geld- en kapitaalmarkt De ontwikkelingen op de Nederlandse geldmarkt we ken in maart af van het internationale patroon. In de landen, die onze belangrijkste handelspartners kunnen worden genoemd, liepen de geldmarkttarieven verder op. In enkele landen ging dat weer gepaard met dis contoverhogingen. De stijging van de internationale rente is in belangrijke mate het gevolg van het anti-in flatoire beleid van de monetaire autoriteiten. In een aantal landen, waaronder de Verenigde Staten, wordt de rente hoog gehouden om de kredietexpansie en de daaruit voortvloeiende inflatoire impulsen wat te ma tigen. De snel oplopende rente aan de overkant van de oceaan had onder meer tot gevolg dat de belangstel ling voor de dollar belangrijk toenam. In de loop van maart liep de notering op de Amsterdamse wissel markt op van f 1,9495 op 29 februari tot f2,1270 op 31 maart. De verbetering van de positie van de dollar had tot gevolg dat de koersen van een aantal andere valu ta's, die worden gezien als alternatieven voor deze munt, onder druk kwamen. Een te grote waardedaling wordt in deze landen beschouwd als onaanvaardbaar omdat daardoor de inflatie verder aangewakkerd zou kunnen worden. Dit had tot gevolg dat ook in deze lan den maatregelen werden genomen om de belangstel ling voor hun valuta te doen toenemen. Per saldo kwam dat onder meer neer op een verhoging van de rente. Zoals gezegd had de internationale renteverhoging geen gevolgen voor Nederland. De oorzaken hiervan zijn drieledig. Op de eerste plaats nam de gulden een relatief sterke positie in binnen het EMS. Hoewel zijn waarde ten opzichte van de dollar verminderde, was de gulden gedurende de gehele maand een van de sterk ste EMS-valuta's. Op valutair gebied waren dus geen redenen aanwezig op grond waarvan de rente omhoog zou moeten. Daarnaast was de geldmarkt in maart re latief ruim. Nadat de banken in de eerste twee maan den van het jaar meestal f 3 a f 5 miljard in het krijt stonden bij De Nederlandsche Bank konden hun voor schotten in de loop van maart worden teruggebracht tot minder dan f 1 miljard. Dus ook geldmarkt-tech nisch was er ruimte voor een rentedaling. Als laatste factor - en last but not least - dient het geldmarktbe- leid van De Nederlandsche Bank te worden genoemd. Door een forse marktsteun gaf zij een duidelijke impuls aan de rentedaling. Dit deed zij met name door te ko men met speciale beleningsfaciliteiten, waarvan de rente langzaam omlaag tendeerde. De begin maart vervallende beleningen (f 1,3 miljard) werden vervan gen door nieuwe ten bedrage van f 1,0 miljard, terwijl de markt-technische noodzaak daartoe nauwelijks aanwezig was: de collectiviteit van de banken had ruimschoots voldoende aan de contingenten. Enige weken later was de geldmarkt nog ruimer. Niettemin kwam De Nederlandsche Bank toen opnieuw met bele ningen om de vervallende te vervangen. In totaal werd het bedrag vastgesteld op f 260 miljoen tegen een ren te van 10% Per saldo konden de tarieven - voor 3-maands inter- bancaire deposito's - dalen van circa 13 tot net bo ven de 11%. Het maandgemiddelde liep terug van 12,10 tot 11,59%. De callgeldrente daalde, onder in vloed van de gedurende enige dagen zeer ruime geld markt, zelfs tot onder de 4 Een rentepercentage dat tegenwoordig bijna ondenkbaar is. De lagere geld markttarieven gaven de banken aanleiding om tegen het einde van de maand de zogenaamde extra opslag rente met 1/2 punt te verlagen tot 1 De relatief ruime positie waarin de geldmarkt verkeer de ging gepaard met een situatie waarin de bodem van de schatkist goed zichtbaar was. Drs. J. M. Buysse Studiedienst De minister van Financiën moest herhaaldelijk gebruik maken van de extra beschikkingsruimte die hij gekre gen had door de overheveling van de bijzondere reke ning van het Rijk bij De Nederlandsche Bank naar haar normale rekening. Om in de toekomstige seizoenma- tige en incidentele kasbehoeften van het Rijk te voor zien is een nieuw financieringsarrangement tussen de Staat en De Nederlandsche Bank overeengekomen. Hierin is bepaald dat in de periode maart 1980/februari 1981 de Staat schatkistpromessen ten bedrage van maximaal f2.350 miljoen bij De Nederlandsche Bank kan plaatsen, met dien verstande dat het gemiddelde bedrag genomen over deze 12-maands periode niet meer mag zijn dan f785 miljoen. De rente waartegen dit gebeurt is gelijk aan het wisseldisconto. Ten opzich te van het vervallende arrangement betekent een en ander dat de faciliteiten ruim verdubbeld worden. De Agent van Financiën, die zich eerder dit jaar reeds actief had getoond, maakte van de relatieve ruimte op de geldmarkt gebruik door te komen met een nieuwe schatkistpapieremissie. De banken konden op 21 maart inschrijven op 31/2 jaar schatkistbiljetten. Bij een rente van 10%% werd deze emissie f729,5 miljoen groot. Deze rente is de hoogste die ooit betaald werd voor schatkistbiljetten. De monetaire financiering van het fi nancieringstekort loopt inmiddels vlot. Door middel van de drie emissies van dit jaar is inmiddels f2162 miljoen geplaatst, hetgeen reeds ruim f150 miljoen meer is dan er in 1980 vervalt. Dat betekent dat de ko mende schatkistpapieremissies volledig bijdragen aan de monetaire financiering van het tekort. Dat wil overi gens nog niet zeggen dat de dekking zonder problemen zal verlopen. De financieringsbehoefte van de overheid en met name van het Rijk, is gigantisch. In zijn ontslagbrief stelde ex-minister Andriessen dat de financieringsbe hoefte van het Rijk f20 miljard zou bedragen. Zelfs met ombuigingen van circa f3 miljard resteert er een be hoefte van rond de f 17 miljard, dat is ruim f 1 miljard meer dan het overeenkomstige cijfer van 1979. Daarbij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 38