problemen onderkend
oplossing blijft uit
dekking van de financieringsbehoefte
zware klus
doordrongen. Ook uit een recent ver
schenen rapport van het Sociaal Cultu
reel Planbureau blijkt dat er geen besef
is van een crisis.
De eerste stormen over de Miljoenennota zijn uitgeraasd. 'Het volk' is van
alle kanten toegesproken en naar men hoopt van de ernst van de proble
men doordrongen.
Gelukkig blijkt niet alleen Nederland problemen te hebben, maar is de ma
laise algemeen, zeker in de westerse wereld, wat op conjunctureel gebied
ook al blijkt uit de prognose van de stijging van de voor ons relevante we
reldhandel (V/2%). In het mondiale plaatje verkeert Nederland eigenlijk,
dank zij onze comfortabele energiesituatie, nog in een relatief gunstige po
sitie-
Toch zijn de structurele problemen zeer
groot. Vanaf het begin van de zestiger
jaren heeft er een zeer snelle stijging
van de overheidsuitgaven plaatsgevon
den, met name in de sfeer van de perso
nele uitgaven, de AOW- en AWW-uit-
keringen en de overige uitkeringen zoals
die voor werkloosheid en bijstand.
Deze snelle groei van de collectieve uit-
gaven leidde te zamen met een gema-
tigde stijging van de overige overheids
uitgaven tot een aanzienlijke lastenver
zwaring. Deze had op haar beurt tot ge
volg dat er afwenteling in de marktsec
tor plaatsvond en via deze weer op de
overheid zelf. Dit leidde ertoe dat de
rendementspositie van het bedrijfsleven
afkalfde, waardoor de klad kwam in een
sector die in belangrijke mate de nood
zakelijke investeringen moet doen voor
de groei van onze produktie en werkge
legenheid. De overheid creëerde dus
wel nieuwe arbeidsplaatsen, maar was
er anderzijds mede de oorzaak van dat
deze in de marktsector gingen verdwij
nen.
Is de huidige situatie al ernstig, in de
toekomst zal bovendien rekening moe
ten worden gehouden met een jaarlijkse
groei in het arbeidsaanbod van 40 000
en het verder oprukken van arbeidsbe
sparende technieken, waarvan de chip
wel het meest markante voorbeeld is.
Bovendien zal de energiebalans op een
gegeven moment omslaan.
Het belang van de-laatste wordt aange
toond door het feit dat het directe effect
van aardgasexport en invoervervanging
(dat wil zeggen het niet behoeven im
porteren van met name olie) op de lo
pende rekening van de betalingsbalans
in 1970 f 1,6 miljard was en in 1980 f22
miljard.
Zonder ons aardgas zouden wij derhalve
in een geheel andere positie zitten,
waarbij de waarde van de gulden waar
schijnlijk een geheel andere zou zijn dan
de huidige.
Drs. B. J. Kruimel
Algemeen
Economisch
Onderzoek
In de loop van de zeventiger jaren is het
inzicht doorgebroken dat wij vroeg of
laat de weg terug moesten gaan be
wandelen. Om deze teruggang niet tot
een vrije val te maken was het strikt
noodzakelijk dat tijdig maatregelen wer
den genomen, om een gelijkmatige aan
passing te bewerkstelligen. Deze maat
regelen zijn aan het eind van de regeer
periode van het vorige kabinet reeds in
gang gezet en zullen ook door de vol
gende kabinetten moeten worden geno
men.
In dit licht kan worden verwezen naar
de doeleinden van Bestek '81een
werkloosheid van 150 000 man, een in
flatie van enkele procenten, het verbete
ren van de rendementen van bedrijven
en het bevorderen van de investeringen.
Hoewel deze doeleinden door vrijwel ie
dereen werden onderschreven, bleek
het niet mogelijk deze te verwezenlij
ken. Bij de beoordeling van de uitvoe
ring van Bestek '81 kan dan ook alleen
worden geconstateerd dat zonder dit
plan en de daaruit voortvloeiend geno
men maatregelen de situatie wel eens
veel slechter geweest zou kunnen zijn.
Ook kan worden verwezen naar de in
ternationale economische ontwikkeling,
waardoor bijvoorbeeld het toen reëel
geachte groeipercentage van 3 lang
niet is gehaald.
Het grote probleem om gestelde doel
einden te bereiken, is dat de huidige po
litieke en sociale structuur in Nederland
een alerte en consequente besluitvor
ming bijzonder moeilijk maakt. Daarbij
is er ook sprake van een groeiproces,
waaraan twee kanten zitten. Enerzijds
zal men in bredere kring na verloop van
tijd meer overtuigd raken van de ernst
van de economische situatie, anderzijds
zullen in die tijd steeds meer verdedi
gingsmuren worden gebouwd, welke
met de tijd moeilijker te slechten zullen
zijn. De ontwikkelingen in de laatste
maanden geven van beide een goed
voorbeeld. Voor het laatste punt kan
worden verwezen naar de problematiek
rond het terugbrengen van de inkom
sten van de vrije beroepen, terwijl het
eerste punt wordt geadstrueerd door de
zich veranderende opstelling van de
vakbonden. Voor het eerst zijn er im
mers van werknemerszijde heel duide
lijke geluiden gehoord, waar men de pri
oriteiten wilde leggen ondanks dat dit
een inleveren van besteedbaar inkomen
zou betekenen. Het lijkt echter de vraag
of het gehele Nederlandse volk wel vol
doende van de ernst van de situatie is
Alhoewel men hiervoor geen afdoende
verklaring heeft kunnen vinden, lijkt de
volgende stelling valabel:
De ingewikkeldheid van het hele econo
mische gebeuren leidt ertoe dat 90
van de bevolking allang de moed heeft
opgegeven er nog veel van te kunnen
begrijpen. De massamedia doen welis
waar regelmatig pogingen een en ander
uit te leggen, maar de vaak niet duide
lijke verbanden tussen de diverse eco
nomische grootheden, welke de econo
misten zelf veelal nog alleen maar mo
delmatig kunnen begrijpen, en de veelal
tegengestelde aanbevelingen verduide
lijken de zaak nauwelijks. Min of meer
openbare discussies over de voordelen
van het Vintafmodel boven Grecon en
aanbevelingen dat de overheidsuitga
ven omhoog of juist omlaag moeten, lij
ken hiervan duidelijke voorbeelden.
Daarbij komt nog dat er voor elk facet
van een voorstel of maatregel wel een
voor- en tegenstander kan worden ge
vonden.
Voor een kabinet - van welke politieke
signatuur dan ook - betekent de huidige
maatschappelijke situatie dat het beleid
bijzonder duidelijk naar buiten toe zal
moeten worden vertaald en wat even
belangrijk is, dat er maatregelen moeten
worden genomen die consistent zijn
met dat beleid.
Op dit gebied heeft het huidige kabinet
nog al eens steken laten vallen. Het be
leid werd niet duidelijk en genuanceerd
genoeg gepresenteerd, allerlei tegen
krachten werden opgeroepen. Dit leidde
er dan weer toe dat de regering wel
maatregelen nam, maar dat de kracht
daaraan mede door het handelen van
het parlement nogal eens ontbrak. Er
werd wel omgebogen, maar te weinig
en te oppervlakkig. Hierdoor werden
een deel van de problemen vooruitge
schoven.
Ook in de Miljoenennota 1981 wordt