te doen, maar laten we a.u.b. niet te voorzichtig zijn Het is voor hen én voor onszelf belangrijk: er is toch een programma voor zulke bezoeken te maken. Want in de organisatie, vooral in de kringvergaderingen, merk je echt dat je coöperatief bent, dat je met de mensen moet praten, je standpunt moet uiteenzetten, dat wij van de centrale bank niet maar eenvoudig op een knop kunnen drukken om onze mening aanvaard te krijgen. Je moet elkaar telkens weer overtuigen I Ik vind dat dit de laatste jaren nog veel sterker naar voren gekomen is, dan vóór 1970 het geval was. Een echt coöperatieve trek is dat, en die is zeker niet 'ondergesneeuwd', integendeel. Maar even zo goed, we moeten ons voortdurend bezig houden met wat ons nu van de handelsbanken onderscheidt: anders kunnen we ons net zo goed handelsbank gaan noemen. Ik voor mij heb er alle vertrouwen in dat het coöperatieve, zoals ik dat aanvoel, door alles heen overeind zal blijven, al moet je je natuurlijk wel geregeld aan de veranderde omgeving en omstandigheden aanpassen. Dat doen we dan ook, zie bijvoorbeeld het structuurrapport. Toekomst is bij de tijd! Rustig onze eigen weg gaan, zei Bakx. Maar de nu voor de deur staande 80er jaren zullen wel moeilijkeren in ieder geval anders worden dan de 60er en 70er jaren. Gezien de economische omstandigheden zal de groei afnemen. Denk ook maar aan de toevertrouwde middelen. Dit is op het ogenblik al een heel probleem: hoe krijgen we voldoende creditgelden. Vergeleken met de laatste tien jaar, toen we altijd een ruime liquiditeit hadden, zitten we nu in een volkomen omgekeerde positie. We moeten ons nu vooral inspannen voor de middelen. En daarbij merk je, dat de concurrentie tussen de banken veel groter is geworden. Het grote probleem voor de toekomst ziet Bakx in de op ons afkomende technologische ontwikkelingen. 'Daar moeten we tijdig naar kijken - doen we ook - om er tijdig op te kunnen inspelen. Als ik schat, dat driekwart van de handelingen bij onze plaatselijke banken thans nog door zogenaamde 'kashandelingen' wordt ingenomen en dat we straks als cliënten thuis een soort huiscomputer hebben staan, waarmee we onze bank inlichtingen kunnen vragen en opdrachten kunnen geven, dan steven je echt op het tijdperk van de thuisbankier aan. De PTT praat nu al wel over thuisbankieren, maar dat betekent eigenlijk nog niets bijzonders. MinisterVan Trier zei het onlangs nog bij de opening van een computercentrum van de ABN: Het tijdperk van de echte thuisbankier moeten we nog krijgen. Wij moeten ons daarop, pak weg de komende vijf jaar, op voorbereiden. Want het kon wel eens een ingrijpende omwenteling worden, die ook de kwaliteit en het werk van de medewerkers zal raken. Ook ons vestigingenpatroon komt dan onvermijdelijk op de proppen en de vraag kan wellicht opkomen of je nog zoveel kantoren nodig hebt. Overigens: de tijd zal het leren. De toekomst hoeft je niet te overvallen, zoals collega Van Eldik pleeg te zeggen, want wie bij de tijd blijft, heeft altijd een toekomst.' Daaraan heeft Bakx gelijk. Ik denk dat ook zijn lidmaatschap van de Stuurgroep Integratie Giroverkeer, dat onder voorzitterschap van dr. Jelle Zijlstra het vormen van een nationaal betalingscircuit bestudeerde, hem op het eind van zijn bankloopbaan nog eens bij de bestaande en toekomstige technische mogelijkheden heeft bepaald. En bij de gevolgen daarvan! Want Bakx zegt het ons al: op zuiver technische merites is dat nationale circuit volgens de Stuurgroep mogelijk, maar andere aspecten, zowel sociale als commerciële, moeten nog duchtig bekeken worden vóór dat circuit er is. Nog jéren... Kan ik zeggen, dat met het vertrek van Bakx een tijdperk van onze organisatie is afgesloten?In zekere zin, ja. Een schakel met het (voor velen nu al grijs) verleden valt weg uit de top van onze organisatie. Want Bakx heeft in zijn loopbaan de oude Eindhovense boerenleenbankorganisatie tot in de toppen van zijn vingers meebeleefd en heeft daarna ook nog de hele ontwikkeling van de huidige Ftabobankorganisatie vanuit de top daarvan meebepaald. Zijn carrière is eigenlijk drieëndertig jaar geschiedenis van het coöperatieve kredietwezen. Als zo'n man vertrekt, zet je onwillekeurig een streep in je gedachten. En toch, ik zit met een eigenaardigheid van Bakx, die mij en iedereen opvalt: hij is door de jaren heen dezelfde gebleven. Hij heeft het vertrouwen van allen gehad en zelf heeft hij dat volop geschonken. Meedoen met het geheel, met wat je hand vond om te doen. Dat is Bakx. Nee, een non-conformist van het type dat je als een ziener of profeet dan wel als lastige rustverstoorder ervaart, is Bakx zeker niet. Hij is niet één van die figuurlijke dwarsliggers, die tegen de algemene opinie in de wissels (willen) omgooien. Dwarsliggers, zoals je die bijvoorbeeld beschreven vindt in het bekende boek van die naam, dat ds. Buskes op zijn 75ste jaar werd aangeboden; dwarsliggers die je ook af en toe in het zakenleven kunt tegenkomen. Prof. Berkhof wees in zijn inleiding op dat boek voor Buskes echter ook op iets, dat wel aan Bakx deed denken. De oorspronkelijke en letterlijke betekenis van dwarsliggers duidt op de balken, die de rails bij elkaar houden, zodat de trein voort kan naar zijn doet. En daar komt Bakx in het beeld: zijn werk voor ons is als een reeks stevige bielzen, die de rails bij elkaar houden: we kunnen er nog jaren veilig over rijden; die bielzen houden de richting vast. Nogmaals: een tijdperk afgesloten? In zekere zin, neeWant we rijden verder over het solide spoor, waaraan Bakx met anderen jarenlang gewerkt heeft. Bakx zei me ten slotte eigenlijk hetzelfde met andere woorden: 'Het gaat om het samenspel en het werken met mensen die hetzelfde doel nastreven. Om tot een gemeenschappelijke bedrijfspolitiek te komen moet je vaak uiteenlopende opvattingen op één noemer zien te krijgen. Lukt je dat, dan heb je daarin je genoegen en je voldoening. Nooit individueel, maar altijd samen met anderen!' Zo zijn die bielzen en rails tot een betrouwbaar spoor gevormd. Daarvoor dank aan de man, die dezer dagen wel even verzucht: 'Ik kwam er in '47 gemakkelijker binnen, dan dat ik er nu uitga. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 19