utiliteitsbouw worden opgevat het reeds toegenomen aantal faillissementen en een toene mende werkloosheid in het bouwbedrijf. Financieringsproblemen Vanwege de inkrimpende woningbouw markt neemt de concurrentie toe, met als gevolg verkrappende winstmarges. Daarnaast valt er binnen de genoemde deelmarkt ook reeds een verschuiving naar minder rendabele sectoren, zoals de woningwetbouw, waar te nemen wat de winstmarges extra onder druk zet. Dit verplicht de bedrijven tot een voortgaande kostenbeheersing die niet zozeer door schaalvergroting dan wel via standaardisatie tot stand zal moeten worden gebracht. In meerdere gevallen zal blijken dat, als gevolg van de hoge rentelasten en het, gezien de marktsituatie, aannemen of verkopen van werken op of onder de kostprijs, er een verliessituatie ontstaat, waardoor het eigen vermogen negatief wordt beïnvloed. De consequenties voor de uit de jaarrekening blijkende rentabi liteit zullen zich, als gevolg van het reeds gememoreerde na-ijleffect, pas later manifesteren. Door de slechte verkoopmogelijkheden van voor eigen risico gebouwde projec ten is de liquiditeitspositie van veel wo ningbouwbedrijven aanmerkelijk ver slechterd. Daarnaast geldt voor alle bouwbedrijven dat er in een periode met een hoge geldmarktrente liquidi teitsspanningen kunnen ontstaan om dat de crediteuren snellere betaling ei sen, terwijl de debiteuren juist trager gaan betalen. Ook het treffen van gun stige termijnbetalingsregelingen zal in de huidige marktsituatie moeilijker zijn. En voor de liquiditeit bijzonder gevaarlijk aspect is het bij de inkrimpende order portefeuille opeisbaar worden van fisca le claims op - via onderhanden werk - naar de toekomst verschoven resulta ten. Uit het bovenstaande kan worden afge leid dat een toegenomen financierings behoefte bij de burgerlijke en utiliteits bouw aannemelijk is en dat daarvoor in toenemende mate een beroep op de banken zal moeten worden gedaan. De post onderhanden werk is en wordt daarbij een steeds belangrijker zeker heid, omdat de financieringsruimte bij de overige activa al is volgelopen of dit binnenkort zal doen. Deze ontwikkeling leidt er naar onze mening toe dat pro jectfinanciering steeds belangrijker wordt. Projectfinancieringen brengen echter een verhoogd bancair risico met zich mee omdat bij eventuele uitwin ning het lopende project veelal op kos ten van de bank moet worden voltooid, wil het verkoopbaar zijn. In de huidige situatie is van een extra risico sprake omdat voltooide en voor de markt ge bouwde projecten met name in de wo- ningbouwsfeer afzetproblemen kunnen ontmoeten. Andere belangrijke ontwik kelingen die momenteel in de bouw val len te signaleren zijn: - problemen met de coördinatiewet geving, waarbij mogelijk gesleuteld wordt aan de aansprakelijkheid van hoofdaannemer voor. onderaanne mers, waardoor de risico's voor de hoofdaannemers kunnen toenemen: - het onoverzichtelijker worden van procedures met betrekking tot de bouwvergunningverlening waardoor bepaalde risico's moeilijker kunnen worden ingeschat; - de toenemende complexiteit van de marktsituatie die een steeds zwaarder wordende eis stelt aan de manage mentcapaciteiten van de aannemers. Onze organisatie is, voortvloeiend uit onze sterke positie in het midden- en kleinbedrijf, ook in de burgerlijke en uti liteitsbouw sterk vertegenwoordigd. Hierdoor zullen wij met risicovolle finan cieringen worden geconfronteerd. De maatschappelijke positie van de bank brengt een specifieke verantwoordelijk heid met zich mee. Dit trekt een zware wissel op het kredietverleningsappa raat. Zo wordt er in bepaalde gevallen Niet alleen voor de woningbouw (links) maar ook voor de (bedrijfsgebouwen e.d., foto rechts) zijn de vooruitzichten somber. bij de kredietbeoordeling een multi-dis- ciplinaire benadering toegepast. Daar naast moet het te offreren financierings pakket adequaat inspelen op de gewij zigde omstandigheden. Hierbij valt te denken aan het aanbieden van bouw- kredieten, projectontwikkelingsbegelei ding bij posten met een verhoogde risi cograad en een mogelijkheid, waarbij ri sicoparticipatie bij de bestaande relaties niet uitgesloten moet worden geacht. Ook is een frequent contact met over koepelende bouwnij verheidsorganisa ties zinvol ten einde elkaar wederzijds te informeren over eventuele wenselijkhe den en mogelijkheden. Met dit alles denken we de bouwbedrij ven ook in de huidige, voor meerdere ondernemingen moeilijke, marktsituatie een zo goed mogelijke begeleiding te kunnen blijven bieden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 19