algemene vergadering 1980
Solidair, daarom sterk
Staan voor wat we zijn
Dames en heren. Vandaag staan wij
voor besluiten die een belangrijke aan
passing zullen inhouden van de struc
tuur van onze organisatie. Deze dag
wordt daarmee een markeringspunt in
onze ontwikkeling en kan het startpunt
worden voor een actief beleid ter ver
duidelijking van dat bijzondere karakter.
Daarbij gaat het om een gemeenschap
pelijke taak van aangesloten banken en
centrale bank.
sie zijn juist op deze aspecten gericht
die met name een rol kunnen spelen bij
het regelmatig bevestigen en levend
houden van de lidmaatschapsband.
Want, nog los van de aanbevelingen
van de structuurcommissie en de om
vang van de ledenaansprakelijkheid,
staat voor mij voorop dat onze leden
hun lidmaatschap bewust dienen te be
leven.
Pas als dat het geval is, kunnen wij met
recht blijven zeggen geworteld te zijn in
de Nederlandse samenleving en kunnen
wij onze eigen identiteit als coöperatie
ve bank, als 'andere' bank zonder terug
houding en van harte blijven uitdragen.
Onze coöperatie heeft primair een eco
nomische doelstelling. Maar dat sluit
niet uit dat wij een solidair beleid kun
nen voeren ten opzichte van leden die
met levensvatbare bedrijven in moeilijk
heden zijn gekomen of met aanpas
singsproblemen kampen, zoals wij ook
tegenover onze medewerkers een goed
sociaal beleid kunnen voeren en zoals
wij maatschappelijke organisaties kun
nen steunen en gelden bestemmen voor
algemeen aanvaarde goede doelen, on
der meer door inschakeling van de
Stichting Steun door Rabobanken.
Om dit beleid te kunnen voortzetten is
echter een redelijke omvang van de
winst noodzakelijk. Aangezien de winst
van onze organisatie door sommige
groeperingen van buiten, maar ook van
binnen de organisatie nog wel eens kri
tisch wordt bezien, is er alle aanleiding
het belang hiervan te verduidelijken.
Vooraf wil ik nadrukkelijk erop wijzen
dat ons streven en onze doelstelling niet
gericht zijn op het maken van een zo
groot mogelijke winst. Winst en reser
vevorming zijn slechts nodig, voor zover
dat met het oog op een zekere voortzet
ting van onze coöperatieve onderne
ming als bankbedrijf vereist is. Bij het
beoordelen van de winst en de reserves
dienen wij niet alleen te kijken naar het
bedrag in absolute zin, maar vooral naar
de relatieve omvang in samenhang met
de ons toevertrouwde middelen, de risi
co's bij onze uitzettingen, onze verant
woordelijkheid als werkgever en de mi
nimale vermogenspositie, die noodzake
lijk is voor het gezond voortbestaan van
een organisatie met de omvang en groei
als de onze. Wij hebben op dit punt te
voldoen aan de eisen van De Nederland-
sche Bank, maar ook zullen wij rekening
dienen te houden met de moeilijke jaren
die ons en onze cliënten te wachten
staan. Juist in tijden van economische
teruggang is een sterke bankorganisatie
die achter zijn leden staat van het groot
ste belang, ook vanuit maatschappelijk
opzicht. Bovendien moet voldoende
winstinhouding ons een dusdanige buf
fer bieden dat een vrijwel volstrekte ze
kerheid wordt geschapen dat nooit of te
nimmer een beroep zal behoeven te
worden gedaan op de ledenaansprake
lijkheid.
Het stemt in dit kader tot tevredenheid
dat de ontwikkeling in 1977 en 1978,
toen de winstgroei achterbleef bij de
groei van het balanstotaal, in 1979 weer
in de goede richting is omgebogen,
overeenkomstig de doelstellingen in ons
beleidsplan.
Van deze gelegenheid maak ik gaarne
gebruik om de leden van de Structuur
commissie hartelijk dank te zeggen voor
haar arbeid gedurende vele jaren. Dank
zij de gedegen studies en de daarop ge
baseerde rapporten met voorstellen en
aanbevelingen, zijn er tal van wijzigin
gen en aanpassingen aangebracht in
onze organisatie, die het mogelijk ma
ken een beleid te voeren, dat voor u en
voor de toekomst bepalend zal zijn voor
onze Rabobankorganisatie.
Het onweerlegbare gegeven dat wij een
'andere' bank zijn, is gebaseerd op ons
coöperatief uitgangspunt en de daarop
rustende verenigings- en bestuursstruc
tuur, de bijzondere aard van onze markt
positie, de positieve maatschappelijke
rol die wij dank zij onze doelstellingen
kunnen spelen en het eigen bedrijfskli-
maat, dat door deze factoren wordt ver
oorzaakt.
Onze cliëntgerichtheid is geënt op het
dienstbetoon dat een goede vereniging
haar leden verleent. Wij behoeven ook
niet kunstmatige behoeften aan te kwe
ken uit oogpunt van eigenbelang. We
derzijdse verbondenheid tussen leden
onderling, tussen leden en hun bank en
tussen banken onderling, gedragen door
gemeenschappelijke belangen en een
duidelijke visie op onze maatschappe
lijke taak is de essentie van onze coöpe
ratieve Rabobankorganisatie.
In deze geest hebben wij elkaar nodig;
in de 80er jaren wellicht meer dan ooit.
In deze geest ook verklaar ik deze alge
mene vergadering voor geopend.
Inleiding van de heer C. G. A. Mertens, voorzitter
Raad van Beheer Centrale Rabobank.