vervolg maatsch. ontwikkelingen
buitenlandse situaties, agrarische
grondpolitiek, sociale voorzieningen
enz.
Voor een groot deel worden de SMO-
publikaties geschreven door gastau-
teurs, waarbij zorgvuldig gelet wordt op
evenwicht qua maatschappijbeschou
wing en waarbij de SMO-medewerkers
optreden als redacteuren. Soms ver
schijnt er een artikel, brochure of boek
van de hand van één of meer SMO-me-
dewerkers. In die gevallen gaat het
meestentijds om een inventariserende
studie. De mondige lezers worden geïn
formeerd en de keuze blijft aan hen. le
dereen is subjectief en dat geldt ook
voor de SMO-bemanning. Maar geza
menlijk - met wederzijdse correctie en
onder het toeziend oog van curatoren -
wordt wel gestreefd naar de grootst
mogelijke objectiviteit.
SMO als ontmoetingsforum
De moderne mens is een individualist,
levend in een sterk versplinterde maat
schappij. Ontmoetingen met willekeu
rige anderen waren vroeger aan de orde
van de dag; bij het flaneren in het stads
centrum, in een café of op een terras, in
tram of trein, in kantoor of fabriek. Nu is
zo'n open ontmoeting eerder uitzonde
ring dan regel, met de sportsector als
uitzondering. Wij sluiten ons veel meer
op in de huiselijke kring, met de buiten
wereld verbonden door een keur van
communicatie- en amusementsmidde
len. Voor het transport sluiten velen van
ons zich op in auto's, die beantwoorden
aan de gejaagdheid waarmee we leven.
Op veel plaatsen in kantoor en fabriek is
de eenzaamheid toegenomen door de
aard van het werk en van de hulpmidde
len. Als wij anderen ontmoeten, dan is
dat vooral in de kring van gelijkgezinden
- qua politiek, beroep, geloof, belang
stelling - waarin we onze eigen menin
gen eerder bevestigd dan weersproken
vinden. Dat leidt al gauw tot polarisatie
onder het motto 'hier de goede wij, daar
de slechte zij: hou de deur op slot.'
Dit beeld moge in zijn kortheid wat
overtrokken zijn: feit is dat in onze sa
menleving een overvloed aan actie- en
belangengroepen staat naast een
schaarste aan plaatsen waar men an
dersdenkenden ontmoet. En toch is dit
laatste zo belangrijk voor de verrijking
en nuancering van onze eigen opvattin
gen en voor het beter begrijpen van de
gedachtengang van de ander, die vaak
minder slecht en dwaas is dan wij dach
ten voordat we hem ontmoetten. Uit
eindelijk gaat het om de samenhang in
de samenleving. We hebben elkaar no
dig, er moet een voldoende mate van
overeenstemming zijn - dat is nog geen
'harmoniemodel' - als we de maat
schappelijke ontwikkelingen willen stu
ren. De ontwikkeling is vergelijkbaar
met een locomotief die schijnbaar on
stuitbaar zijn weg gaat. Maar de mens
staat aan de wissels en kan de koers be
palen, mits er een voldoende mate van
overeenstemming bestaat. Als we alle
maal aan andere wissels gaan trekken,
volgt er een ontsporing. Of we zijn ieder
apart te zwak om een wissel om te krij
gen en laten we in feite de macht aan
de locomotief.
De vele actie- en belangengroepen zijn
belangrijk, onmisbaar zelfs; zonder hen
blijft er geen stuwkracht in de samenle
ving. Maar tussen hen in moeten er ont
moetingsfora zijn. Als zodanig wil SMO
functioneren.
Dat doet zij ook. Rond menige publika-
tie worden mensen uit zeer verschillen
de hoeken als auteurs bij elkaar ge
bracht en via de SMO-uitgaven kunnen
de lezers per onderwerp kennisnemen
van een staalkaart van feiten en menin
gen.
Die aanpak weerspiegelt zich in de aard
van het abonneebestand. Bij een in ok
tober 1979 gehouden enquête onder de
11 000 SMO-abonnees (respons 42
bleken 'links' en 'rechts' in goed even
wicht vertegenwoordigd te zijn, terwijl
er ook sprake is van een brede spreiding
naar beroep.
Deze feiten sterken SMO in haar streven
om haar functie als ontmoetingsforum
ook uit te oefenen door het organiseren
van bijeenkomsten van abonnees. Dat
gebeurt tot dusverre op twee manieren:
symposia en beraadskernen.
Met de eerstgenoemde activiteit werd
in 1979 een begin gemaakt door- te za-
men met het Nederlands Genootschap
voor Internationale Zaken - een groot
symposium te organiseren over 'Inter
nationaal ondernemen en de rechten
van de mens'. In maart 1980 volgde - in
hetzelfde samenwerkingsverband, maar
met een gericht op deskundigheid uit
genodigd gehoor - een tweedaags sym
posium over het OECD-toekomstrapport
'Interfutures'.
De tweede ontmoetingsactiviteit be
staat uit beraadskernen, dat wil zeggen
groepen van ca. 15 mensen, die vier a
vijf keer per seizoen bijeenkomen om te
praten over een bepaald onderwerp. Dit
beraad is niet gericht op het bereiken
van één gemeenschappelijk standpunt,
maar zuiver en alleen op een uitwisse
ling van meningen. Velen blijken deel
neming aan dit werk te ervaren als een
persoonlijke verrijking, terwijl zij door
het feit van hun gezamenlijk beraad de
ontmoetingsfunctie van SMO realise
ren. Op dit ogenblik werken er, ver
spreid over Nederland, 17 SMO-be-
raadskernen. Het groeitempo van dit
aantal wordt minder bepaald door de
belangstelling onder de abonnees dan
door de bij het SMO-bureau beschikba
re mankracht. Het eerste is in voldoende
mate voorhanden, het tweede allesbe
halve.
Ten besluite
Aldus hoop ik een indruk gegeven te
hebben van SMO en haar achtergron
den. Het verheugt mij, dat ik dit mocht
doen in het blad van de Rabobank,
waarvan de specifieke achtergrond en
structuur een bijzondere belangstelling
doet vermoeden voor de problematiek
die hierboven aan de orde kwam.