geld- en
kapitaalmarkt
Zowel op de geldmarkt als op de kapitaalmarkt konden
de tarieven in de maand april belangrijk dalen. Op de
geldmarkt zette de ontwikkeling, welke reeds in maart
was begonnen, door. De rente voor 3-maands inter-
bancaire deposito's liep terug van circa 11 Vi tot
101/4 a 10V2
Het maandgemiddelde kwam van 11,59 op 10,99
Deze beweging werd mogelijk gemaakt door een rela
tief gunstige positie van de gulden binnen het EMS, het
feit dat de banken aan hun voorschotfaciliteiten bij De
Nederlandsche Bank ruimschoots genoeg hadden en
het kerende rentetij in een aantal voor ons belangrijke
landen.
Op de eerste dag van mei werd de dalende renteten
dens abrupt verstoord door een discontoverhoging van
De Nederlandsche Bank. Deze reageerde op een Duitse
discontoverhoging met een aanpassing van de tarieven
met V2 punt, waardoor wisseldisconto, voorschotrente
en promessedisconto kwamen op respectievelijk 10,
11 en 11 V2 De geldmarkttarieven liepen mede hier
door weer op tot boven de 11
De relatief ruime positie, waarin de geldmarkt gedu
rende de maand april verkeerde, ging gepaard met een
zeer zorgelijke toestand van 's Rijks schatkist. Het sal
do van het Rijk bij De Nederlandsche Bank was het
grootste deel van de maand nihil. Om toch aan de lo
pende verplichtingen te kunnen blijven voldoen, heeft
de minister ruimschoots gebruik moeten maken van
mogelijkheden die hij heeft om bij De Nederlandsche
Bank krediet op te nemen. Hiertoe behoren een voor
schotfaciliteit van f 150 miljoen en een financieringsar
rangement waarin is geregeld dat het Rijk in de perio
de maart 1980 tot en met februari 1981 schatkistpro
messen aan De Nederlandsche Bank mag verkopen
voor maximaal f2,35 miljard, terwijl het bedrag dat
hiermee is gemoeid, gemiddeld niet meer mag zijn dan
f 785 miljoen. In de loop van april liep het beroep op dit
arrangement op tot bijna f 500 miljoen.
De minister van Financiën wist ook in april weer mid
delen te genereren door middel van een schatkistpa-
pieremissie. Op 11 april kon voor de vierde keer dit jaar
worden ingeschreven op dit papier. De benarde finan
ciële positie van het Rijk droeg ertoe bij dat hiervoor
een forse prijs moest worden betaald. Om de opgeno
men f758,5 miljoen binnen te krijgen moest het tarief
voor dit 5-jaars papier worden gesteld op 10%%. Dat
betekent dat de rentevergoeding zelfs uitkwam boven
het effectieve rendement van Staatsleningen met een
vergelijkbare looptijd; een verschijnsel dat de laatste
jaren niet is waargenomen.
De dalende rentetendens in de verslagmaand had tot
gevolg dat de zogenaamde opslagrente enige malen
werd aangepast. Deze opslag die de banken in reke
ning brengen voor kredieten, waarvan de rente geba
seerd is op het promessedisconto, werd in twee stap
pen teruggebracht van 1 tot nihil in de laatste week
van de maand. Het is voor het eerst sinds juli 1978 dat
de banken deze opslag achterwege laten.
De rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt was nog
opmerkelijker dan die op de geldmarkt. In een maand
tijd liep de zogenaamde middellange rentewijzer met
1 V2 punt terug tot net onder de 10%. Deze daling was
bijna even omvangrijk als de exorbitante rentestijging
die in de maand februari plaatsvond. De recente ont
wikkelingen kunnen ook nu weer niet los worden ge
zien van de rente in het buitenland.
Het omslaan hiervan in met name de Verenigde Staten
en Duitsland creëerde de ruimte voor een daling. Ook
binnenlandse factoren droegen hiertoe bij. Dit waren
onder meer de verdere daling van de geldmarkttarie
ven waardoor er weer een terugstroming kon ontstaan
Drs. J. M. Buysse
Studiedienst
van middelen van de geld- naar de kapitaalmarkt. Ten
slotte ging er ook van de jongste Staatslening een gun
stige invloed uit op de obligatiemarkt. Het betrof hier
een IOV2 lening met een looptijd van gemiddeld
15'/2 jaar. Behalve de lange looptijd had deze lening als
bijzonderheid dat vervroegde aflossing is uitgesloten.
Hoewel het op korte termijn onwaarschijnlijk is dat
überhaupt kan worden overgegaan tot vervroegde af
lossing van schulden, is deze nevenvoorwaarde, met
name gezien de hoge rente en de lange looptijd, een
belangrijk gegeven voor de geldgevers. De belangstel
ling voor deze lening was van dien aard dat er bij een
koers van 101 zonder problemen f 1,4 miljard ge
plaatst kon worden. Hiermee heeft de minister van Fi
nanciën weer een belangrijke bijdrage kunnen leveren
aan de dekking van het financieringstekort. Hij heeft
hiertoe uit de openbare kapitaalmarkt reeds f3,6 mil
jard gehaald. Dat is f 1,5 miljard meer dan in de verge
lijkbare periode van 1979.
Het succesvol opereren in de openbare kapitaalmarkt,
gevoegd bij het omvangrijke bedrag aan schatkistpa
pier dat nu reeds is geplaatst, rechtvaardigt de veron
derstelling dat de dekking van de enorme financie
ringsbehoefte van het Rijk wel zal lukken.