nieuw toezicht op het schadeverzekeringsbedrijf 32 Schadeverzekeraars krijgen met de w Al meer dan vijftig jaar houdt de overheid zich bezig met toezicht op het verzekeringsbedrijf hetgeen geschiedt door de Verzekeringskamer. Dit mag op zich verwonderlijk heten, doch als men weet dat dit toezicht is aan gevangen op grond van de Wet op het Levensverzekeringsbedrijf van 1922 dan is de reden daartoe snel verklaard, gezien de wel bijzondere mate van vertrouwen welke van een verzekerde ingeval van een levensverzekering wordt gevergd. De verzekerde moet er immers maar op vertrouwen dat zijn verzekeraar nog voldoende solvabel is wanneer het (levens-)belang van hem en/of zijn begunstigden werkelijkheid wordt. Het toezicht op het schadeverzekerings bedrijf daarentegen is duidelijk van jon gere datum en dateert van 1964, te we ten de Wet op het Schadeverzekerings bedrijf. Alhoewel de geschiedenis hier over weinig vertelt mogen we niet zon der meer aannemen dat de schadever zekering niet belangrijk werd geacht, maar de levensverzekering was (en is?) nu eenmaal van een hoger sociaal be lang. Anderzijds is het blijkbaar toch erg moeilijk om op dit terrein tot (nieuwe) wetgeving te komen gezien de lange weg die het ontwerp van de op handen zijnde Wet Toezicht Schadeverzeke ringsbedrijf heeft moeten afleggen en tot welk ontwerp ik mij in dit artikel wil beperken. EEG-richtlijn Het ligt namelijk in de bedoeling om de Wet op het Schadeverzekeringsbedrijf (WOS) te doen vervangen door de Wet Toezicht Schadeverzekeringsbedrijf (WTS). De grond tot deze wijziging moet niet gezocht worden in het niet goed werken van de WOS. Integendeel zelfs, want er zijn onder de WOS geen déconfitures voorgekomen en de finan ciële eisen die aan de bedrijfsuitoefe ning werden gesteld hebben sanerend gewerkt. De directe aanleiding tot wijzi ging was daarentegen een richtlijn van de Raad van Ministers van de EEG. Als het zover is, de verwachting is per 1 ja nuari 1981, dan zal eindelijk deze zoge naamde eerste richtlijn van genoemde Raad tot coördinatie van de wettelijke meest uiteenlopende schadegevallen te maken. Deze zomer waren er bijvoorbeeld heel wat overstromingen, die schade aanrichtten. en bestuursrechtelijke bepalingen be treffende de toegang tot en de uitoefe ning van het directe schadeverzeke ringsbedrijf, in onze wetgeving zijn op genomen. Een verplichting die voort vloeit uit artikel 189 van het Verdrag van Rome. Bedoelde richtlijn is van 24 juli 1973 terwijl de bepalingen per 1 februari 1976 van kracht hadden die nen te worden, zodat het hoog tijd wordt deze kwestie af te wikkelen. Mr. H. G. J. van Woezik hoofd Onderlinge R isicoverzekeringen Ook de Verzekeringskamer heeft zich al die tijd met een aantal noodoplossingen tussen beide wetgevingen moeten be wegen. Thans staat het echter dan toch te gebeuren, wat voor ons een goede aanleiding is om op een aantal zaken van de WTS in te gaan in vergelijking met de bepalingen in de huidige WOS.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 30