uit onze historie
Kort bezoek aan Zuid-Drente, Overijssel en Gelderland
Dat is niet helemaal toevallig. Reeds vóór en in 1976 zond 'Zweeloo' aan
Terugblikker enkele historische gegevens en nóg eerder beloofde deze aan
de heer Zilvold van de Coöperatieve Raiffeisenbank Hengelo Gld. om 'eens
langs te komen'. Ergens daar tussen in, in Overijssel, ligt Vriezenveen; een
plaats waarvan de naam associaties oproept met Friesland, waarover vo
rige artikelen handelden, maar ook een plaats die om een andere reden
straks enige aandacht verdient.
Om de Brink
Eerst naar Zweeloo. Uw Terugblikker
zou wel aan veel meer aspecten van
onze zo veelzijdige provincie Drente
aandacht willen geven, doch voorlopig
kan dit alleen maar Zweeloo zijn, he
laas!
Zweeloo is een van die Drentse dorpen
die buiten het vakantieseizoen een oase
van rust zijn en waar het verleden
voor hen die willen luisteren en kijken
nog duidelijk spreekt. Maar die ook
steeds meer plaatsruimte moeten af
staan aan wijken met huizen op een rij
tje.
Tot de gemeente Zweeloo behoren
thans de dorpen Zweeloo/Aalden, Ben-
neveld, Meppen, Wezup en Wezuper-
brug.
Door de vrij afgesloten ligging is het his
torisch karakter tot heden toe nog rede
lijk bewaard, zoals te zien is in Oud-Aal
den, waar om de Brink (iets specifieks
Drents) met hoge eiken, de boerderijen
staan gegroepeerd, onregelmatig en
zonder een vooraf opgemaakt plan.
Hoogopgaand houtgewas rond de oude
dorpskernen onttrekt ze in de zomer
soms aan het gezicht. Om die dorpen
liggen de zeer oude essen, die getuigen
van eeuwenlang gezwoeg om met stal
mest de schrale grond te verbeteren. Er
zijn ook wel betere gronden, de zoge
naamde 'madelanden' die wat lager lig
gen.
Zweeloo ligt op het hoge Drentse pla
teau dat vroeger omringd was door on
bewoonbare, ontoegankelijke moeras
sige veengronden. Tóen bestonden
slechts drie toegangswegen, waarvan
de kwaliteit wel niet zo heel best ge
weest zal zijn, namelijk bij Meppel, Coe-
vorden en Groningen.
Over het ontstaan van de dorpen van
Zweeloo zegt de 'Gemeentegids':
'Als specifieke boerendorpen maakten
zij geen historische hoogtepunten door.
Oudtijds was het de vesting Coevorden
die de toegangspoort van Duitsland
naar het noorden van ons land volko
men beheerste... De dorpen van Zwee
loo zullen in de loop der eeuwen onge
twijfeld vaak verwoest zijn in het strijd
gewoel, zonder dat overigens van een
regelmatige belegering gesproken kan
worden...'
De prinses van Zweelo
Er werden sporen van bewoning gevon
den uit prehistorische tijden vanaf 7000
v. Chr. tot in het Bronzen Tijdperk.
Bij de kerk werd een grafveld gevonden
uit de jaren van de Grote Volksverhui
zing. Een aantal 'rijke' sieraden zijn be
kend geworden als de 'Grafgiften van de
Prinses van Zweeloo'. Verondersteld
wordt dat zij behoorde tot een welva
rende familie. De sieraden getuigen er
van dat in die tijd al internationale con
tacten bestonden; zij zijn afkomstig uit
het Elbe- en Wesergebied, uit Frankrijk
en van een Romeinse bronssmid.
Omstreeks 750 kwamen de Drenten in
aanraking met het christendom. De
Utrechtse bisschop gaf aan dit gebied,
dat al uitnemend was georganiseerd in
'Dingspellen' (Germaanse rechtsdistric-
ten) vooreerst niet veel zelfstandigheid.
Zéér tot ongenoegen van de Drentse
boeren die baas wilden blijven op hun
eigen bedrijven. De spanningen ont
laadden zich in de Slag bij Ane (1227)
waarin de bisschop sneuvelde en zijn le
ger totaal vernietigd werd. Een volgende
bisschop koos eieren voor zijn geld en
schonk in 1412 het eerste Landrecht,
waardoor de Drenten vrij waren in het
regelen van hun gemeenschappelijke
belangen.
In 1598 beval stadhouder Willem Lode-
wijk van Nassau dat Pastoors en
Schoolmeesters ogenblikkelijk met hun
werk moesten ophouden en binnen drie
weken moesten verdwijnen. De pap
werd niet zo heet gegeten als ze opge
diend werd. Zweeloo was niet bereid
om zó maar gedwongen de reformatie
te aanvaarden.
Bisschoppen waren niet altijd vredelie
vende geestelijken. Van wereldlijke
macht, gepaard met geweld, waren zij
niet afkerig. Een van de 'bekendste'!
onder hen was Bommen Berend ofte
wel bisschop Berend van Galen, de bis
schop van Munster die in 1672 (u weet
het nog wel 'het rampjaar') te zamen
met Frankrijk, Engeland en Keulen ons
land onder de voet trachtte te lopen. Hij
hield met zijn troepen in dat jaar op een
verschrikkelijke manier huis.
Achterstand ingehaald
Tot aan het eind van de negentiende
eeuw was Zweeloo een traditioneel in
zichzelf gekeerd dorp, afkerig van ver
nieuwingen en inmenging door vreem
den, maar in het begin van onze eeuw
raakte ook deze plaats in een zeer snelle
ontwikkeling waarbij de invloed 'van
buiten' niet meer tegen te houden was.
Het toenemend gebruik van kunstmest
stoffen maakte de schapenteelt (die
voorheen mest moest opleveren) vrijwel
overbodig. Mét het verdwijnen van de
Drentse heide verdween ook goeddeels
het bijenhouden. (In 1870 produceerden
die nijvere beestjes voor hun Zweeloose
eigenaren nog 9000 kg prima heideho
ning).
Landbouwonderwijs, landbouwvoorlich
ting en wintercursussen deden de ogen
opengaan voor agrarische ontwikkelin
gen. De Drenten waren daar toch niet
ongevoelig voor maar ze moesten wél
eerst ervan overtuigd worden dat die
ontwikkelingen geheel tot hun voordeel
waren. Toen dat het geval was, werd de
achterstand vliegensvlug ingehaald. In
de jaren 1881 tot en met 1926 werden
in Zweeloo opgericht: een dorpsland-
bouwvereniging, een zuivelfabriek, een
veefonds, een paardenfonds, een afde
ling van het Drents Landbouwgenoot-
schap, een dorsvereniging, een afdeling
van de Chr. Boeren- en Tuindersbond,
een bond van oud-leerlingen van Land
bouwonderwijs, een controlevereniging
en een jongveekeuring. Sommige 'on
derling' en sommige 'coöperatief'.
In dit zo actief wordende Zweeloo werd
in 1906 de 'Coöperatieve Boerenleen
bank voor de Gemeente Zweeloo te
Zweeloo' opgericht.
'Op heden, 8 Februari des jaars 1906
verschenen voor mij, Cornelis Marinus
Hammes, notaris in het arrondissement
Assen, ter standplaats Oosterhesselen,
de heeren:
Willem Nijhoving, landbouwer, te Mep
pen; Roelof Mensingh, logementhouder
en lid van provinciale Staten van Dren
the, te Zweeloo; Willem Banting, land
bouwer, te Zweeloo; Hendrik Hadders
Janszoon, landbouwer, te Benneveld;
Berend Hegen, landbouwer, te Wezup;
Geert Kamps, timmerman, te Aalden;
Jan Hendrik Herman Römelingh, burge
meester, te Zweeloo; Hendrikus Nijho
ving, landbouwer, te Meppen; Hendrik
Oldenhuizing, landbouwer, aldaar; Hen
drikus Lubbertus Lubbers, landbouwer,
te Zweeloo; Jan van Wieren, landbou
wer, aldaar; Johannes Christoffel Schel-
tens, landbouwer, te Benneveld; Johan
nes Trinus Lubbers, landbouwer, aldaar;
Albert Wessels, landbouwer, te Wezup
en Jan Koops, landbouwer, te Aal den;
welke comparanten verklaarden bij deze