ri*.
- I
ld III
Werkterrein van de wet
De WTS is evenals de WOS van toepas
sing op alle schadeverzekeraars met
hoofdzetel in Nederland alsook op ver
zekeraars met hoofdzetel buiten Neder
land doch die in Nederland het schade
verzekeringsbedrijf uitoefenen. Uitzon
deringen zijn mogelijk voorzover uit de
wet blijkt.
Dat zijn dan met name de Sociale Ver
zekeringsbank, ziekenfondsen, bedrijfs
verenigingen en het Algemeen Burger
lijk Pensioenfonds. Daarnaast kan bij al
gemene maatregel van bestuur de wet
geheel of ten dele buiten toepassing
worden verklaard voor een categorie
van verzekeraars.
Blijkens de Memorie van Toelichting ligt
het in het voornemen van de minister
van Financiën om de professionele her
verzekeraar ook in het vervolg van het
wettelijk toezicht uit te zonderen, zij het
dat deze wel verplicht zal zijn aan de
Verzekeringskamer die inlichtingen en
gegevens te verstrekken welke deze
voor een verantwoorde vervulling van
haar toezichthoudende taak nodig heeft.
Met name wordt hierbij gedacht aan het
inzenden van een balans en een winst
en verliesrekening voor een oordeelvor
ming over de soliditeit van de herverze
keraar. Zulks kan er in elk geval toe lei
den dat het onderscheid in toezicht nau
welijks nog aanwezig is, doch meerge
noemde EEG-richtlijn heeft nu eenmaal
slechts betrekking op het directe scha
deverzekeringsbedrijf. De Nederlandse
wetgever kon er ook om die reden niet
geheel aan voorbij een onderscheid te
maken. Oefent een verzekeraar naast
het directe bedrijf ook het herverzeke
ringsbedrijf uit dan valt echter het gehe
le bedrijf onder het toezicht. Verder is de
richtlijn niet van toepassing op onderlin
ge waarborgmaatschappijen met een
premie-inkomen van niet meer dan 1
miljoen Europese rekeneenheden (thans
f 3 620 000,-) mits deze op grond van
hun statuten naheffingen kunnen opleg
gen dan wel de schadevergoedings
plicht kunnen opleggen dan wel de
schadevergoedingsplicht kunnen beper
ken naargelang de beschikbare midde
len. Wel mogen deze onderlingen geen
wettelijke aansprakelijkheidsrisico's,
tenzij als bijkomend risico, noch krediet-
of borgtochtrisico's verzekeren. De be
perkte omvang waarop deze onderlin
gen het schadeverzekeringsbedrijf uit
oefenen moet de waarborgen bieden,
dat zij aan hun verplichtingen zullen
kunnen voldoen.
Overigens zal wel een lichter toezicht op
deze onderlingen van toepassing wor
den verklaard waarbij onder meer solva-
biliteitseisen een rol zullen spelen.
Toelating tot het schadeverzeke
ringsbedrijf
Conform artikel 7 van de WTS is voor de
uitoefening van het schadeverzeke
ringsbedrijf een vergunning van de Ver
zekeringskamer vereist, dit in tegenstel
ling tot de verklaring van geen bezwaar
onder de WOS.
Het grote nadeel van deze verklaring
van geen bezwaar was dat de eenmaal
afgegeven verklaring niet kon worden
ingetrokken omdat een verzekeraar, die
om welke reden dan ook, de bedrijfs
uitoefening had gestaakt, op ieder ge
wenst moment het schadeverzekerings
bedrijf opnieuw kon gaan uitoefenen
krachtens de eertijds afgegeven verkla
ring. Bij een vergunningenstelsel is zulks
niet mogelijk aangezien een vergunning
kan worden ingetrokken.
De te verlenen vergunning zal tevens
aangeven voor welke branche(s) of
Brand, een veel voorkomende schadepost.
groep(en) van branches hij geldt dan
wel of hij alle branches omvat. Hij wordt
alleen verleend indien de verzekeraar
voldoet aan de bij en krachtens de wet
gestelde eisen.
De minister van Financiën bepaalt ver
der nog welke risico's, behorende tot
een andere branche dan waarvoor de
vergunning is verleend, als bijkomende
risico's mogen worden meeverzekerd en
onder welke voorwaarden.
Uitgebreider toezicht
De WOS was gefundeerd op een sys
teem van normatieve voorschriften met
de toevoeging van publikatie van finan
ciële gegevens en enkele materiële ele
menten zoals het adviesrecht en de
noodregeling. Mits aan de wettelijke
normen wordt voldaan is een verzeke
raar onder een dergelijk toezicht nage
noeg vrij zijn bedrijfsbeleid naar eigen
inzicht te bepalen.
In de WTS is weliswaar het normatieve
systeem gehandhaafd doch daaraan zijn
nog een aantal materiële elementen
toegevoegd, hetgeen het bedrijfsbeleid
van verzekeraars sterk kan beïnvloeden.
De bevoegdheden van de Verzekerings
kamer als toezichthoudende instantie
zijn dan ook danig uitgebreid.
Het intrekken van een verleende ver
gunning is al vermeld. De Verzekerings
kamer krijgt echter tevens de bevoegd
heid de vrije beschikking door de verze
keraar over zijn activa te beperken of te
verbieden.
Daarnaast zal de Verzekeringskamer om
bepaalde redenen ook de werkzaamhe
den van de verzekeraar voor bepaalde
termijn kunnen schorsen. Ook belangrijk
is de preventieve toetsing van deelne
mingen in kredietinstellingen ten einde
een verstrengeling van krediet- en ver
zekeringsinstellingen te voorkomen.
Hieraan ligt met name de overweging
ten grondslag dat de invloed van ban
ken en verzekeraars afzonderlijk in het
economisch leven reeds zo groot is dat
een verstrengeling van deze twee secto
ren als een onaanvaardbare concentra
tie van macht moet worden aange
merkt. In concreto zal de verwerving
door een verzekeraar van meer dan 5
zeggenschapsbelang in een kredietin
stelling vooraf worden getoetst.
Voor de deelneming van een kredietin
stelling van meer dan 5 zeggenschap
in een schadeverzekeringsonderneming
vindt geen preventieve toetsing plaats
doch is een verklaring van geen be
zwaar van de minister van Financiën
vereist.
Verder zullen ook deelnemingen waarbij
houdstermaatschappijen rechtstreeks of
middellijk zijn betrokken onderworpen
zijn aan preventieve materiële toetsing.
Garantie en solvabiliteit
Belangrijk zijn bepalingen omtrent de
solvabiliteit, het garantiefonds en de
technische reserves. Naast de techni
sche reserves, in de WTS genoemd
technische voorzieningen, zal de scha
deverzekeraar dienen te beschikken
over een solvabiliteitsmarge en een ga
rantiefonds.
De solvabiliteitsmarge is de vervangen
de benaming voor de 'extra-waarbor-
UH'+l m*