uit onze historie
30
vervolg unico investment fund
In het eerste kwartaal van 1980 bereikte
de rente mondiaal gezien zijn hoogte
punt en trad vervolgens een daling in.
Dit heeft de waarde van de in portefeuil
le zijnde obligaties gunstig beïnvloed.
Het zwaartepunt van de beleggingen is
vrijwel voortdurend - zij het in wisselen
de verhoudingen - geconcentreerd ge
weest in de EMS-valuta's. De reden
hiervan ligt besloten in de stabiliteit van
deze valuta's en de relatief hoge te be
halen rente.
Overigens heeft het Fund ook van de
ontwikkeling van de goudprijs een
graantje meegepikt. Onder andere in het
afgelopen voorjaar is op beperkte schaal
een belang in zogenaamde goudlenin
gen genomen, hetgeen bepaald geen
windeieren heeft gelegd.
De aanvangswaarde van de participa
ties was DM 50,-. Inmiddels is reeds
een dividend uitgekeerd van DM 1De
intrinsieke waarde van de participaties
is thans vele procenten boven de oor
spronkelijke DM 50,- uitgestegen, zodat
van een prima resultaat kan worden ge
sproken. Op het moment van schrijven
is nog niets bekend omtrent de hoogte
van een uit te keren dividend over het
boekjaar oktober 1979 - september
1980. Een dividend in de orde van
grootte van DM 5,- lijkt thans evenwel
mogelijk. Het dividend is vrij van fiscale
voorheffing.
Degenen, die de koers van de participa
ties regelmatig willen volgen kunnen
deze vinden in enige dagbladen, te we
ten De Telegraaf, de Volkskrant, Het Fi-
nancieele Dagblad en de International
Herald Tribune.
Vriezenveen, de Rusluie en nog wat
Wanneer men vanuit Zweeloo in Drente
een flink aantal kilometers vrijwel recht
naar het zuiden aflegt, komt men in het
fraaie Twente en hoogstwaarschijnlijk
ook nog in Vriezenveen, dat iets ten
noorden van Almelo gelegen is.
Handelsvereniging
Bij wijze van intermezzo wordt nu eens
niet de volle nadruk gelegd op de ge
schiedenis van de Bank aldaar, waar Te-
rugblikker niet veel over te weten kon
komen, maar wel op de niet zo heel erg
bescheiden geschiedenis van Vriezen
veen zélf. Over 'Onze Bank' die ge
bouwd is op de hoek van de Petersburg
straat kon directeur Zomer niet veel ge
gevens produceren.
De archivalia berusten niet bij hem
maar vermoedelijk bij de 'Landbouwver-
eniging'.
Het blijkt dat in februari 1907 een
Coöperatieve Landbouw-Handelsveree-
niging werd opgericht. Besprekingen
met de directie van de toenmalige
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank
te Utrecht resulteerden in 1961 in toe
treding van de coöperatie, maar ook
werden vanaf tóen de administraties
van de Landbouwvereniging en haar
Bankafdeling gesplitst; onder een één
hoofdige leiding weliswaar.
In november 1969 werd de Coöp. Raif-
feisenbank 'Vriezenveen' w.a. opgericht.
Toen de 'gezamenlijke' directeur stierf,
benoemde iedere instelling een eigen
directeur, waardoor de presentatie naar
buiten wel duidelijker werd.
Het archief, voorzover dat ook voor de
bank van belang kan zijn, is daar niet te
recht gekomen. Waar dan wél, is een
vraag die misschien met enig speurwerk
te beantwoorden zal zijn.
Het gemis van raakpunten met de bank-
geschiedenis behoeft niet erg bezwaar
lijk te zijn want, goed beschouwd, be
gint de Rabohistorie niet in het laatst
van de vorige eeuw. Die Rabohistorie is
een van de sluitstukken van de platte
landsgeschiedenis die gemaakt werd
door vele voorgeslachten, door de tallo
ze ploeteraars, door hen die het hoogst
onveilige platteland bewoonden en be
werkten, herhaaldelijk bedreigd door
natuurrampen en plunderende troepen;
die steeds maar weer opnieuw moesten
beginnen omdat er anders geen brood
op de plank kwam.
Zij baanden de weg voor alles waarover
wij nu kunnen beschikken.
Rusluie
Vriezenveen is onder de zeer vele een
van de plaatsen waar het veen spade
voor spade moest worden afgestoken;
niet alleen om daardoor brandstof te
verkrijgen maar ook om kletsnatte som-
pige moerassen te veranderen in cul
tuurgronden zoals die zich nu aan ons
presenteren. Maar dat is niet alles...
Het reisboek 'Uit in eigen land' zegt:
'Uit Vriezenveen reisden twee eeuwen
lang, tot aan de revolutie in 1917, 'Rus
luie' per huifkar naar de Oostzeestaten.
Zij stichtten winkeltjes o.a. in de hoofd
straat van (toen nog geheten) St. Pe
tersburg waar hun linnen, zaden, pijpta
bak en chocola tot in tsaristische hof
kringen aftrek vonden.
De Oudheidskamer in de kelder van
Vriezenveens raadhuis wijdt daar een
afdeling aan.'
Veel meer hoogst interessante gege
vens mochten worden geput uit artike
len van de heer Hosmar, die verschenen
zijn in de tijdschriften 'Nederlandse His
toriën' en 'De Hoeksteen' en in Jaarboe
ken Twente. (Dank aan de uitgever van
beide tijdschriften
Er is hoegenaamd niets bekend - ten
minste uit dokumenten - over bewo
ning van Vriezenveen en omstreken
vóór het begin van de veertiende eeuw.
Maar op goede gronden mag men ver
onderstellen dat hier, evenals elders,
reeds vóór het begin van onze jaartel
ling volksstammen hun weg zochten of
een woonplaats stichtten op enigszins
droge plaatsen in de bijna ontoeganke
lijke moerassen.
Grondwerkers met hun eenvoudige
graafwerktuigen brachten bewijzen
daarvan aan de oppervlakte. Men vond
vuurstenen gereedschappen, bewijzen