Lardinfos algemene vergadering 1980 24 Getemperde verwachtingen zullen wij niet mogen verwaarlozen. Waar leden in de klem gaan komen hebben wij van geval tot geval na te gaan hoe verder kan en moet worden gehandeld. Het zal duidelijk zijn dat in de tegen woordige omstandigheden kredietverle ning aan bedrijven en particulieren met toenemende risico's gepaard gaat. Zouden wij ons tegen die risico's niet gewapend hebben en nog wapenen, dan zou een beperking van onze eigen kredietverleningsmogelijkheden alsme de beperkingen ten aanzien van verlen ging van bestaande leningen of kredie ten, in de verdere toekomst niet zijn uit te sluiten. Dan ook zouden wij naar mijn mening tekort kunnen gaan schieten in de toepassing van onze coöperatieve beginselen. Ter afsluiting van het hoofdstuk Resul taten 1979 zou ik willen zeggen: wij hebben met scherp concurrerende de bettarieven een zeer bevredigend resul taat mogen behalen! Het is reeds jaren een goed gebruik om bij gelegenheid van de behandeling van dit agendapunt een blik te werpen op de gang van zaken in het lopende jaar. Bij de kredietverlening manifesteren de factoren die een drukkende werking hebben op de groei, zich nog sterker dan in 1979. Op de huizenmarkt kan welhaast van een algehele stagnatie worden gesproken. Een mogelijk verde re lichte daling van de rentestand én de recente overheidsmaatregelen zullen naar mijn mening geen echte opleving teweegbrengen. De aarzeling van aspi rantkopers kan nog wel een tijd duren. Ook is de investeringsanimo in de be- drijvensector aarzelend, ook in de agra rische sector. Wij rekenen er dan ook op dat de totale groei van de uitgaande kredietverlening aan de private sector in het lopende jaar betekenend zal achterblijven bij de 18 procent van 1979 en zeer aanzienlijk bij de 24 procent van 1977 en 1978. Overi gens ben ik van mening dat de ver wachte groei van 1980 aan de uitzettin genkant— althans bij het huidige niveau van geldontwaarding - een normaler beeld vertoont dan de uitzonderlijk ster ke groei van de drie daaraan vooraf gaande jaren. Ook in de groei van de toevertrouwde middelen manifesteert zich de invloed van de minder gunstige economische ontwikkelingen. Ondanks de weer aan wakkerende geldontwaarding verwach ten wij dat de groei van de toevertrouw de middelen zal achterblijven bij de reeds matige groei van 1979. Er blijft sprake van ongunstige inkomensont wikkelingen in veel sectoren van het be drijfsleven en ook de particuliere inko mens ondervinden hier nu gevolgen van. Aanpassing van het uitgaven- en leefpa troon van veel gezinnen aan deze gewij zigde omstandigheden zal tijd vergen; velen zal dit niet lukken en handhaven van het oude leefpatroon zal dan ten koste gaan van in het verleden gevorm de reserves. De noodzaak tot sparenbe- vorderende overheidsmaatregelen wordt in deze omstandigheden des te klemmender. Ons pleidooi hiervoor wil ik vanaf deze plaats nog eens herhalen, in de hoop dat de aanhouder wint. Het zal duidelijk zijn dat wij in deze om standigheden met een verdere daling van de balansgroei moeten rekenen. Ten aanzien van de winstontwikkeling zijn - tot dusverre - de vooruitzichten voor 1980 niet ongunstig. Na een sterke verkrapping in het eerste kwartaal heeft de rentemarge zich inmiddels hersteld. Weliswaar zullen de provisie-inkomsten in de geschetste omstandigheden rela tief achterblijven, maar daar staat een duidelijke verdere beheersing van de kostenstijgingen tegenover. Per saldo verwachten wij over 1980 een winst groei die niet behoeft achter te blijven bij de groei van het balanstotaal. De ge realiseerde procentuele stijging van vo rig jaar zit er echter naar mijn mening beslist niet in. Te zamen met de te verwachten resulta ten voor groei en winst voor 1980 kun nen we constateren dat we bezig zijn de doelstellingen van het beleidsplan '78 tot en met '81 te realiseren. Aan het einde van dit gedeelte van mijn Om de hitte in de Jaarbeurshal de baas te blijven gingen ook achter de groene tafels op het podium, vooral in de middagvergadering, de colbertjasjes massaal uit. Toespraak van ir. P. J. Lardinois, voorzitter Hoofddirectie Centrale Rabobank

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 24