de
positie van de groothandel in de keten
tussen fabrikant en consument.
Alhoewel in de vakliteratuur veel
geschreven wordt over in- en
uitschakelingstendenzen, mag verwacht
worden dat de groothandel door zijn
strategische plaats in de
distributiekolom, goed in staat zal zijn
zich te handhaven, ja waarschijnlijk zijn
activiteiten zal kunnen uitbreiden in een
wereld van de komende jaren, waarin
het o.a. door vergroting van de
communicatiemogelijkheden mogelijk
zal worden de consument nog veel
meer inzicht en mondigheid te geven
dan vandaag. Als men de toenemende
behoefte aan informatie, alsmede de
noodzaak om bij het ontwerpen en het
afzetten van goederen niet alleen met
de individuele consumentenvoorkeur en
het individuele consumentenbelang
rekening te houden, maar ook met dat
van de collectiviteit, met de
maatschappelijke belangen als
vertrekpunt neemt, dan is duidelijk dat
juist groothandel in de distributiekolom
zo dicht bij de fabrikant gelegen, in staat
zal zijn om in dit veranderingsproces
een uitermate belangrijke rol te spelen.
Kotier heeft eens gezegd dat wij meer
moeten streven naar voor de
consument 'heilzame' produkten die zijn
welzijn op lange termijn kunnen
bevorderen dan naar produkten die
weliswaar onmiddellijke
consumentenbehoeften bevredigen,
doch voor de consument dan wel de
maatschappij nadelige effecten hebben.
Aan deze noodzaak tot
mentaliteitsverandering, tot ombuiging
van de produktie- en marketingmethode
kan juist de groothandel gehoor geven.
Dan zal het echter niet alleen moeten
gaan om het voorvoelen van de
consumentenvraag, om de fysieke
invulling van die vraag, maar ook om
innoverende eigenschappen, om
terugkoppeling van te verwachten
nadelige (maatschappelijke) effecten
naar de fabrikant, alsmede om
aanwijzingen waarmede bij de
produktie en het ontwerpen van nieuwe
goederen rekening kan worden
gehouden. De groothandelaar die op
deze veranderingen inspeelt heeft grote
mogelijkheden, juist in de 80'er jaren.