fruitteeltproblematiek
vergt gezamenlijke aanpak
Mei wordt wel bloeimaand genoemd.
We denken daarbij onwillekeurig aan
bollenvelden en de bloeiende
vruchtbomen. Toeristische routes
leiden langs fleurige boomgaarden,
maar de bloesems kunnen de
problemen van de fruitteelt niet
verhullen. Het gaat met de Nederlandse
fruitteelt niet geheel naar wens.
Internationaal onder druk
De oppervlakte fruitbomen in ons land loopt al jaren te
rug. In de jaren '50 en '60 zijn er veel oude boomgaar
den opgeruimd. De hoogstambomen, die wel een
prachtig aanzien gaven aan het landschap waren niet
doelmatig voor de fruitteler. Meer moderne laagstam- 1
bomen betekenden een enorme besparing en verlich
ting bij het snoeien, het verzorgen en het plukken. Bo-
Ir. J. H. Egberink
vendien kwamen er nieuwe hoog-produktieve rassen
op de markt. Vooral de Golden Delicious met zijn aan
trekkelijk uiterlijk en kleur deed van zich spreken.
Vele Nederlandse fruittelers gingen over op de nieuwe
rassen. Maar dit gebeurde niet alleen hier maar ook in
andere landen, eigenlijk in de gehele wereld. Boven
dien werden in de verschillende produktiegebieden de
opslagmethoden verbeterd en maakten koeltreinen,
koelschepen en gekoelde vrachtauto's transport over
grote afstand rendabel. Fruit, met name de appel, werd
een wereldmarktprodukt.
De structuur van de handel heeft zich hieraan aange
past. De methoden van afzet en de afzetpropaganda is
grootschalig geworden. Nieuwe produktielanden op
het zuidelijk halfrond, zoals Nieuw-Zeeland, Argentinië,
Chili en Zuid-Afrika richten hun fruitafzet op de koop
krachtige noordelijke landen.
Tevens is er een overvloedige voorziening van de
Westeuropese markt op gang gebracht met fruit uit
warmere streken zoals sinaasappelen, grapefruit en
'nieuwe' produkten zoals mango's.
De Nederlandse fruitteelt heeft het door deze ontwik
kelingen steeds moeilijker gekregen. Hoewel ook in
ons land de bedrijfsvoering sterk gemoderniseerd werd
en er meer concentratie in de afzet plaatsvond, is de
fruitteelt er niet in geslaagd een zo sterke positie op te
bouwen als een aantal andere agrarische sectoren. Ik
denk daarbij aan onder meer de groente- en bloemen
teelt onder glas, de zuivel en aardappelsector. Zelfs
onze binnenlandse fruitmarkt wordt meer en meer ver
zorgd door invoer uit andere EG-landen met name
Frankrijk en landen van het zuidelijk halfrond. Aan het
eind van de jaren '60 en het begin van de jaren '70
deed zich de eerste ernstige crisis voor in de Europese