33 In het voorjaar lopen de gemoederen in de landbouwpolitiek altijd hoog op. Deze broedende kievit trekt zich er duidelijk niets van aan. Het is zo maar een plaatje. Leuk om naar te kijken en om het Brusselse geweid even bij te vergeten. In Brussel is dit voorstel niet enthousiast begroet. Zo'n aanpak zou volgens onze minister van landbouw Euro pees gezien alleen haalbaar zijn, wanneer ook aan de genen die meer produceren een extra heffing wordt opgelegd. Het agrarisch bedrijfsleven voelt voor dit laatste wei nig. Men komt dan dicht bij een zogenaamd contingen- teringsysteem. Een voorbeeld daarvan is dat per bedrijf voor een bepaalde hoeveelheid melk een 'normale' prijs wordt gegeven en voor het meerdere een lagere prijs. Tegenstanders van contingentering wijzen op de uitvoeringsproblemen. Er ontstaan dan twee soorten melk, of eigenlijk drie, naast volle en halfvolle melk ook nog 'zwarte' melk. Contingentering van de melkpro- duktie zal niet zonder een fijnmazig controlenet kun nen. Daarnaast speelt in de discussie veel principiëler de vraag in hoeverre de bestaande produktiecapaciteit een voorkeur moet genieten boven nieuwe capaciteit of meer-produktie. Bedrijven die vaak door omstandigheden van buiten of door persoonlijke factoren nog niet op een toereikend produktieniveau zitten zouden minder kansen krijgen. Om dit bezwaar op te heffen zou in bepaalde situaties ruimte moeten worden gegeven voor groei. In theorie kan dit, maar in de praktijk zal men het over zo'n sy steem in de Europese Gemeenschap eens moeten wor den, en gesprekken over uitzonderingen kunnen dan al gauw leiden tot de uitzondering van gehele landen. Ook nu al maken Italië en Ierland zich sterk, om even als de berggebieden in de Gemeenschap, uitgezonderd te worden van ingrijpende maatregelen op de zuivel- markt. Mede om die reden is Nederland voorstander van maatregelen die voor het gehele gemeenschap gelden. Of deze opzet slaagt is nog de vraag. De nieuwe minister van landbouw, ir. G. Braks, zal zijn vroegere onderhandelingservaring als vertegenwoor diger van het Nederlandse Ministerie van Landbouw in Brussel de komende tijd goed kunnen gebruiken. Lichtpunt In het huidige EG-landbouwbeleid is ook nog een licht puntje. Jarenlang is het EG-beleid geteisterd door de gevolgen van wisselkoersveranderingen. Doordat de landbouwprijzen zijn uitgedrukt in Europese rekeneen- heden, dalen de EG-landbouwprijzen in een land waar de munt in waarde stijgt. Om dit te voorkomen worden compenserende grensheffingen opgelegd. Ook wordt op die manier voorkomen dat de handelsstromen zich plotseling verleggen. Bij een waardestijging van de munt gebeurt het omgekeerde. Om een al te snelle stij ging van de landbouwprijzen te voorkomen wordt in verband met de kosten van levensonderhoud door middel van toeslagen de import goedkoper gemaakt. Door de monetaire onrust in de laatste 10 jaar zijn op deze wijze nieuwe grensbarrières ontstaan die oplie pen tot heffingen en toeslagen van meer dan 25 In 1979 is mede door het ontstaan van het Europees Mo netair Systeem weer meer stabiliteit op de geldmark ten ontstaan. Een aantal monetaire compenserende bedragen is afgebroken. Ook door de versterking van het Engelse pond is deze situatie sterk verbeterd. Wat Engeland betreft zijn de grensheffingen in een jaar te ruggebracht van 27 naar 0 Ook voor Frankrijk en Italië is bijna schoon schip gemaakt. Daarmee zijn deze landen weer toegegroeid naar de eenheidsmarkt. Voor

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 33