wob gens niet toe leiden, dat zij hun ogen sluiten voor de problemen van de korte termijn, waar helaas veel bedrijven in verkeren. Want terecht merkte de heer K. Fibbe van OGEM op: 'wanneer bedrij ven in nood verkeren nemen de banken een sleutelpositie in. Als de overheid tot hulpverlening besluit kan zij dit vrijwel nimmer realiseren zonder actieve mede werking van de banken.' Maar evenzeer terecht zei hij: 'er is geen enkele aanlei ding om te suggereren dat tot nu toe de banken zich in concrete situaties niet correct hebben gedragen.' Wel pleitte hij ervoor de doorzichtigheid van het ge beuren te bevorderen door het formule ren van een code voor het optreden van financiële instellingen in crisissituaties. Dat is een gedachte die zeker onze aan dacht verdient, al menen wij dat wij het bedrijfsleven zodanig moeten adviseren dat crisissituaties juist vermeden wor den. DRIEMAAL IN MEI Statutair zetelt onze centrale bank in Amsterdam, maar waar woont en werkt zij? Vóór onze grote fusie van 1972 was die vraag gemakkelijk te beantwoorden: het was aan een bepaalde straat in Utrecht of Eindhoven. Met de groei na de fusie kwamen de huisvestingsproblemen. De centrale bank werd een zwervertje. Van Amster dam naar Amstelveen, van Amstelveen naar de Beneluxlaan in Utrecht, terwijl ondertussen de oude thuishonken aan bleven. Die raakten echter al gauw overvol, zodat voor de 'overloop' op ver schillende plaatsen elders in Eindhoven of Utrecht een onderkomen gevonden moest worden. Zo raakte het 'apparaat' over diverse gebouwen verspreid, wat voor onszelf en niet minder voor de aan gesloten banken en andere relaties toch wel bezwaren opleverde. De eerste anderhalve week van deze maand liet zien, dat er hard gewerkt is en wordt om nu eindelijk eens uit die huisvestingsproblemen te komen. Op 2 mei werd officieel de eerste aanzet ge geven tot de zeer omvangrijke nieuw bouw aan de Croeselaan in Utrecht. De verhuizing twee jaar geleden van de Be neluxlaan en enkele andere gebouwen naar het grote Hoog Catharijne-complex was wel een verbetering, maar is nooit als de definitieve oplossing gezien. De ruimte en de faciliteiten daar zijn op den duur niet voldoende, zeker wanneer die collega's, die nu nog op het aloude adres Jacobsstraat werken, er ook nog een goede plek zouden moeten vinden. Vandaar het besluit om zo snel mogelijk zelf een nieuw, passend gebouw neer te zetten. Vandaar nu de Croeselaan. Het is niet toevallig, dat de heer Verhage de vervolg op pag. 6 Eén mei is traditioneel de 'Dag van de Arbeid'. Voor Nederland was het dit jaar ook een dag van bezinning en zelfs van ontnuchtering na de felle rellen in Am sterdam op 30 april, bij de inhuldiging van Koningin Beatrix. Voor het bankwezen had deze donder dag nog een andere, evenzeer ontnuch terende, betekenis. Aan een periode van dalende geld- en kapitaalmarktrente kwam plotseling een voorlopigeinde. De Nederlandsche Bank verhoogde namelijk verschillende disconto's met een half procent. Enkele dagen tevoren waren ook de laatste banken in Nederland ertoe overgegaan om de zogenaamde opslagrente op hun geldmarkttarieven te schrappen. Deze waren eind vorig jaar tot een niveau van drie procent opgelopen en in de eerste maanden van dit jaar geleidelijk vermin derd. Eind april verdween het laatste restant van een half procent. Het was welkom nieuws voor bedrijfsleven en particulie ren die met kort geld waren gefinan cierd. Ook de lange rente, de kapitaal marktrente, bewoog geleidelijk naar be neden. Het duidelijkst was dit te merken aan de beide recordstaatsleningen, van maart (11,5 en april (10,5 die te zamen ruim 2,4 miljard gulden aan het Rijk op leverden. Welnu, aan deze positieve tendens kwam plotseling een einde door deze ingreep van De Nederlandsche Bank. Natuurlijk houdt dit verband met de ver hoging van de disconto's in Duitsland met 1 op dezelfde dag. Maar dit lijkt toch nog een onvoldoende verklaring. Immers de positie van de Ne derlandse gulden binnen het Europese Monetaire Systeem was sinds lange tijd uitstekend. Ook de grote belangstelling van het bui tenland voor onze laatste staatslening wees hier op. In ieder geval is het ge heel nog onvoldoende duidelijk om de onontkoombaarheid van deze maatregel te begrijpen. Het is in ieder geval bui tengewoon jammer dat de weg naar re delijke renteverhoudingen voorlopig lijkt te zijn geblokkeerd. Dit betekent ook dat op korte termijn van deze kant geen verdere bijdrage op komt dagen om wat verlichting te krij gen in de stagnerende onroerend goed en bouwmarkt. Wie dagelijks hiermede te maken heeft zal dit meer dan betreuren, immers er is toch sprake van een benauwende situa tie. Natuurlijk, er moest een eind komen aan de prijzenexplosie op de vastgoed markt. Dit had al jaren geleden in ster kere mate moeten gebeuren, desnoods met gerichte middelen. Nu echter is er sprake van een reactie die dusdanig be gint door te slaan, dat blijvende schade vooral voor de bouwsector - kan op treden. Het is een combinatie van factoren, die deze ontwikkeling veroorzaakt. Een stagnerend inkomenspatroon bij de par ticulier, hoge rentes en lagere inflatie verwachtingen dan enkele jaren gele den alsook te lang voortdurende onze kerheid op het fiscale vlak liggen o.a. ten grondslag aan deze ontwikkelingen. Nu de weg naar redelijke marktrente voorlopig weer lijkt afgesneden zullen andere midddelen ter verlichting moe ten worden beproefd. Ook bij de centra le bank zullen wij ons moeten bezinnen of we stappen in die richting kunnen of moeten ondernemen. Het is duidelijk, dat de meeste instrumenten in handen van de Overheid liggen, zij het dat het volume voor subsidiekranen bepaald minder ruimte biedt dan in het verleden. Misschien zou het meest voor de hand liggend instrumentarium te vinden zijn in het verruimen (of opruimen) van tal van beperkende bepalingen ten aanzien van vestiging, koop en bouw. Hoe dan ook, ik ben niet van mening dat wij kun nen volstaan met constateringen. Van uit onze kennis van de stand van zaken zullen ook wij moeten trachten sugges ties aan te dragen om tot verbeterin gen te komen. Veel te veel van onze le den worden met een brok ellende be dreigd om ons dit te kunnen permitte ren. Ir. P. J. Lardinois

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 3