bleken tegen deze woeste stroomver snelling. 'Deze geldzuivering eindigde voor deze medebouwers aan het fundament van ons coöperatief landbouwkredietwezen in een tragedie. Indirect werden ook zij nog oorlogsslachtoffer.' De heer Boers- ma maakt een vergelijking tussen de banken van omstreeks 1930 en de Ra- bobanken in onze tijd. Toen kleine opzichzelf staande coöpera ties met een duidelijke sociale inslag; nü uitgegroeid of samengevoegd tot krach tige commerciële ondernemingen met een belangrijke functie in het maat schappelijk bestel en geldverkeer. Toén een centrale organisatie van be scheiden omvang, gevestigd in een oude herenhuis aan de Kromme Nieuwe Gracht te Utrecht (en in Eindhoven was het niet veel anders, Tb.) waar men de hoofden bij naam en toenaam kende; nü hypermoderne kantoorgebouwen en uitgegroeid tot een bank van wereldfor maat Toén leden die voor het merendeel het principe huldigden 'eerst sparen en dan kopen'; nü leden waarvan de meesten dit principe allang verlaten hebben en voor wie geldlenen een normale trans actie betekent. De gedachten van de heer Boersma - en ongetwijfeld van vele oudere functio narissen - blijven toch het sterkst uit gaan naar het kleine begin, de moeilijke jaren, de tijd waarin de dienende taak het duidelijkst naar voren kwam, die te vens de basis was voor de huidige Ra- bobankorganisatie. Oud-hoofdinspecteur over Fries land Een minstens even sterke nostalgie klinkt uit de lange brief die Terugblikker mocht ontvangen van de heer H. te Kol- sté, oud-hoofdinspecteur van de Coöpe ratieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht (thans reeds 14 jaar gepensio neerd). De heer Te Kolsté wil allereerst een onjuiste beoordeling van de Friezen door de rest van Nederland, recht zet ten. 'Wanneer men denkt aan Friesland als een vlak land, Friese meren, stugge mensen, taal die men niet verstaat, ei gengereid, moeilijk - dus nogal in nega tieve zin en generaliserend, denkt men volkomen fout. Er zijn vele soorten Friezen in Friesland, niet zo zeer in aantal, als wel in karakter en wézen.' Men vindt ze in het westen, dus de zeekant, waarvan het noordelijk gedeelte met landbouw en veeteelt, de landbouwstreek van Het Bildt, het Gaasterland, de meren, bos en heide bij Drachten. Er zijn streken waar men Fries spreekt en waar dat niet het geval is. Grote verschillen in godsdienstbeleving van streng dogmatisch tot volkomen vrijzinnig; een bont en zeer gevarieerd H. te Kotste J. Visser geheel dat te zamen Friesland en zijn bewoners vormt. De heer Te Kolsté heeft er meer moeite mee dan vroeger om in de huidige Ra- bobankorganisatie de denkbeelden van Raiffeisen terug te vinden. Hij ziet dat de aanzet tot veranderingen veel minder dan vroeger aan de basis' ontspruit. Dat zal bij een groot bedrijf ook wel niet an ders kunnen, maar de verhouding met de 'achterban' is daardoor wel wat an ders geworden. Te Kolsté zou graag zien dat onze orga nisatie ten volle haar coöperatieve ka rakter weet te behouden. De idealen daarvan zijn het fundament van onze mooie organisatie. Zij moeten niet op de achtergrond komen of door druk van omstandigheden en schaalvergroting in de mist verdwijnen. Speciaal gaat hem ter harte het belang van de 'kleine man'. Laten we goed voor ogen blijven houden - ook nu de organi satie groot en zeer krachtig is geworden - dat die 'kleine man' altijd de zuurde sem was van een gezonde organisatie. De tijden van vroeger zijn voorbij, maar - aldus Te Kolsté - met zo'n overwe ging kunnen we ook nog veel doen. Als man die tijdens zijn werk in de In spectiedienst de ontwikkelingen van de plaatselijke banken van zeer nabij heeft meegemaakt en alle moeilijkheden heeft begeleid, vele vrienden door het gehele land telde, heeft hij natuurlijk heel duidelijk het verschil tussen 'toen en nu' gezien en kunnen analyseren. Misschien is zijn standpunt en is de ver wachting die hij heeft ten aanzien van de ontwikkeling van de Rabobank-orga- nisatie wat te somber gekleurd, maar ook voor zijn kijk mag wel plaats inge ruimd worden. De herinneringen en ver wachtingen van de oudere Raiffeisen- medewerkers behoren toch óók tot het onderwerp: 'Vijfenzeventig jaren Land bouwkrediet'? Improviseren Ten slotte komt nog een derde schrijver 'aan het woord' en wel de, in Friesland zeer bekende heer J. Visser (Wartena) die indertijd, in dienst van de CCRB te Utrecht mede de inspectie behartigde van de banken in Friesland. De heer Visser werd in 1945 door be middeling van de heer De Jong (inspec teur van de Centrale Bank en tevens kassier van de Boerenleenbank Leeuwarden) als hulp bij de inspectie aangesteld. Bij de Centrale Bank Utrecht waren toen meer dan honderd Friese Banken aan gesloten, waarvan slechts enkele nader hand over gingen naar de Friesland Bank. Ook de heer Visser heeft alle moeilijkhe den en narigheden van de geldzuivering ten volle meegemaakt. De kassiers hiel den meestal zitting aan huis, slechts

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 27