nü zorgen voor wat je straks nodig hebt Een gesprek van de redactie met mr. H. J. A. E. M. Klarenbeek, lid van de hoofddirectie van de Centrale Rabobank. 'Je moet niet alle eieren opsouperen, wanneer de conjunctuur er niet op zijn florissantst bijstaat. Met die woorden, zo maar ergens in het gesprek, typeerde de heer Klarenbeek o.i. aardig de situatie, waarin onze economie en dus ook het bankwezen zich dezer dagen bevindt. Klarenbeek is geen zwartkijker, daar is volgens hem nu ook geen reden toe, maar wel laat hij zien, dat de omstandigheden in korte tijd zo veranderd zijn, dat in enkele opzichten een andere stijl van bankieren nodig is geworden. Dat maakt ons bedrijf moeilijker maar is beslist geen reden om een 'pas op de plaats'-mentaliteit over te nemen. Integendeel: Klarenbeek ziet volop werk aan de winkel om in het belang van onze cliënten bezig te zijn! Bij slechter weer Toen een jaar geleden de gevolgen van de monetaire situatie, de gewijzigde renteverhoudingen, de stijgende energieprijzen e.d. zichtbaar begonnen te worden, kon je je maar moeilijk voorstellen, dat die gevolgen zo duurzaam zouden zijn. We waren er immers aan gewend dat zo'n abnormale renteverhouding, met een geldmarktrente uitstijgend boven de kapitaalmarktrente, iets uitzonderlijks is. Zoiets duurde gewoonlijk niet lang. Juist dat duurzame maakt dat het economische leven, het bedrijfsleven, er grote hinder van ondervindt. Het gaat slechter. In onze omgeving merken we tekenen van matiging en achteruitgang. We verwachten stijging van inflatie, stilstand van investeringsgeneigdheid, minder spaarontwikkeling en zien telkens bedrijven in problemen raken. Een bank is niet in het luchtledige opgehangen. Een bank moet functioneren als een beademings apparaat voor de economische bedrijvigheid, zij moet daar lucht in brengen in termen van liquiditeiten en financieringsmogelijkheden. Anders gezegd: we staan voor de taak om ook bij slechter weer de paraplu hoog te houden Dat is er niet gemakkelijker op geworden. Al meer dan een jaar hebben we die abnormale renteverhoudingen, een als het ware omgekeerde rentestructuur, waardoor we in onze toevertrouwde middelen zelfs structurele veranderingen zien optreden. Van ons spaarmiddelenbestand bestond in 1977 nog maar 5 uit particuliere

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 8