moeilijkheden welke de ontwikkelings landen zullen ondervinden bij de finan ciering van hun betalingsbalanstekor ten. Deze tekorten zijn voor een belang rijk deel het gevolg van de sterk geste gen olierekening, maar worden daar naast veroorzaakt door omvangrijke rente- en aflossingsverplichtingen op de bestaande gezamenlijke schuld van 390 miljard. In hun pogingen een gedeelte van het tekort te dekken door middel van kre dieten bij de internationale banken zul len de ontwikkelingslanden in toene mende mate de concurrentie ondervin den van een aantal industrielanden, die ook aankloppen bij het internationale bankwezen, en welke uit risico-overwe gingen de voorkeur genieten. De BIB voorziet dat de ontwikkelings landen het vooral volgend jaar erg moeilijk zullen krijgen, enerzijds omdat dan naar verwachting hun inkomsten uit de goederenexport teruglopen en an derzijds omdat de ruimte op de interna tionale kapitaalmarkt wat minder over vloedig zal zijn dan dit jaar. In dit verband bepleit de BIB een grote- Dit hoogovenachtige gebouw herbergt de Bank voor Internationale Betalingen in Bazel. re rol voor het IMF en doet zij de sug gestie de hulp aan ontwikkelingslanden te verhogen met door de industrielan den bij de OPEC-landen aan te gane schulden. Toezicht op de eurovalutamarkt De zeer expansieve ontwikkeling van de eurokredietmarkt, van 275 miljard (ul timo 1974) tot $1110 miljard (ultimo 1979) en de toenemende risico's bij een verdere uitbreiding, hebben het afgelo pen jaar tot speciaal overleg binnen de BIB geleid. Dit om de eventuele gevol gen ervan na te gaan en om te zien hoe eventueel meer toezicht zou kunnen worden toegepast. Uit verklaringen die hierover worden gedaan, bleek dat de eurovalutamarkt als een zeer effectieve markt wordt beschouwd en niet meer weg te denken valt uit de mechaniek van de wereldeconomie. Wel werd ge constateerd dat er in bepaalde mate sprake was van overmoed bij de kre dietverlening in sommige delen van het internationale bankwezen en vooral in de minder onder toezicht staande finan ciële centra. Ten einde de hierbij ontsta ne gevaren zoveel mogelijk uit te slui ten, zal er door de centrale banken van de groep van Tien' en Zwitserland ge werkt worden aan een meer verfijnde rapportage door de particuliere banken van hun activiteiten in het buitenland en van de risicograad, alsmede looptijd structuur van de buitenlandse activa en passiva. Voorts zullen de centrale banken onder ling meer coördinatie op dit gebied gaan uitvoeren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 15