19) 79
CBRT
rabobank houdt
in ere
De discussie over de cent gaat
door, ook al is ze de laatste
weken in een wat lagere
versnelling terechtgekomen. Dat
is begrijpelijk want de indiening
van de aangekondigde muntnota,
waarin de plannen met onze
kleinste, 165 jaar oude, munt uit
de doeken worden gedaan, is
vertraagd door de wisseling van
de wacht op het ministerie van
financiën. Bij de afsluiting van dit
nummer van ons maandblad was
de nota ten minste nog niet bij de
Tweede Kamer gearriveerd. De
dames en heren hebben ook wel
iets anders aan het hoofd.
Dat neemt niet weg dat de financiële
wereld en het bedrijfsleven bijzonder
nieuwsgierig zijn naar wat er nu precies
uit de koker van het departement aan
de Haagse Korte Voorhout komt rollen.
De door financiën noch ontkende, noch
bevestigde berichten tot nu toe luiden
als volgt. De cent wordt afgeschaft als
betaalmiddel. De stuiver wordt de klein
ste pasmunt en wordt ook in een ander
jasje gestoken. Maar de cent blijft wel
bestaan als rekeneenheid. In de praktijk
zou dat er op neerkomen dat de in cen
ten luidende prijzen bij de betaling naar
boven en naar beneden worden afge
rond. Bedragen die eindigen op 1 of 2
cent en op 6 of 7 cent worden naar be
neden afgerond, terwijl de overige in
centen luidende prijzen naar boven wor
den afgerond. Concreet: een knoop van
32 cent gaat 30 cent kosten en een paar
schoenveters van 98 cent precies één
gulden.
Zo op het eerste gezicht lijkt dit van de
Zweden afgekeken systeem redelijk en
werkbaar. Sommige grootwinkelbedrij
ven werken er al mee en ook bij ver
schillende tankstations gebeurt dit al.
De redenering er achter is dat de afron
dingen naar beneden en naar boven el
kaar in evenwicht zullen houden, zodat
de consument per saldo niet bang hoeft
te zijn teveel te betalen.
Bij nadere beschouwing echter zijn re
serves ten opzichte van dit plan zeker
op hun plaats. Immers, het is nog zeer
de vraag of de hele scala van in centen
luidende prijzen wel zo evenwichtig is,
dat de naar beneden af te ronden prijzen
even vaak voorkomen, als die welke
naar boven kunnen worden afgerond.
Men hoeft slechts de wekelijkse adver
tenties van de levensmiddelenbedrijven,
waar het centenprobleem het actueelst
is, na te vlooien, om tot een tegenover
gestelde conclusie te komen. Zo de prij
zen in deze advertenties al niet op een 5
of op een nul eindigen, dan toch wel
heel vaak op een 8 of een 9. Deze zou
den dus allemaal naar boven worden af-