maatschappelijke ontwikkeling Laatst rekende ik in een restaurant af met een bankcheque. Daarmee bracht ik de ober - een wat oudere man van mijn leeftijd - kennelijk in gro te verlegenheid. Hij begon knopjes in te drukken op een apparaat dat niet alleen indrukverwerkend maar ook indrukwekkend was. Het piepte en knipperde met lampjes alsof het jaar 2000 al lang achter de rug was. Ten slotte vroeg de ober mij droevig, of hij mij later de rekening mocht geven. Hij had de beschikking gekregen over een computerkasregister en dit was de eerste keer dat hij aan het ding moest vertellen, dat er iemand met een bankcheque wilde betalen. En daar liep de communicatie vast. Later haalde ik de rekening op. De ober legde mij uit hoe dit speciale geval uit eindelijk naar behoren opgelost was. Maar opgelucht was hij niet. 'Ach, die paar jaar die ik nog voor de boeg heb moet ik er maar mee leven,' verklaarde hij, om daarna met kennelijk welbeha gen over de wenkende VUT te begin nen. Ik verzekerde hem dat ons geza menlijke geboortejaar nog alle mogelijk heden open liet, maar dat mocht niet baten. De computer was het laatste dat hij nodig had en hij zal zich moeizaam voortslepen naar de verhoopte VUT-re- geling, uitgeblust voor zijn tijd. Dit verhaaltje vind je in de literatuur aangeduid in het hoofdstuk 'de mens en de maatschappelijke verandering', in de paragraaf 'technische ontwikkeling'. In diezelfde paragraaf past overigens ook het verhaal van een vriend van mij, die een hartaanval overleefde dank zij de nieuwste apparatuur en die nu weer Lezing van de bijdrage van dr. Knoester zal duidelijk maken, waarom wij het belangrijk vinden dat de Stichting Maatschappij en Onderneming in ons blad eens in de schijnwerpers wordt geplaatst. De schrijver zegt het zelf al: de Rabobank doet door zijn specifie ke achtergrond en structuur een bijzondere belangstelling vermoe den voor het maatschappelijk be weeg. leder onder ons, die daar van op de hoogte wil blijven, zal in de publikaties van SMO een rij ke bron van informatie en tot overdenking vinden. Dr. J. Knoester Directeur Stichting Maatschappij en Onderneming nuttige dingen in de maatschappij kan doen. De maatschappij verandert en wij men sen veranderen mee, maar soms niet vlug genoeg. Dit laatste is nauwelijks laakbaar, want het gaat wel erg hard. We leven in een tijd tussen twee tijden, tussen twee stabiele werelden, waarvan de oudste niet meer en de nieuwe nog niet binnen onze gezichtskring valt. Dat is voor de één een boeiende uitdaging, voor de ander een doodvermoeide zaak. Gemakkelijk is het voor niemand. Maatschappij en onderneming Dat geldt ook voor het gebied dat aan geduid wordt met de woorden 'maat schappij en onderneming'. De onderne ming is een doelgerichte organisatie vorm en als zodanig een onderdeel, een orgaan van de maatschappij. Daarom heeft de onderneming te maken met de maatschappelijke verandering. Niet al leen via ieder van de mensen die samen de organisatie bemannen, maar ook in de relatie tussen deze groep als zodanig enerzijds en andere groepen en indivi duen anderzijds. De onderneming heeft hierbij niet alleen te maken met de ge volgen van de maatschappelijke veran dering: zij is ook één van de belangrijk ste bronnen van die wijziging, met name via de in ondernemingen gescha pen en verwezenlijkte technische ver nieuwingen. Het oordeel over de onderneming als maatschappelijk orgaan is snel veran derd. In de jaren na de Tweede Wereld oorlog, toen er een schrijnend gebrek aan goederen en diensten was, werden naar de onderneming kushanden en ro zen geworpen: zij was de enige die deze schaarste uit de wereld kon helpen en derhalve kon zij in de ogen van de meesten geen kwaad doen. En de on derneming kon desgewenst doen naar believen, zolang zij maar zorgde voor de goederen en diensten die de samenle ving nodig had of dacht nodig te heb ben. In de loop van de jaren zestig raakten onze magen en onze huizen goed ge vuld, steeg op het vloedtij van de wel vaart ons opleidingspeil en ons zelfbe wustzijn. Er ontstond ruimte voor de verwezenlijking van persoonlijke wen sen, voor individualisme, voor egoïsme. De bouwstenen van de maatschappij bleken miljoenen 'ikjes' te zijn, waartus sen het cement van een al te groot ver trouwen alras verdween om plaats te maken voor een slecht bindende laag van al te groot wantrouwen. Voor de onderneming werden de kushanden tot scheldpartijen en de rozen tot stenen. En zij kon niet langer doen naar belie ven; naast haar economische ontstond een maatschappelijke taak, intern en ex tern. Er werd een nieuwe dimensie van haar verantwoordelijkheid zichtbaar. Een nieuwe dimensie, waaraan zij moet beantwoorden op straffe van onder gang, ofwel individueel via de gewone concurrentie die ook steeds meer een maatschappelijk element behelst ofwel collectief via de concurrentie tussen de onderscheidende economische stelsels die bestaan dan wel denkbaar zijn. Een initiatief in de jaren zestig In de tweede helft van de jaren zestig was er een kleine groep leiders van on dernemingen, die deze ontwikkeling niet alleen onderkenden, maar die er ook iets positiefs aan wilden doen. De ondernemers, zo voorzagen zij, zullen steeds meer met de maatschappelijke ontwikkeling te maken krijgen. Het is dus zaak hiervoor hun ogen te openen, hen te informeren over de aard van de belangrijkste ontwikkelingen en hen ideeën aan de hand te doen ten aanzien van hun reacties op die ontwikkelingen. Anderzijds, zo stelde die groep, zal de maatschappij zich steeds kritischer te genover de onderneming opstellen. De kritiek is goed als signaal voor het on- dernemingshandelen, mits zij niet geba seerd is op misverstanden, maar op de realiteit van het ondernemingsgebeu- ren. Daarom is het van groot belang dat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 30