nodig, wellicht
meer dan ooit
a
1980
Deze algemene vergadering, waarop aan u de jaarstukken over het
boekjaar 1979 worden voorgelegd, betekent voor onze
Rabobankorganisatie de afsluiting van het decennium der 70er jaren,
dat voor het coöperatieve bankwezen in ons land van diep ingrijpende,
van historische betekenis is geweest.
Gedurende het eerste jaar van deze periode werden de eerste
inleidende besprekingen gevoerd, die uitmondden in het fusiebericht
van 18 september 1970. In mei 1971 spraken de algemene
vergaderingen van de Raiffeisenbank en de Boerenleenbank zich uit
vóór de fusie, gevolgd door het definitieve fusiebesluit door de
algemene vergaderingen van 1972. In 1973 werd de eerste algemene
vergadering van de nieuwe Centrale Rabobank gehouden.
voorzitter mertens over de 80er jaren: 'wij hebben elkaar
16
Zware opgave ligt voor ons
Als Rabobankorganisatie mogen wij
over de 70er jaren best tevreden zijn. De
nieuw gesmede eenheid heeft ons in
staat gesteld de bediening van onze le
den en cliënten, op de grondslag van
een sterker draagvlak, aanmerkelijk te
verbreden en te verdiepen en onze vleu-
Intussen heeft de naam Rabobank (een
samenvatting of kruising van Raiffeisen
bank en Boerenleenbank) een bekende
en vertrouwde klank gekregen, niet al
leen bij onze eigen leden en cliënten,
maar in geheel ons land. En ook in het
buitenland is de bekendheid van de Ra
bobank duidelijk groeiende.
Onze organisatie heeft gedurende de
70er jaren een stormachtige ontwikke
ling doorgemaakt. Mede als gevolg van
de fusie is de organisatie in velerlei op
zicht in een stroomversnelling geraakt.
Met voldoening en ook met enige trots
mogen wij vaststellen, dat het mogelijk
is geweest, de juiste koers te houden in
een tijd die voor onze organisatie in tal
van opzichten turbulent is geweest.
Door de stuurmanskunst van betrokken
bestuurscolleges, zowel van aangeslo
ten banken als van centrale bank, door
de inzet van duizenden medewerkers en
het grote vertrouwen van leden en
cliënten zijn de fusiepartners in elkaar
gegroeid tot één organisatie, die vervol
gens is uitgegroeid tot een grote, hech
te bankinstelling, gebaseerd op coöpe
ratieve grondslag en geheel passend in
nieuwe maatschappelijke ontwikkelin
gen. Ondanks de stagnerende economi
sche groei die in het algemeen kenmer
kend is geweest voor de tweede helft
van de 70er jaren, kan onze organisatie
bogen op een sterke uitbreiding van
haar activiteiten, zowel in aantal als in
omvang.
Ik wil enkele vergelijkende gegevens
noemen waaruit deze groei moge blij
ken: het aantal medewerkers, dat begin
1970 bij de beide organisaties nog
12 400 bedroeg, is thans verdubbeld tot
ruim 25 000. Het balanstotaal vervijf
voudigde van f 17,5 miljard in januari
1970 tot ruim f86 miljard op dit mo
ment. Het aantal aangesloten banken is
in die jaren gedaald van 1243 in 1970
tot 988 per januari 1980.
Deze vermindering is het gevolg van fu
sies van aangesloten banken, vooral in
die plaatsen, waar Raiffeisen- en Boe
renleenbanken werkzaam waren in een
zelfde werkgebied.
Inleiding van de heer C. G. A. Mertens, voorzitter
Raad van Beheer Centrale Rabobank.