Een kern waar pit in zit. geestdrift van het zelfwerkzame volkje... In dit opzicht kwamen unieke samenwerkingsverbanden tot stand, hoewel er ook deelnemersgroepen zijn geweest, die het zwaar te verduren hebben gehad. Gesteund door de 'Kern waar pit in zit' konden ze toch de moed opbrengen door te zetten, zodat ze ten slotte toch het pleit van aanvankelijk tegenwerkende overheidsinstanties wonnen. Het begin van de actie welke in januari 1978 van start ging en waarvan de projecten tussen september 1978 en oktober 1979 gerealiseerd moesten worden, is moeilijk geweest. Gedurende de eerste drie maanden werden overal in het land voorlichtingsavonden gegeven. Aanvankelijk was de belangstelling vrij gering, maar ook het organisatiecomité van de KNHM bleek over vasthoudendheid te beschikken; trok van stad naar dorp en verrichtte ware pioniersarbeid om de actie aan de man te brengen. Over de resultaten van deze inspanning bleef men in onzekerheid, totdat de sluitingsdatum van de inschrijftermijn in zicht kwam: op 30 juni van dat jaar meldden zich definitief 194 deelnemende groepen voor de competitie 'Een kern waar pit in zit', waarvan er uiteindelijk 146 overbleven. Het werd het dubbele van wat verwacht was! Projecten van de meest uiteenlopende aard werden aangemeld. De actie heeft evenwel veel meer bereikt dan alleen maar het in competitieverband bij elkaar brengen van deelnemende groepen. Er bleek een veel diepere waarde in verscholen te liggen, die vooral door de deelnemers bij verrassing werd ontdekt. De actie bracht namelijk ook de mensen tot elkaar. Eén van de deelneemsters zegt daarover: 'Als ménsen hebben wij elkaar leren kennen. Vriendschap en respect voor elkaar vormen ook een stukje leefbaarheid en dat hebben we er extra bij gekregen...' Het publiek werd geactiveerd tot de praktijk-van-het-doen en dikwijls ook werd aan bestaande milieugroepen de stimulans gegeven om plannen die tot dan toe slechts in een praat-stadium bleven verkeren, tot ingeschreven project te verheffen en ten uitvoer te brengen. Overlegsituaties ontstonden met plaatselijke overheden en regionale overheidsinstanties; ja, zelfs tot in Den Haag toe drong de 'Kern waar pit in zit' door! Het is wellicht een juiste formule geweest om de realisering van de aangemelde projecten te wringen in het keurslijf van één jaar. Misschien juist daardoor werden de geesten vaardig. De deelnemers wisten dat ze geen tijd verloren mochten laten gaan. En dat zal ongetwijfeld hebben bijgedragen tot 'niet-zaniken-maar-doen!' In dit verband een klein voorbeeld maar toch groots van inhoud, getuigend van creatieve en gemeenschappelijke aanpak: de Kerktuinmarathon in de buurtschap De Noord, gelegen in de polder Heerhugowaard. De tuin rondom kerk en pastorie verkeerde in een enigszins desolate toestand. Men besloot hiervan een 'Kern waar pit in zit'-project te maken. Dat werd een 24 uurs-marathon. Aanvang 17.00 uur tot de volgende dag 17.00 uur. In totaal werkten 313 inwoners van De Noord in ploegen van tien tot twintig personen, non-stop! Het resultaat: een totaal herschapen tuinaanleg, die mede bijdraagt ter verfraaiing van de buutschap. Spijtig voor het project Reeuwijk-Brug in Zuid-Holland, dat de tijdsduur van één jaar niet toereikend bleek te zijn. Want daar heeft zich een inspraakprocedure ontwikkeld met gemeente en aannemers enerzijds en toekomstige bewoners anderzijds, betreffende een aanzienlijk contingent woningen, dat als voorbeeld zou moeten dienen voor tal van nieuwbouwprojecten in Nederland.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 36