Ook wanneer de verhuurder de huur heeft opgezegd kan de huurder in de woning blijven. De huurovereenkomst blijft namelijk van kracht. Ook bij opzeg ging moet de verhuurder zich tot de rechter wenden met het verzoek een tijdstip te bepalen, waarop de huurove reenkomst eindigt en de huurder de wo ning dient te verlaten. Deze huuropzegging moet geschieden bij deurwaardersexploit of bij aangete kende brief. Als de echtgenoot mede huurder is - hierop wordt later terugge komen - moet de opzegging aan beide echtgenoten afzonderlijk worden ge daan. De opzegging moet de gronden vermelden die tot de opzegging hebben geleid, terwijl tevens de huurder moet worden gevraagd binnen zes weken schriftelijk aan de verhuurder mede te delen of hij al dan niet toestemt in de beëindiging van de overeenkomst. De opzeggingstermijn voor de verhuurder mag niet korter zijn dan drie maanden, terwijl voor elk jaar dat de huurder krachtens overeenkomst ononderbro ken in de woning heeft gewoond, deze termijn met een maand wordt verlengd, tot ten hoogste zes maanden. Wanneer de huurder binnen de hem ge geven termijn van zes weken niet rea geert door schriftelijk te verklaren dat hij in de beëindiging van de huurovereen komst toestemt, moet de verhuurder zich tot de kantonrechter wenden met het verzoek het tijdstip vast te stellen waarop de huurovereenkomst zal ein digen. Daarbij moet de verhuurder de gronden aangeven waarop de beëindi ging van de huurovereenkomst wordt verzocht. Deze gronden zijn limitatief in de wet opgesomd en de kantonrechter kan alleen op basis van daarvan opge somde gronden het verzoek toewijzen. Gronden De gronden waarop de huur kan worden beëindigd zijn de volgende: 1 indien de huurder zich niet heeft ge dragen zoals een goed huurder be taamt; 2 indien de huurovereenkomst voor be paalde tijd is aangegaan en de verhuur der uitdrukkelijk heeft bedongen dat de woning na afloop van die termijn moet worden ontruimd. Tot de in de wet na der gepreciseerde gevallen mag worden gerekend het geval dat iemand zijn wo ning tijdelijk verhuurt, omdat hij bijv. voor enige tijd naar het buitenland ver trekt en de woning na zijn tussenkomst weer wil gaan bewonen; 3 indien de verhuurder aannemelijk maakt dat hij de woning dringend voor eigen gebruik nodig heeft. De kantonrechter zal hierbij naar billijk heid in aanmerking moeten nemen de belangen en behoeften van beide partij en en van de onderhuurders, terwijl te vens zal moeten blijken, dat de huurder andere passende woonruimte kan ver krijgen; 4 indien de huurder niet toestemt in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst. Dit aanbod mag niet inhouden een wij ziging van de huurprijs of van de ser vicekosten; 5 indien de verhuurder een bestem ming wil verwezenlijken die op het ge huurde ligt krachtens een geldend be stemmingsplan. Indien de rechter een verzoek tot beëin diging van de huurovereenkomst op de onder sub 3 of 5 bedoelde gronden toe wijst, kan hij tevens een bedrag vast stellen dat de verhuurder aan de huur der moet betalen ter tegemoetkoming in diens verhuis- en inrichtingskosten. De bescherming van de huurder is in de nieuwe wettelijke bepalingen verder ge waarborgd in de volgende situatie. Indien een verhuurde woning wordt ge kocht kan de nieuwe eigenaar/verhuur der gedurende drie jaar de huurovereen komst niet opzeggen met het oog op ei gen gebruik. De termijn van drie jaar be gint te lopen op het moment, waarop de huurder schriftelijk in kennis is gesteld van het feit dat de koper de nieuwe eigenaar van de woning is geworden. De nieuwe wettelijke regeling houdt ook rekening met anders blijkende be doelingen dan zijn voorgewend. Wan neer bijvoorbeeld een huurovereen komst op verzoek van de verhuurder zou zijn beëindigd, hetzij doordat de rechter het verzoek daartoe heeft toegewezen, hetzij doordat de huurder daarin heeft toegestemd, dan is de verhuurder je- gens de huurder tot schadevergoeding gehouden, indien blijkt dat de wil om de woning duurzaam in gebruik te nemen in werkelijkheid niet aanwezig is ge weest. Aldus kan worden voorkomen dat de huurder de woning verlaat of moet verlaten, alleen om de verkoper daardoor een kans te geven voor de wo ning een hogere prijs te maken. Echtgenoot medehuurder Aparte aandacht wordt in de nieuwe re geling geschonken aan de positie van de medehuurder. De echtgenoot van een huurder is van rechtswege mede huurder, zolang de echtgenoot in de woning zijn hoofdverblijf heeft, on geacht of de huurovereenkomst vóór danwel na het aangaan van het huwelijk is gesloten. Indien de huurovereen komst ten aanzien van de huurder ein digt, wordt de medehuurder huurder. Deze bepaling is met name van belang bij een scheiding, omdat de echtgenoot die in de gemeenschappelijke woning blijft wonen, in dat geval tegenover de verhuurder als huurder aanspraak op de woning kan maken. Ook bij overlijden van de huurder/echt genoot zet de medehuurder de huur overeenkomst als huurder voort. Ook wanneer de huurder van een wo ning en een andere persoon, die in de woning zijn hoofdverblijf heeft met de huurder een duurzame gemeenschap pelijke huishouding heeft, kan die ander als medehuurder worden aangemerkt. Zij moeten dan te zamen aan de ver huurder vragen daarmee in te stemmen. Als de verhuurder niet binnen drie maanden schriftelijk heeft verklaard er mee in te stemmen dat die andere per soon medehuurder wordt, kunnen de huurder en die andere persoon zich tot de kantonrechter wenden met het geza menlijke verzoek te bepalen dat de an der medehuurder wordt. De kanton rechter zal het verzoek toewijzen indien beide personen gedurende ten minste twee jaar in de woning hun hoofdverblijf hebben gehad en een duurzame ge meenschappelijke huishouding gedu rende ten minste die periode met elkaar hebben gevoerd. Ook in dat geval geldt dat, indien de huurovereenkomst ten aanzien van de huurder eindigt, de me dehuurder huurder wordt. Zoals hierboven al is gezegd, zet de me dehuurder bij overlijden van de huurder de huurovereenkomst als huurder voort. Wanneer echter iemand in de woning zijn hoofdverblijf heeft en met de overle den huurder een duurzame gemeen schappelijke huishouding heeft gehad, zonder dat hij medehuurder was, kan hij niettemin de huurovereenkomst nog ge durende zes maanden na het overlijden van de huurder voortzetten. Binnen die termijn kan hij aan de kan tonrechter verzoeken te bepalen dat de overeenkomst ook na die termijn kan worden voortgezet. Ten slotte mag ten aanzien van de me dehuurders worden opgemerkt dat een belangrijke consequentie is, dat de me dehuurder hoofdelijk aansprakelijk wordt voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst voortvloeiende. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid geldt echter niet voor die verplichtingen, die reeds opeisbaar waren voordat de per soon in kwestie medehuurder werd. Onderhuurder Ook de positie van de onderhuurder is in de nieuwe wettelijke bepalingen verbe terd. Wanneer de onderhuurder een zelfstandige woning huurt - zie voor het begrip zelfstandige woning hierboven - wordt in geval van beëindiging van de huurovereenkomst tussen huurder en verhuurder deze huurovereenkomst voortgezet door de verhuurder. Deze voortzetting van de huurovereenkomst heeft van rechtswege plaats en geldt al leen wanneer een zelfstandige woning wordt bewoond. Wanneer het gaat om onderhuur van kamers, al dan niet met medegebruik van gezamenlijke voorzie ningen, dan geldt deze voortzetting niet. Beëindiging van de huurovereenkomst tussen huurder en verhuurder betekent dan ook het einde van de onderhuur overeenkomst. De onderhuurder zal dan de woonruimte moeten verlaten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 25