•s,
■S>
1
5»
cc
a:
cc
14
CC
t3
0)
"tJ
CD
-Q
CC
O
O
*Q
CC
personeelsontwikkeling
internationale activiteiten
andere diensten
"Kj
c
cc
ten inclusief de invoering van dagvalu-
tering bij spaar- en privé-rekeningen.
Samen met de toeneming van de uitzet
tingen bij de plaatselijke banken was
dat, althans voor 1979, voldoende om
de zeer omvangrijke verschuiving van
toevertrouwde middelen naar hoger
rentende tegoeden op te vangen. Die
verschuivingen manifesteerden zich het
sterkst in het laatste kwartaal, toen de
depositotarieven zeer sterk opliepen.
Daardoor kwam in die periode de rente
marge weer onder druk. Per saldo steeg
de rentewinst in het verslagjaar met 18
(7) tot f 2,0 (1,8) miljard.
De provisie-inkomsten namen minder
sterk toe dan in de afgelopen jaren,
vooral als gevolg van de daling van het
groeitempo van de kredietverlening. De
provisiebaten namen uiteindelijk toe
met 9(19)% tot f 562 (514) miljoen.
De stijging van de bedrijfskosten was
met 12,5 (12,2) tot f 1,7 (1,5) miljard in
het verslagjaar bijna even groot als in
1978.
De algemene kosten gaven een sterkere
toeneming te zien dan in 1979, terwijl
de afschrijvingskosten extra groeiden
onder invloed van versnelde afschrijvin
gen, onder meer van automatiserings
apparatuur. Vóór voorzieningen en be
lastingen werd in het afgelopen jaar een
bruto resultaat behaald van f899 (731)
miljoen. Dit is een stijging met 23 (5)
ten opzichte van 1978. Aan de Voorzie
ning voor Bedrijfsrisico's werd f304
(239) miljoen toegevoegd. Dit tegen de
achtergrond van de gestegen bedrijfs
omvang en van de door de economi
sche ontwikkelingen verder toegeno
men financieringsrisico's. Belastingen
vergden in het verslagjaar f265 (218)
miljoen. De netto winst, welke in onze
organisatie nagenoeg geheel wordt
aangewend ter versterking van de reser
ves, nam toe met 21 (12)% tot f330
(273) miljoen.
Het aantal personeelsleden bij de Rabo-
bankorganisatie werkzaam, nam in het
PERSONEELSONTWIKKELING RABOBANKORGANISATIE
per
personeels
toename
toename
ultimo
bestand
in aantallen
in procenten
1969
12 401
2 006
19
1970
14 694
2 294
19
1971
16716
2 022
14
1972
17 645
929
6
1973
18 597
952
5
1974
19 854
1 257
7
1975
20 932
1 078
5
1976
21 959
1 027
5
1977
22 873
914
4
1978
24 182
1 309
6
1979
25 339
1 157
5
verslagjaar met 1.157 (1.309) toe tot
25.339. In de jaren zeventig is het per
soneelsbestand van de Rabobankorga-
nisatie meer dan verdubbeld. In de afge
lopen tien jaar was daarbij sprake van
een gemiddelde groei van ruim 7
De geringere toename in 1979 is geheel
toe te schrijven aan de personeelsont
wikkeling bij de Centrale Rabobank, al
waar de vacatures niet in alle gevallen
in het gewenste tempo konden worden
vervuld.
De buitenlandse uitzettingen van de Ra-
bobankorganisatie vertoonden een re
delijke groei. Zowel in de internationale
markt voor consortiale leningen als bij
de verstrekking van voor- en nafinancie-
ringen van de buitenlandse handel is
door ons een actieve opstelling ingeno
men.
Ondanks de verdere verkrapping van de
rentemarges, die reeds in 1978 werd
bespeurd, heeft de organisatie door een
selectief beleid en het in sterkere mate
innemen van leidende posities in inter
nationale leningen haar optreden in
deze markt meer profiel kunnen geven.
Hierdoor kon het rendement op deze
uitzettingen op een aanvaardbaar ni
veau worden gehandhaafd.
Zowel het Nederlandse als het buiten
landse bedrijfsleven heeft in het afgelo
pen jaar onze organisatie in toenemen
de mate benaderd voor de financiering
van de handel tussen Nederland en af
nemers en leveranciers over de grenzen.
In het vorige verslag kon gewag worden
gemaakt van de oprichting van de eer
ste twee volledig eigen vestigingen van
de Centrale Rabobank buiten de lands
grenzen, te weten de Centrale Rabo
bank Curapao NV en de Centrale Rabo
bank Trustmaatschappij Curapao NV.
Deze steunpunten ontwikkelen zich ge
heel volgens verwachting. Reeds in hun
eerste boekjaar konden zij in redelijke
mate aan de resultaten bijdragen.
In het kader van een uitbreiding van ei
gen steunpunten in het buitenland heb
ben wij besloten eigen vertegenwoordi
gingen te openen in New York en Frank-
furt. Naar verwachting zullen deze in de
tweede helft van 1980 operationeel
worden. Het ligt in de bedoeling de ver
tegenwoordiging in New York te zijner
tijd te ontwikkelen tot een bijkantoor.
Het samenwerkingsverband van de be
langrijkste coöperatieve bankorganisa-
ties in West-Europa, de Unico Banking
Group, heeft ook in het afgelopen jaar
bewezen een belangrijke bijdrage te
kunnen leveren aan de internationale
expansie van haar leden. De gekozen
opzet, waarbij de leden duidelijk hun ei
gen identiteit en belangen kunnen be
houden, is gebleken juist te zijn. Ook op
de internationale markten heeft de
groep zich duidelijk gemanifesteerd.
De relatie van de Centrale Rabobank
met de Latin America Agribusiness De-
velopment Corporation S.A. (LAAD), die
voornamelijk in Midden-Amerika en het
Caraïbische gebied actief is, ontwikkelt
zich naar wens.
De reeds in het vorige jaarverslag gere
leveerde Agri Business Group Holland
(ABGH) rondde haar aanloopperiode af.
Daarnaast werd in het kader van de Na
tionale Coöperatieve Raad voor Land
en Tuinbouw, waarin een deel van het
coöperatieve bedrijfsleven in Nederland
is verenigd, in het afgelopen jaar beslo
ten vorm te geven aan internationale
samenwerking en ontwikkeling.
Wij zijn van mening, dat projectactivitei
ten in het buitenland strekken tot onder
steuning van de Nederlandse exportbe
vordering. Aan deze ontwikkeling wordt
dan ook daadwerkelijke steun gegeven.
De effectenbeurs
De omzetten op de effectenbeurs, zowel
van obligaties als van aandelen, bleven
in 1979 achter bij die van 1978. Hoewel
ook onze organisatie een daling van het
aantal orders noteerde, kon de omzet en
daarmee ons marktaandeel toenemen.
De trendmatige groei van de belangstel
ling voor vastrentende waarden zette
zich, mede door de hoge rentestand,
voort.
De belangstelling voor pandbrieven van
de Rabohypotheekbank NV was bevre
digend.
Kapitaalmarktzaken
De in 1978 in gang gezette verdieping
van de relatie met institutionele beleg
gers en de uitbreiding van onze emissie
activiteiten ter verkrijging van een bete
re positie in nationale en internationale
effectensyndicaten werd ook in 1979
voortgezet. Hierdoor was het mogelijk,
ondanks de vaak heftige bewegingen
van de rentestand, ook in 1979 de om-