leven, olie- en goudprijzen enz. enz. is sterk genoeg. Zo sterk, dat ook de 'gewone man', die zich, naar uit een recent onderzoekje blijkt, nauwelijks bekreunt om wat in miljoenennota's wordt bekokstoofd, toch wel in de gaten heeft dat de tijden iets veranderd zijn. Inderdaad, de economen hebben dat al veel eerder ontdekt. Zij hebben aanvankelijk aarzelend en later met al meer aplomb de leer van de lange golven in het economisch leven uit een vergeten la tevoorschijn gehaaid en een beetje krant heeft in de tweede helft van de zeventiger jaren zeker wel eens een grafiek met de Kondratieff- golven afgedrukt. In ons blad deden we dat voor het eerst in september 1975. Dat was tevens de eerste keer dat ik over die lange golfbeweging hoorde en ik moet zeggen dat deze me sindsdien in gedachten is blijven achtervolgen. Het idee is eigenlijk simpel. Aan aller hande statistische gegevens vooral die van wereldprijzen, maar ook bijvoor beeld die van investeringen en aande lenkoersen - kan een golvende grafiek opgesteld worden die de ontwikkeling van de welvaartsgroei aangeeft. Zo'n golf duurt ongeveer 50 jaar, eerst om hoog en dan over de top heen omlaag, hetgeen dan betekent dat de welvaart minder toeneemt. De naam van Kondra- tieff wordt gewoonlijk met deze cycli in de economie verbonden, omdat hij er in 1926 a/s een der eersten een weten schappelijk artikel over publiceerde. Hij was een Rus en zijn opvattingen zijn hem niet in dank afgenomen; de door hem ontwaarde 'wetmatigheid' strookte niet met de inzichten van de machtheb bers in zijn moederland. In 1930 werd Kondratieff ais reactionair naar Siberië verbannen Nieuws onder de zon gaf echter de om standigheid, dat we in de afgelopen ja ren sinds ongeveer een halve eeuw weer zelf een omslag van de golf over de top uit eigen ervaring konden mee maken. Dat was 'voer voor economen'. En is het nog! Het bestaan van de lange golf kwam volop in discussie en er werd voor het eerst sedert de groeitijd van de jaren '50 en '60 weer verder gekeken dan de toen gehanteerde korte conjunc tuurgolven lang waren. Wie aanvanke lijk nog aan het bestaan van de lange golf twijfelde, moest wel erkennen dat deze zich dan toch maar precies volgens het boekje tot in eigen tijd voortbe weegt. Het is een verschijnsel dat, ge zien de frappante regelmaat (we zitten nu ai ruim 30 jaar in de vierde golf sinds 1780) niet te negeren valt. Zeker niet als we de laatste jaren er bewust op heb ben gelet. Ook voor de economische leek is die lange golf enorm boeiend. Want wat is de reden voor die golfbeweging, waarom groeit de wel vaart twintig, vijfentwintig jaar hard en wordt de groei daarna gedurende een zelfde tijd afgeremd en komt hij mis schien zelfs tot stilstand? Waarom wis selen voorspoed, recessie, depressie en herstel, over periodes van een halve eeuw gezien, als het ware met de regel maat van de klok? Is die dwangmatigheid te doorbreken? Kunnen we de groeiperioden versneld doen komen en het afglijdingsproces voorkomen of althans afremmen? Dit laatste wordt natuurlijk door de verant woordelijke knappe koppen geprobeerd. Daarvoor hoef je niet eens in de lange golfte 'geloven'; een woord datje haast ongemerkt uit de pen vloeit. Want het eigenaardige van die lange golf is, dat er al jaren door economen allerlei verkla ringen voor zijn aangedragen, maar dat geen enkele verklaring echt bevre digend lijkt. Al die verklaringsgronden hebben iets plausibels, de een wijst op uitvindingen, de ander op oorlogen, op monetaire ontwikkelingen, op verzadi ging van de vraag en op nog veel meer. Het lijkt allemaal redelijk, maar je blijft telkens met de vraag zitten, waarom doen die verschijnselen zich in de tijd blijkbaar precies volgens de lange golf beweging gelden. Een voorbeeld: aan genomen, dat grote uitvinders 'altijd' geboren worden, waarom is er dan blijk baar in de ene tijd volop lust om van uit vindingen gebruik te maken en komen ze in een andere tijd (zeg 25 jaar later) nauwelijks aan bod. Hoe kan dat? Is het soms, omdat de grote massa dan niet voor veranderingen voelt? En waarom voelt die er dan niet voor? Die lange golf heeft iets raadsel achtigs. Wij ervaren hem aan zijn economische verschijnselen (groei, recessie, depressie, opleving), maar zou de oorzaak niet meer in het sociale, het cultuur-historische leven kunnen liggen? Precies vier jaar geleden schreef ik in mijn eenvoudigheid naar aanleiding van een eventuele verklaring van de golf: 'Het zou een onderzoekter rein ook voor de niet-economische we tenschappen kunnen zijn: de sociologie, de psychologie en misschien zelfs de fi losofie. En zie, vorige maand stond in het VU- Magazine een artikel over een werk groep 'Lange Golven', onlangs ingesteld aan de Vrije Universiteit. Die werkgroep gaat zich stelselmatig richten op het verband dat er tussen de lange golven in de economie en andere terreinen van de wetenschap kan bestaan. Daar is nog weinig van bekend en een zeer bre de werkgroep aan de VU gaat dat nu onderzoeken. Natuurlijk zijn daar statis tici en economen bij, maar ook weten schappers op het gebied van de sociolo gie, de criminologie, de geschiedenis en zelfs van de filosofie en van het litera tuuronderzoek. Dat laatste is niet zo gek, omdat schrijvers van romans en to neelstukken hun tijd vaak net iets voor uit zijn. Het hoeven geen Oswald Spenglers of Huizing a's te zijn, ook in de gewone romanlectuur - zelfs tegen woordig op de TV - zie je hoe de onder werpen verschuiven en andere accenten naar voren komen. Symptomen van de lange golf of mede oorzaken? De VU-werkgroep wil niet alleen door een economische bril zien. Ze wil ook trachten elders 'bewe gingen' op te speuren, bijvoorbeeld van politiek-sociale ontwikkelingen. Ook acht ze het mogelijk, dat het geestes leven wel eens een golfbeweging zou kunnen vertonen, hoe moeilijk het ook zal zijn om zo'n beweging exact vast te stellen. Ik voor mij verwacht, dat de werkgroep straks wat op het spoor komt en de gezochte verbanden kan leggen. Net als vier jaar geleden, wil het er bij mij niet in, dat zo'n lange golf niets te maken heeft met maatschappelijke en mentale processen, die zich in een bepaalde generatie voordoen. De tijd, dat een mens bewust en tegelijk actief in het leven staat, is ongeveer vijftig jaar; net zo lang, als een lange golf. Er moet haast wel een verband bestaan met het algemeen menselijk gedrag, zo als zich dat uit in het zakendoen, in de cultuur, in het onderlinge gedrag, het geestesleven enz. Wel zal het heel moeilijk zijn dat overtuigend te bewij zen. ik waag me niet aan conclusies, die uit zo'n verband, uit de 'onafwendbaarheid' van een lange golf op economisch en ander terrein getrokken kunnen worden. Moeten we er beducht voor zijn? We zouden mijns inziens wel eens tot het verrassende inzicht kunnen komen, dat het voor onze menselijke samenleving als geheel heel heilzaam is, dat de ene 'soort tijd' periodiek door een 'ander soort' tijd wordt opgevolgd, vooral a/s we erin slagen de scherpste kanten van de golfbeweging door passende maat regelen wat af te slijpen. Welzijn is ten slotte méér dan welvaart! Zo'n gedach te dwaalt echter al wel heel ver af van de 'simpele' kwantitatieve eb- en vloed beweging in de economische groei, waar we mee begonnen. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 5