Aanpassingen nodig gels verder uit te slaan. Ook is daarbij verheugend, dat de financiële resultaten over die periode en in het bijzonder die over 1979 bevredigend zijn geweest en dat onze organisatie daarmee beschikt over een goede uitgangspositie voor de jaren '80. Deze eerste algemene vergadering in de 80er jaren lijkt mij een goed moment om ons af te vragen welke ontwikkelin gen wij als organisatie de komende ja ren kunnen verwachten. Om met de conclusie te beginnen: alle tekenen wij zen erop, dat die jaren voor onze Neder landse samenleving verre van eenvou dig zullen worden en dat wij als organi satie al onze veerkracht en saamhorig- het aantal arbeidsongeschikten toene men. We staan naar verwachting thans voor de zwaarste opgave sinds de achter ons liggende decennia. Als gevolg van deze ontwikkelingen staat nu ook de 'verzor gingsstaat' zoals wij die na de Tweede Wereldoorlog gezamenlijk hebben op gebouwd, op de tocht. Er dreigt onbe taalbaarheid en bestuurlijke onbeheers baarheid van de voorzieningen, zeker ten opzichte van de geschapen ver wachtingen. Structurele veranderingen wijzigen het gezicht van onze samenle ving; daarbij denk ik vooral aan een nieuwe internationale arbeidsverdeling, gen worden afscheid te nemen van ons groeidenken, zal dit ook aanpassingen vragen in onze individuele levensstijl. De hoge energieprijzen remmen onze grote mobiliteit, de bevriezing van inko mens noodzaakt tot het in heroverwe ging nemen van uitgavenpatronen, in ieder geval leidend tot matiging en waarschijnlijk tot een soberder levens wijze. Herbezinning lijkt ook zinvol voor onze organisatie. De tijd lijkt aangebroken ons nog sterker dan voorheen te richten op het verbeteren van mogelijke knel punten in de eigen bedrijfsvoering. Geïntensiveerde communicatie met cliënten en een versnelde interne gege- heid nodig zullen hebben om die posi tieve maatschappelijke bijdrage te leve ren, die van ons verwacht mag worden. Vele signalen staan op rood: de groei van de produktie, van de totale werkge legenheid is op dit ogenblik vrijwel tot stilstand gekomen, de groei van de ex port is ernstig vertraagd, de investerin gen dalen en de resultaten van de be drijven nemen verder af. Daar komt nog bij dat de inflatie op nieuw aanwakkert, de werkloosheid en de in hoog tempo duurder wordende energie en het toenemend beslag op het nationaal inkomen door de collectieve sector. Hoewel, zeker ten opzichte van het hier vóór geschetste beeld, de positie van onze organisatie aanzienlijk gunstiger is, zullen ook wij rekening moeten gaan houden met een mogelijke afzwakking van de groei op langere termijn. Wanneer wij in de 80er jaren gedwon- vensverwerking kunnen bijdragen tot een scherper beeld van de bij onze cliënten levende behoeften en proble men. De door ons nagestreefde verdie ping van de relatie met de cliënt is slechts mogelijk bij een hecht doortim merde eigen organisatie. Verdere auto matisering zal blijvende aandacht be hoeven. Ook de opleidingen zullen een extra inspanning vragen. Hetzelfde geldt voor de problematiek van overlappende werkgebieden van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 17