1980 a Het internationale monetaire fonds 12 r groot aantal arme landen raakt steeds dieper in de schuld bij internationale fi nancieringsorganisaties, bij bilaterale donors en bij het commerciële bankwe zen. Betaling aan het buitenland van rente en aflossing nemen een groot deel van de exportopbrengsten in beslag. Modernisering van de landbouw en de veeteelt is - zoals u weet - een zaak die energiegevoelig is. Import van energie in ontwikkelingslanden moet derhalve mogelijk blijven. Samenwerking is nodig tussen internationale financieringsorga nisaties, olieleveranciers, het internatio nale bankwezen - uw Rabobank is ook een internationale bankinstelling - en hulpgevende en hulpontvangende lan den. Die samenwerking zal onder meer het volgende dienen te beogen: De inkomsten van de olie-exporterende landen dienen op een of andere wijze aangewend te worden om de betalings balanstekorten van niet-olieproduceren- de ontwikkelingslanden te overbruggen. Hier zie ik een wezenlijke taak voor het Internationale Monetaire Fonds dat middelen uit de internationale kapitaal markt kan betrekken om deze aan te wenden voor het financieren van ge noemde betalingbalanstekorten. worden. In concreto stel ik voor - al thans t.a.v. schulden aan overheden van rijke landen - dat deze, voor wat betreft de armste ontwikkelingslanden, ieder jaar met 10 worden verminderd. Als dat gecombineerd wordt met een besluit om voortaan van overheid tot overheid uitsluitend giften te geven, be tekent dit dat er binnen 10 jaar geen schulden meer van staat tot staat tus sen arme en rijke landen zullen bestaan. Ik leg met voorbedachte rade enkele suggesties inzake de internationale fi nanciering van de ontwikkelingssamen werking aan u voor. Het betreft ver schuiving van de taak van het internati onale particuliere bankwezen naar het Internationale Monetaire Fonds, voorts drastische vermindering van de rente last alsmede kwijtschelding van schul den op grote schaal. Men moet zich in uw midden wel van zeer goede huize beschouwen om dergelijke voorstellen - overigens als onderdeel van een pakket van maatregelen - ter sprake te durven brengen. Ik herhaal: kwijtscheiding van schulden en drastische vermindering van de rentevoet. ternationale handel en het internationa le bankwezen. Na opruiming van oude problemen kunnen nieuwe mogelijkhe den - ook voor het Nederlandse bank wezen - beter benut worden. De voorzitter van uw bestuur, de heer Mertens, heeft in zijn rede gesproken van de bereidheid van uw bestuur en van de leden om zich aan te passen aan een toekomst die - ook voor Nederland - moeilijk zal zijn. Ik heb in mijn rede reeds aangetoond dat u zich daadwerkelijk mede betrok ken voelt met de problematiek - meer in het bijzonder de vraagstukken van kre diet en coöperatie - in de Derde We reld. Ik ben ervan overtuigd dat uw solidari teit met de agrariërs van de Derde We reld in de komende jaren zal blijven be staan. Zolang er mensen van goede wil op deze wereld zich willen inzetten voor de medemens, ook al leeft hij ver van ons, zolang zal het mogelijk zijn om bergen te verzetten en kloven te overbruggen. Naarmate het particulier bankwezen deze taak van heraanwending van 're cycling' niet meer kan dragen zal het Fonds dienen op te treden. Daarbij zal de rentelast voor de categorie armste ontwikkelingslanden verlaagd dienen te worden waarbij ik denk aan een rente last welke 1/3 van de kapitaalmarktren te bedraagt. De overige 2/3 zal door de rijke landen inclusief de olieproduceren de landen betaald moeten worden. Voorts zullen de schulden van de ont wikkelingslanden verminderd dienen te Ik meen, dat dergelijke - niet zo ortho doxe maatregelen onvermijdelijk zijn, niet in het minst om al datgene dat zich buiten de overheid voltrekt - een per spectief te kunnen bieden. Ik teken daarbij aan dat ontwikkelingssamen werking niet het monopolie van de mi nister voor Ontwikkelingssamenwerking is. Bankwezen en handel zijn in het in ternationale verkeer tussen rijk en arm minstens zo belangrijk. Ik wijs er - in dit verband - met nadruk op, dat rentesub sidies en schuldafschrijving een veel be ter klimaat kunnen scheppen voor de in- Rede van minister drs. J. de Koning

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 12