I7 wat ons bezighoudt^)
Juliana, ónze Koningin van 1948 tot 1980
Bij haar aftreden deze maand beseffen wij vóór alles hoe diep wij ons
met haar persoon, haar warme optreden, wijsheid en tegelijk
menselijkheid, verbonden voelen!
Haar opvolgster, Koningin Beatrix, moge zich verzekerd weten van
onze beste wensen en van de band die wij - een organisatie, ontstaan
in het jaar waarin haar grootmoeder werd ingehuldigd - ook met haar
voelen.
OVERHEID ACHTER DE GEWONE
SPAARDER:NU!
'De spaarquote van gezinnen komt nu
werkelijk onder druk.' 'De doorsnee con
sument komt nauwelijks nog aan spa
ren toe.' 'De nationale besparingen zul
len waarschijnlijk in de tachtiger jaren
opnieuw in het middelpunt van de be
langstelling komen te staan.'
Drie citaten uit drie willekeurige recente
financiële persknipsels. Het is duidelijk:
het gaat met het sparen niet goed, de
cijfers van banken en spaarinstellingen
wijzen dit uit. En dat is, als het zo blijft,
een ernstige zaak. Naar twee kanten:
voor de spaarder zelf, die een door hem
zelf opgebouwd behoorlijk spaarsaldo in
zijn huishouding niet of nauwelijks kan
missen en daarnaast ook voor de natio
nale volkshuishouding. Alle spaarsaldo's
te zamen voor de gewone, men mag
ook zeggen de kleine, spaarder - want
daar doelen we nu op - leveren indirect
een wezenlijke bijdrage aan 's lands
economie. Ze zijn er onmisbaar voor!
Voor de relatieve slechte spaarresulta-
ten zijn - al blijft het gissen - tal van
oorzaken op te noemen. Hoe dat ook zij,
alle deskundigen zijn het erover eens
dat de spaarzin zeer dringend aange
moedigd moet worden. Banken mogen
zich daarvoor nog zo inspannen met
spaaracties, veel effectiever is dat de
overheid zodanige maatregelen neemt,
dat het spaarklimaat en de spaarzin
krachtig bevorderd wordt. Dit mag zelfs
van de overheid geëist worden, daar zij
er zelf mede baat bij heeft als door par
ticulieren en gezinnen jaarlijks een rede
lijk bedrag gespaard wordt. Geld moet
rollen, maar geld moet ook gespaard
kunnen worden I
Helaas, wat van overheidszijde tot nu
toe in dit opzicht is gedaan, is rondweg
teleurstellend. Er ligt, inmiddels van ja
ren her, nog altijd een door de Tweede
Kamer aangenomen motie Kruisinga,
die erop aandringt het sparen door de
kleine spaarder te bevorderen. Veel re
sultaat heeft die motie nog niet opgele
verd. De dit jaar van kracht geworden
belastingvrijstellingsregeling van f 500,-
rente-inkomsten is in ieder geval alleen
in schijn een verbetering, want door de
saldering van de rentelasten zal de
doorsnee spaarder haar als een ver
slechtering ervaren met de oude rege
ling, toen in ieder geval f 200,- aan ren
te belastingvrij kon worden getou
cheerd.
Wij zijn daarom van mening, dat het de
hoogste tijd wordt dat de overheid ha
rerzijds met een werkelijke stimulans
komt. Terwijl sinds jaar en dag bepaalde
vormen van sparen via levensverzeke
ring met fiscale faciliteiten zijn omringd,
mag men toch langzamerhand wel bij
voorbeeld een voorstel tot inflatie-neu
trale belastingheffing op de spaarrente
van de gewone spaarder verwachten!
Overigens willen wij ons in dit bestek
niet op enig systeem vastleggen. Van
belang is thans dat de overheid er ern
stige zaak mee maakt. Zij dient ook ha
rerzijds te overwegen of het huidige sal-
deringssysteem wel de juiste greep is
geweest, of niet beter een bedrag ad
f 500,- aan ontvangen rente zonder sal
dering met betaalde rente aftrekbaar
gesteld kan worden. En als wij lezen, dat
in parlementaire kringen gesuggereerd
wordt de aanschafprijs van aandelen tot
een bepaald bedrag aftrekbaar voor de
belasting te maken, en de dividendont-