meer lijn in contact met institutionele beleggers 28 Tb. zie w 'institutioneel belegger bent uit onze historie een enkele bank verheugde zich in het bezit van een eigen gebouw. Ook de medewerkers van de inspectie dienst moesten meestal maar wat im proviseren. Dikwijls aten zij mee aan de tafel van de kassier; andere mogelijkhe den bestonden in kleine dorpen niét. 's Avonds werd doorgewerkt tot de arbeid kon worden afgerond. In een dorpscafé of ten huize van de kassier werd overnacht. Men moest zich verplaatsen per bus, fiets, trein of tram. 50 a 60 km fietsen per dag was niet ongewoon, evenmin het uren lang wachten tot de volgende busverbinding arriveerde. De lederen jassen die de Centrale Bank verstrekte hadden tot nadeel dat men wanneer de bus gemist werd, vrijwel nooit een lift kreeg omdat men werd aangezien voor ambtenaar van de Crisis-Controle dienst. De heer Visser is gedurende een aantal jaren verificateur geweest van de Friese Waterschapsbond. Na de fusie van bei de Centrale Banken werd 'zijn Bank Wartena' waarvan hij part-time kassier was door 'Leeuwarden' overgenomen. Het grootste deel van het werkgebied van Wartena lag 'over het water' zodat de verstverwijderde cliënten meer dan een uur varen nodig hadden om bij 'hun' werk te kunnen komen. Andere banken waren slechts één of tweemaal in de week met de bus bereikbaar. Het is voor hem nog altijd een grievende herinnering dat in 'Bolwerk', het tijd schrift van het Instituut voor Landbouw coöperatie, wel een 'Warga-nummer' is verschenen waarin alle coöperaties werden genoemd met uitzondering van de Boerenleenbank en dat van een ge geven interview alle notities verloren gingen voordat dit in Bolwerk kon wor den opgenomen. Toeval? Opzet? Slechts enkele indrukken konden wor den weergegeven en slechts zeer wei nig fragmenten van persoonlijke herin neringen. Terugblikker heeft misschien wel moe ten teleurstellen. Zijn plaatsruimte was maar beperkt; zijn erkentelijkheid jegens hen die hem van 'materiaal' hebben voorzien is dat zeker niet. Speciaal mogen nog wel worden ge noemd de heer ir. Swierstra van de Frie se Maatschappij van Landbouw en zijn secretaresse die zeer belangwekkende gegevens wilden afstaan. Wat zullen de volgende jaren voor onze banken in petto hebben? Een vraag die nu in onze tijd van plotselinge en drasti sche veranderingen moeilijk te beant woorden is. Raiffeisens idealen, door zeer velen uit gedragen en in praktijk gebracht heb ben, hoe dan ook, een onuitwisbaar stempel gedrukt op het agrarische leven in ons goede Nederland. Beleggen is een moeilijk vak. Dat is in het maartnummer van ons maand blad uitvoerig uit de doeken gedaan. Dat geldt voor de kleine particulier die zijn bescheiden vermogen een beetje renderender wil maken en daarvoor een beleggingsadviseur van de bank in de arm neemt. Maar evenzeer voor grote beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, stichtingen en verenigingen. En hoewel de 'reuzen' onder deze insti tutionele beleggers eigen mensen in dienst hebben om de ontvangen midde len (premies en contributies etc.) op een verantwoorde wijze te beleggen, blijkt steeds vaker dat ook zij de visie van een grote bankorganisatie zoals de onze zeer op prijs stellen. Voorts is er een flinke groep van middelgrote en kleinere ondernemings- en bedrijfspensioen fondsen, die niet over een eigen staf van deskundigen beschikken en een daad werkelijk beroep doen op beleggingsad viseurs van buiten, bijvoorbeeld van onze Rabobankorganisatie. Ofschoon onze banken vanouds meer te maken hebben gehad met andere cliën- tengroepen (agrariërs, spaarders etc.) nemen de contacten met de institutio nele beleggers gestaag toe. Dat komt mede doordat particuliere besparingen als gevolg van de conjuncturele ontwik kelingen stagneren en zelfs terug drei gen te lopen, terwijl de'contractuele be sparingen via pensioenen en verzekerin gen daarentegen duidelijk door blijven groeien. Deze ontwikkeling wordt nog versterkt nu de reële inkomens in de particuliere sector van werknemers, zelfstandigen en vrije beroepen niet, of nauwelijks zullen toenemen, of zelfs zul len gaan dalen. Het is duidelijk dat onze Rabobankorga nisatie het zich niet kan veroorloven aan deze gang van zaken voorbij te gaan. Concreet betekent dit dan ook dat zowel de centrale bank als de aangesloten banken hun apparaat steeds meer - en steeds gestructureerder - gaan afstem men op het aantrekken van middelen van de institutionele beleggers. Om daaraan concreet gestalte te geven en meer lijn te brengen in de contacten met deze groep beleggers, die voor wat de centrale bank betreft door de diverse bedrijfsonderdelen ad hoe werden on derhouden, is met ingang van 1 januari van het vorig jaar binnen het directoraat effecten en onder het hoofd kapitaal marktzaken, het 'relatiebeheer instituti onele beleggers' opgezet. De accountmanagers van deze activi teit, de heren J. A. Bresser en R. Ko- nigel, zijn over de eerste anderhalf jaar zeer tevreden. 'Het loopt goed en de steun van de aangesloten banken, die in dit geval onmisbaar is, wordt steeds

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 28