beleggen een moeilijk vak Over de moeilijkheden bij het beleggen van geld worden dikwijls verzuch tingen geslaakt. Niet alleen door de beleggers zelf, die uiteindelijk de beslissing moeten ne men, maar ook door diegenen die van het voorbereiden van zo'n beslissing hun dagtaak maken. Het is duidelijk dat het bij deze laatste groep gaat over beleggingsadviseurs, vermogensbeheerders en beleggingsanalisten. Van hen wordt verwacht dat zij hun cliënten bijstaan met panklare adviezen over een materie die zeker de laatste vijf jaren nu niet direct opvalt als een tot de verbeelding sprekende successtory. Aftakeling Zoals eerder naar voren kwam in een artikel in het december '79-nummer van 'Rabobank', zijn vooral aandeelhouders geleidelijk een groep geworden die tij dens de stormachtige ontwikkeling van de laatste jaren zware klappen te incas seren kreeg. Ook de belegger echter die een zekerheid dacht te vinden in beleg ging in staatsobligaties is bedrogen uit gekomen. Met het toenemen van het tempo in de geldontwaarding immers, waardoor de rentetarieven op de kapi taalmarkt mede werden omhoogge- stuwd, kon hij slechts één zekerheid als de zijne beschouwen, namelijk dat wat hij van zijn oorspronkelijke investering terugkreeg in de vorm van rente en af lossing, inmiddels aanzienlijk in koop kracht was teruggelopen. Omdat boven dien de fiscus nog een deel van de op brengst eist, kan het succes van een dergelijke belegging in de meeste geval len wel als minimaal worden be schouwd. Ook de aandeelhouder had te lijden van deze zelfde ontwikkeling, terwijl hij bo vendien nog door een aantal angstaan jagende fantomen op de hielen werd gezeten. Hij moest zich immers ook nog zien te verweren tegen de ongunst der tijden in de wereldeconomie, die zwaar werd getroffen toen de olieproduceren de landen aan het Westen de rekening presenteerden voor een decennia lang laag gehouden olieprijs, welke verspil ling en het ontstaan van ongebreidelde groeifilosofieën in de hand werd ge werkt. Vooral deze laatste moesten drastisch worden bijgesteld met alle gevolgen van dien met name voor die beleggings objecten die op de verschillende beur- F. van Bronkhorst Beleggingsonderzoek zen gewaardeerd werden op grond van een veronderstelde verdere en onge stoorde groei, hetgeen nu plotseling sterk in twijfel werd getrokken. De gevolgen van de mindere groeiver wachtingen kunnen dan ook ronduit dramatisch worden genoemd. Aangezien echter het terugschroeven van de waarderingsnormen voor aande len zich over een periode van een ze vental jaren voltrok, heeft de enorme vermogensaftakeling die hiervan het ge volg was nooit in dezelfde mate in de schijnwerpers gestaan als bijvoorbeeld in het begin van de jaren dertig toen zich dit proces in een veel korter tijdsbe stek afspeelde. Uitdaging aangenomen Met deze materie nu, die tegelijk een uitdaging is, houdt de eerder genoemde groep beleggingsspecialisten zich bezig, welke binnen de centrale bank onder de groepsnaam 'Beleggingszaken' werk zaam is onder meer ter ondersteuning van effectenadviseurs bij de aangeslo ten banken. Het zal duidelijk zijn, dat het in de be schreven periode niet gemakkelijk was de adviseurs bij de aangesloten banken en dus vooral de cliënten van de Rabo- bankorganisatie een enigszins redelijk resultaat te bieden. Toch heeft zich, eveneens vrijwel in de zelfde mistroostige periode van koers dalingen, binnen de Centrale Rabobank op het terrein van beleggingsvoorlich ting een opmerkelijke ontwikkeling vol trokken. Werd immers eerst eind 1972 gestart met het aantrekken van een groep spe cialisten die als taak meekreeg het bij staan van de effectencliënten van onze organisatie in het nemen van beleg gingsbeslissingen, thans telt deze groep meer dan 30 medewerkers welke zich binnen het directoraat Effecten direct of indirect met deze complexe taak bezig houden. Collega-banken beschikten op het mo ment waarop onze organisatie startte met beleggingsvoorlichting, reeds over ervaren afdelingen op dit werkterrein, die niet alleen een groot aantal particu liere beleggers maar ook vele institutio nele beleggers en hun eigen huis-funds van advies dienden. Inmiddels telt ook het Directoraat Effec ten van de Centrale Rabobank een aan zienlijk aantal vermogende effecten cliënten, die hun beleggingszorgen, ge heel of gedeeltelijk via de adviseur van de aangesloten banken, aan de specia listen van onze organisatie hebben toe vertrouwd. Er is een uitbreiding gegeven aan de be nadering van institutionele beleggers; met enkele belangrijke van deze instel lingen bestaan regelmatige contacten op het gebied van beleggingsadvisering. Geconstateerd kan worden dat sinds 1976, het eerste volledige jaar waarin de activiteit Vermogensbeheer operatio neel was, de omzet voor cliënten uit de door deze groep ontwikkelde activitei ten ongeveer is verdrievoudigd. Selectie op het juiste moment De taak van de beleggingsspecialisten heeft in het algemeen een tweeledig ka rakter. Het gaat er namelijk niet alleen om, een prognose te maken van de ontwikkeling binnen geografisch omschreven econo mieën, bedrijfstakken en bedrijven, maar ook en vooral om een prognose van de mate waarin deze ontwikkeling op de verschillende beurzen gewaar deerd zal worden. Met het eerste gedeelte van deze taak houden zich de fundamenteel werkza me analisten bezig. Zij dienen zich allereerst te verzekeren van een continue stroom van adequate berichtgeving, die uit alle hoeken van de industriële wereld op hen afkomt. Zij le zen dan ook vele internationale finan ciële bladen, waaruit zij nieuws en ach tergrondinformatie putten ter bestude ring van een groot aantal beleggingsob jecten. Zij voeren daartoe ook gesprekken met de leiding van bedrijven, waarvan de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 28