geld- en
kapitaalmarkt
\JL
f)
PI
de 93A %-lening van Bank Mees Hope. Van deze le
ning waarvan het bedrag oorspronkelijk gepland was
op f 150 miljoen werd slechts notering aangevraagd
voor f 110 miljoen. De zich snel wijzigende situatie op
de kapitaalmarkt had tot gevolg dat, zelfs bij een emis-
siekoers van 99,50 de belangstelling voor deze le
ning, die gemiddeld 8 jaar loopt, bijzonder gering was.
Het mislukken van deze emissie had tot gevolg dat de
volgende debiteuren gedwongen waren om de beleg
ger weer een couponrente te bieden van 10 of meer.
Op de onderhandse kapitaalmarkt stonden de tarieven
eveneens onder opwaartse druk. Naast de stijging van
het algemene renteniveau werd dit ook veroorzaakt
door een oplopend rente-ecart tussen openbare en on
derhandse markt. Dit werd onder meer gestimuleerd
doordat de institutionele beleggers inmiddels het
grootste deel van hun in 1980 te beleggen middelen,
hebben uitgezet.
dollars geswapt, waarmee de geldmarkt voor een peri
ode van twee weken werd verruimd.
Behalve de geldmarktrente stonden ook de tarieven op
de kapitaalmarkt onder opwaartse druk. In de verslag-
maand liep de zogenaamde middellange rentewijzer op
van 9,12 tot 9,88 Desondanks kwam het maand-
gemiddelde van 9,47 op 9,43 De belangrijkste
oorzaak van deze rentestijging is de afnemende vraag
van het buitenland naar guldensbeleggingen. Deze
vraag, die sinds maart uitzonderlijk groot was geweest,
maakte het mogelijk dat sindsdien de kapitaalmarkt
rente daalde van circa 11 Vi tot tegen de 9 Inmid
dels is de buitenlandse vraag weer tot normale propor
ties - of zelfs minder - teruggekeerd. De invloed daar
van op de rente-ontwikkeling accentueert nogmaals
hoe gevoelig we zijn voor buitenlandse factoren.
Na de 9Vi %-staatslening van eind juli werden in au-
Voor de Nederlandse geld- en kapitaalmarkt is augus
tus een belangrijke maand geworden. De neerwaartse
trend in de renteontwikkeling, die zich sinds maart had
afgetekend, werd begin augustus abrupt onderbroken.
De directe aanleiding voor de rentestijging op de geld
markt was het uitblijven van de discontoverlaging, die
eind juli algemeen werd verwacht. De geldmarkt was
reeds op een verlaging vooruitgelopen, waardoor de
tarieven gedaald waren tot ruimschoots onder de voor
schotrente die de banken moesten betalen voor hun
beroep op De Nederlandsche Bank (10%). Zo lag per
31 juli het tarief voor 3-maands interbancair geld op
9,38 Het optimisme met betrekking tot een verdere
rentedaling werd onder meer ingegeven door de aan
houdend sterke positie van de gulden binnen het EMS.
Deze is reeds geruime tijd een van de sterkste munten
van het arrangement. De eerste tekenen van een weer
aantrekkende internationale rente (met name in de VS)
en mogelijk ook de vrees voor een afnemende belang
stelling voor de gulden kunnen worden gezien als oor
zaken van het uitblijven van de verlaging van de officië
le tarieven van De Nederlandsche Bank. Dit deed de
geldmarkttarieven weer aantrekken. Dat aanvankelijk
nog terdege rekening werd gehouden met een rente
daling, blijkt uit de duidelijk omgekeerde rentestructuur
waarvan begin augustus sprake was. Zo bedroegen de
tarieven voor call-geld, 1-maands, 3-maands en 6-
maands interbancair geld op 5 augustus respectievelijk
10,1 9,8%, 9,6% en 9,3%.
Naarmate de maand vorderde en de rente verder op
liep, keerde de rentestructuur meer terug naar het nor
male beeld. Het oplopen van de tarieven tot ruim
101/2 aan het einde van de maand was onder meer
het gevolg van de duidelijker wordende signalen van
een buitenlandse rentestijging en de zogenaamde con
tingentenangst, welke zich in de laatste week van de
maand aftekende. In het kader van de contingente
ringsregeling, waarin het beroep dat de banken op De
Nederlandsche Bank mogen doen is geregeld, wordt
ieder kwartaal een daarvoor bestemd (gemiddeld)
maximum vastgesteld (het zogenaamde contingent).
Aan het begin van een contingenteringsperiode (de
jongste begon op 21 augustus) ziet men vaak dat de
banken zeer terughoudend zijn, omdat zij vrezen dat zij
niet voldoende zullen hebben aan de hun toegemeten
ruimte. Omdat er dan een relatief groot deel van de fi
nancieringsbehoefte op de geldmarkt - buiten De Ne
derlandsche Bank om - wordt gedekt, ontstaat hier
door een opwaartse druk op de tarieven.
Om de opwaartse druk op de geldmarktrente binnen
de perken te houden kwam De Nederlandsche Bank de
geldmarkt tegemoet met verruimende interventies. In
de eerste weken van de nieuwe contingenreringsperio-
de werd er voor een bedrag van ruim f 1 miljard aan
Drs. J. M. Buysse
Studiedienst
gustus nog twee leningen uitgegeven, waarvan de
couponrente minder was dan 10
Begin augustus leende de Nederlandse Investerings
bank voor Ontwikkelingslanden f150 miljoen tegen
93A Voor deze lening die gemiddeld IOV2 jaar loopt
bestond een goede belangstelling. Dat was anders met