vijf woorden en dezelfde boom Vooropgesteld, dat de Algemene Vergadering ermee instemt, zal volgende maand het eerste lid van artikel 1 van onze statuten met vijf woorden worden uitgebreid. Aan de huidige tekst: 'De vereniging draagt de naam: Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Boerenleenbank B.A.', wordt dan toege voegd: 'ook te noemen Rabobank Ne derland'. Die vijf-woorden-wijziging stipten we in maart ai even aan. Ze heeft een zake lijke en heel begrijpelijke aanleiding: we moeten in deze tijd een korte en duide lijke naam hebben, waaronder de cen trale bank zich met name in het buiten land kan presenteren in de publiciteit. Zo'n naam moet natuurlijk het kern woord 'Rabobank' bevatten en moet te vens onze nationaliteit uitdrukken. De thans gemaakte keus lag voor de hand en is mijns inziens een gelukkige. Hij drukt in zijn kortheid net het essentiële uit. Had het gekund, dan had je er mis schien nog 'coöperatief' bij kunnen zet ten. Het kort en bondige zou dan echter meteen weer verdwenen zijn. Trou wens, voor het essentiële hoefde het ook niet. De Rabobank is immers niet alleen in naam een coöperatieve bank! Wie dat bij de eerste oogopslag aanvan kelijk niet weet, komt er snel achter als hij met ons in contact komt. Bovendien zal achter de gevallen, waarin we de korte naam gebruiken, de officiële lange naam meestal wei snel opduiken. Licht verteerbare kost dus, die statuten wijziging. De nieuwe aanduiding zal het goed doen op onze richtingborden in het buitenlands verkeer. Dat zal wel meteen gebeuren. En nu we die korte naam toch hebben is het ook zinvol die voor nationaal gebruik te gaan bezigen. Binnen- en buitenland moeten in dit op zicht één lijn trekken, anders komt er maar verwarring. Omdat er voor het binnenland nogai wat aan vast zit - drukwerk aanpassen, nieuw briefpapier - zal het wel volgend jaar worden vóór we ook hier binnen de grenzen de korte aanduiding 'Rabobank Nederland' zullen tegenkomen. Ai zal dat vooral in onze organisatie even wennen zijn (daar kom ik dadelijk op), we hebben er heel goede motieven voor (daar kom ik ook op) en het is beslist de oplossing voor de kleine naamsverwik- keling waarin we in de loop van jaren langzamerhand verzeild zijn geraakt. iedereen in onze kring spreekt over 'de centrale bank'. Ikzelf weet nog precies wanneer ik daarmee begonnen ben. Door mijn slechthorendheid ben ik namelijk niet een van de vlugsten om het gewone spraakgebruik op te pikken. Op de eer ste of de tweede dag na mijn indienst treding per 1 maart 1957 bij de toenma lige Utrechtse Centrale Bank, vroeg ik dan ook aan collega's: hoe noemen jul lie deze instelling eigenlijk in de wande ling, hoe duid je haar in het kort aan in brieven? Van dat ogenblik af ontstond voor mij het begrip 'de centrale bank'. Op zichzelf enkele weinig zeggende woorden, die echter een wereld van be grip voor je insluiten. En omdat iedereen ze gebruikt, in de brede organisatie evengoed als op je eigen kantoor, een pracht middel om onderling te weten wat je bedoelt. In Eindhoven was het net zo, ook daar 'de centrale bank', al leen was dat vroeger een andere dan de Utrechtse. Je kon er op foeteren of je kon haar prijzen, je kon haar attaqueren of haar verdedigen, het was voor ieder een in de organisatie altijd 'onze centra le bank'. Daarin heeft ook de grote fusie, toen de beide centrale banken één werden, niets veranderd. Het zijn woorden, die in meer dan 80 jaren duidelijk een bepaal de gevoelsinhoud hebben gekregen. Hoe dit spraakgebruik ontstaan is, weet ik niet. Het lijkt me een echte huis-, tuin- en keukenuitdrukking te zijn, die als vanzelf binnen de besloten raiff ei sen- en boerenleenbankorganisatie op kwam. Een aanvankelijk kleine en later omvangrijke groep banken had een ei gen 'centrale' in Eindhoven of in Utrecht. 'Centrale bank' was echt een relatief begrip, alleen te verstaan binnen de organisatie, want daarvoor was die centrale bestemd. We konden ons er prima mee redden, al steunde het niet op de statuten. 'Utrecht' heeft ooit - in 1963 - nog eens in de statuten opgeno men dat de naam 'bij afkorting centrale bank' luidt, maar zo'n bepaling kwam en kom je verder niet tegen, ook bij het vroegere 'Eindhoven' niet en ook niet in de statuten van na de fusie. De weg die de gewoonte ons wees, was ons blijk baar genoeg. Ondanks alle 'dierbaars' dat ie mand zo hij wil achter zo 'n naam kan zoeken, was die nuchter be schouwd een onding! Alleen ingewijden begrepen hem en wie bijvoorbeeld te gen een buitenstaander zegt: 'ik werk bij de centrale bank', moet daar toch wel even een verklaring bij doen. Je moest ten minste zeggen, dat dat een soort overkoepelende instelling van de rabo- banken is en moet nog meer uitleggen, als je gesprekspartner te vlot conclu deert: o, dus bij de rabo. Veel bezwaar lijker is echter, dat onze interne termi nologie botst met het nationale en inter nationale spraakgebruik, dat immers de circulatiebank van een land als de 'cen trale bank' betitelt. Zo gezien is er in Ne derland maar één centrale bank en dat is De Nederlandsche Bank. Heel lang hebben wij daar weinig hinder van on dervonden. Onze banken en hun organi satie met hun centrale bank gingen rus tig hun weg, ze traden weinig naar bui ten, de pers schonk er ook niet veel aan dacht aan. Met de groei sinds de vijf tiger jaren werd dat echter anders, voor-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 4