emene vergadering 1980 algemene ve Gulden, rente, evenwichtsverstoring Van grote invloed op de ontwikkelingen bij én de resultaten van onze organisatie is uiteraard de rentestand. De forse ren testijging, die wij eind vorig jaar en be gin dit jaar hebben meegemaakt, was geen typisch Nederlands verschijnsel. Europese landbouwpolitiek in gijzeling... betoog wil ik niet nalaten nog enkele lichtpunten in de recente ontwikkelin gen bij onze bank aan te duiden. Het beroep van de centrale bank, onder steund door concrete maatregelen, om de interne richtlijnen ter zake van liqui diteit en kredietbeperking te volgen, is niet onopgemerkt gebleven. Waar hier de grenzen tegen het einde van 1979 in zicht waren, tekent zich inmiddels een herstel af. Hoewel wij er ons van bewust zijn dat de matige kredietvraag daaraan heeft bijgedragen, bespeuren wij hierin toch ook het bewijs dat solidariteit en saam horigheid nog wel degelijk in onze orga nisatie levende begrippen zijn. Wij zijn echter bepaald nog niet op het punt aangekomen om versoepeling van de interne regelingen te kunnen over wegen. Ook in vele andere landen is de rente tot voor kort hoog opgelopen, voornamelijk als gevolg van de versnelde prijsstijging en de op bestrijding daarvan gerichte geldpolitiek, met name in de Verenigde Staten en Duitsland. Het spreekt bijna vanzelf, dat een rentestijging in Amerika en Duitsland ook in een kleine open economie als Nederland de rente om hoog trekt. De Nederlandsche Bank voert daarbij een bewust beleid om de koers van de gulden in de pas te laten lopen met de Duitse mark. Daarbij pro beert De Nederlandsche Bankte vermij den, dat door het achterblijven van de binnenlandse rente, kapitaal zou weg stromen naar het buitenland. De koers van de gulden zou dan zakken en de invoerprijzen zouden stijgen. Ook langs andere weg probeert De Ne derlandsche Bank de inflatie te bestrij den met haar monetaire politiek, het geen dan tot uiting komt in de rente stand. Ik doel hier in het bijzonder op de kredietbeperking, die in 1977 is inge voerd en sindsdien ieder jaar weer is voortgezet. Aanvankelijk was deze voor al gericht tegen de sterke uitbreiding van het hypothecaire krediet en de daarmee samenhangende scherpe prijs stijging in de markt voor onroerend goed. Thans is de reden tot verlenging van de kredietbeperking vooral komen te liggen bij de bestrijding van de toene mende geldontwaarding en het aanhou dende tekort op de betalingsbalans. Dit zijn allebei kenmerken van een even wichtsverstoring in onze economie, ver oorzaakt door een overmatige stijging van arbeidskosten en overheidsuitgaven ten laste van bedrijfswinsten en investe ringen. Er is in ons land sprake van een onvol doende bereidheid om de tering naar de nering te zetten; aan offers kan echter niet worden ontkomen. De voortgaande stijging van arbeidskosten en collectie ve lasten moet worden beteugeld door matiging van particuliere inkomens en van overheidsuitgaven. Dit jaar zijn door regering en volksverte genwoordiging eindelijk maatregelen hiertoe genomen; naar mijn mening echter te laat en nog te weinig. Herstel van het financiële en economi sche evenwicht is dringend nodig. Al leen met de geldpolitiek komt men er niet. Zonder hulp van de inkomenspoli tiek en de begrotingspolitiek kan het monetaire beleid met zijn kredietbeper king de inflatie slechts bestrijden ten koste van een hoge rente, met alle schadelijke gevolgen van dien voor de woningbouw en de bedrijfsinvesterin gen. Tegen de hier geschetste achtergrond zie ik voor de zeer nabije toekomst wel enige ruimte voor een lichte renteda ling, maar verder zou ik niet willen gaan. Niet alleen op de rentestand maar ook op de ontwikkeling van andere econo mische factoren in ons land zijn interna tionale invloeden van beslissende bete kenis. In het bijzonder zou ik willen wijzen op het EEG-overleg terzake van de land bouwprijzen. Het is dit jaar - bij mijn weten - de eerste keer geweest dat het al of niet doorgaan van een nieuwe prij- zenronde voor landbouwprodukten niet is beslist door de Raad van Ministers van Landbouw. Het waren uiteindelijk de Ministers van Buitenlandse Zaken, die het Britse budgetprobleem voorlopig moesten oplossen, alvorens de land bouwprijzen in werking konden treden. Een duidelijker demonstratie van de gij zelingspositie, waarin de Europese land bouwpolitiek terecht is gekomen, is nauwelijks denkbaar. Hoe verheugd we ook mogen zijn dat hiermede een moeilijke horde genomen is, toch zijn ook hier geen wezenlijke op lossingen aangedragen. Men heeft zoals zo vaak de problemen voor zich uitgeschoven. Men zal er dan ook rekening mee moe ten houden dat na de Franse Presi dentsverkiezingen in 1981 de discussie over de kosten van het gemeenschap pelijk landbouwbeleid hernieuwd zal losbarsten. Ook de Nederlandse land bouw doet er goed aan zich hierop de gelijk voor te bereiden. Ook voor onze bankinstelling is het behoud van de ge meenschappelijke landbouwmarkt een wezenlijke zaak. Immers, vele leden en cliënten hebben zich in de afgelopen twintig jaren hier volledig op gericht. De Nederlandse landbouw (inclusief tuinbouw/voedingsmiddelenindustrie) heeft hierdoor een exportpositie opge bouwd, die vorig jaar een waarde van ruim 30 miljard gulden bedroeg. Nederland is hiermede de op één na grootste exporteur van landbouwpro dukten ter wereld, na de Verenigde Sta ten van Amerika. Gezien de vooraanstaande positie van onze organisatie als financier van de Nederlandse landbouw, tuinbouw en voedingsmiddelenindustrie, was het dan ook niet meer verantwoord om in de belangrijkste landen waarmee deze handel wordt gedreven, als Rabobank niet permanent aanwezig te zijn. Het doet me dan ook genoegen u te kunnen mededelen dat maandag jongstleden onze eerste eigen buitenlandse vesti ging in Frankfurt is geopend. We hopen dat nog deze maand ditzelfde zal gebeu ren in New York, waar collega Vlak voor verantwoordelijk zal zijn. Daarnaast zijn we nu via deelneming in de BEG-bank ook in Zürich vertegen woordigd, evenals dat reeds het geval was in Londen, via onze deelname daar in de LCB. Dames en heren, De zeventiger jaren zijn voor de coöpe ratieve banken in Nederland goede jaren geweest. Het is het decennium waarin een grote fusie glansrijk is voltooid en waarin onze banken een vooraanstaan de en onwrikbare plaats in het Neder landse bankwezen hebben veroverd. Aan het begin van het nieuwe decenni um zijn de algemene economische vooruitzichten somberder dan tien jaren geleden. Gelukkig mogen we constate ren dat we nu ook over een - in vrijwel alle opzichten - sterkere organisatie dan toen beschikken om deze problemen te lijf te gaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 25