bijdrage land- en tuinbouw kan ook in toekomst groot blijven op sociaal-economisch gebied Het is al een aantal jaren gebruikelijk dat het Landbouw Economisch Insti tuut in de zomer komt met een over zicht van de jongste ontwikkelingen en financiële uitkomsten van de land- en tuinbouw. Dat overzicht heet Landbouw Econo misch Bericht of kortweg LEB. Door het moment waarop de gegevens beschikbaar komen kan dit document een rol spelen bij de voorbereiding van het beleid voor land- en tuinbouw in het komende jaar. De hoofdlijnen van dat beleid worden immers op de derde dinsdag van september door de rege ring bekendgemaakt. Wederom grote inspanning Ook dit jaar geeft het LEB weer indringende informatie over de bijdrage van de agrarische sector aan onze na tionale welvaart. De waarde voor de uitvoer van agrari sche produkten die, vaak na enige bewerking, hun oor sprong hebben op de land- en tuinbouwbedrijven, steeg met 10% tot 22 miljard gulden. Voor deze pro- duktie is ook invoer nodig, zoals veevoer en kunstmest. Ir. J. H. Egberink Daarnaast is er ook invoer van agrarische produkten. Het LEI berekent dat per saldo de agrarische uitvoer de agrarische invoer aanzienlijk overtreft. In 1979 beliep dit 7,2 miljard gulden. Dit is de positieve bijdrage van de agrarische sector aan de Nederlandse handelsba lans. De agrarische sector compenseert daarmee voor ongeveer de helft het tekort van andere sectoren op de handelsbalans. De agrarische sector vormt aldus, sa men met ons aardgas, een belangrijke stabilisator voor het Nederlandse koopvaardijschip in het zware weer van de internationale economie. Geven en nemen Bij het aangeven van de inspanning van land- en tuin bouw op het terrein van de uitvoer mag niet voorbij ge gaan worden aan de binnenlandse voorziening. Het gaat daarbij ten slotte om het dagelijks menu van ruim 14 miljoen mensen. Toch is het niet zo dat er op onze binnenlandse voedingsmiddelenmarkt in het geheel geen ruimte is voor andere landen. Die indruk bestaat wel eens bij andere Europese landen. Wij worden dan wel afgeschilderd als agressieve exporteurs die niets ontziend anderen van de markt verdringen. De laatste jaren is eerder het tegendeel het geval. Zowel bij groenten en fruit, bij zuivelprodukten als vleesproduk- ten is er de laatste jaren een forse stijging van de in voer. De invoer van groenten lag in 1979 40% hoger dan in jaren daarvoor, bij zuivelprodukten is er al sinds 1970 een jaarlijkse stijging van de invoer van 20 tot 30%. Uit deze cijfers blijkt weer eens dat het deel uitmaken van een internationaal verband geen eenrichtingsver keer is. Het blijft geven en nemen. Ook voor de werkgelegenheid in Nederland is de agra-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 33