wob
hoofdkantoren en 38 bijkantoren, waar
bij op ieder bijkantoor gewoonlijk één
bankadviseur werkzaam zal zijn. Deze
zal, kort gezegd, als leider van een team
medewerk(st)ers de verantwoordelijk
heid dragen voor het 'bedienen' als rela
tie van een groep particuliere cliënten;
het gaat om de totale relatie van die
cliënten met de bank.
Functieomschrijving en bevoegdheden
van de bankadviseurs zijn inmiddels
netjes in overleg met de experiment-
banken op papier gezet. Er komt echter
veel meer bij zo'n experiment kijken.
Natuurlijk zijn er gedachten over wat
zo'n bankadviseur in zijn mars moet
hebben en wat van hem verwacht kan
worden. De banken, die aan het experi
ment deelnemen, zijn echter niet gelijk
aan elkaar, zij vertonen onderling zeer
grote verschillen op allerlei punten, b.v.
op kennisgebied, grootte, delegatiere
gelingen enz. De 32 proefbanken gaan
dan ook in ongelijke posities van start.
Toch is hun in de formulering van het
systeem bewust het 'ideaalbeeld' voor
ogen gehouden. In de aanvang zal de
bankadviseurconceptie dan ook wel uit
eenlopende uitingsvormen vertonen,
maar het is een proef, die zich vroeger
of later naar het ideaalbeeld zal richten.
Dat hopen we ten minste. Het is in ieder
geval een proef 'in het volle leven'.
Na verloop van tijd komt de evaluatie,
de proef op de som. Onder de onder
scheiden punten, die daarbij van belang
worden geacht, noemen wij naast na
tuurlijk het zakelijke resultaat van de
bankadviseur speciaal de wijze waarop
zijn werk, optreden en functie gewaar
deerd wordt door de mensen voor wie
en te midden van wie hij werkt: de be
trokken cliënten en de collega's van de
bank.
Al met al een experiment, dat zeer inte
ressant is en dat straks in zijn uitkom
sten heel belangrijk zal zijn voor de weg
die we in de verhouding tot onze cliën
ten willen inslaan. De bedoeling is dan
ook, dat de banken, die niet aan het ex
periment deelnemen, vroegtijdig over
de bevindingen bij de voortgang van het
experiment zullen worden geïnfor
meerd, zodat ze op de opgedane erva
ringen kunnen inspelen. Het is ten slotte
een proef die de hele organisatie aan
gaat. In dat opzicht kunnen wij de proef
nemers in ieder geval van harte succes
wensen
GROEP BONDSSPAARBANKEN OP
HET COÖPERATIEVE PAD
Coöperatieve' samenwerking tussen
bondsspaarbanken! Vijftien bonds
spaarbanken hebben zich begin dit jaar
verenigd in de Coöperatieve Vereniging
vervolg op pagina 6
Het jaar 1980 is nu niet bepaald begon
nen in een sfeer van optimisme en ver
trouwen in de toekomst. Integendeel,
zowel politiek als economisch zijn er
ernstige spanningen, vooral als gevolg
van een reeks van gebeurtenissen in het
Midden-Oosten.
Er heerst - gelukkig - nog geen fatalisti
sche stemming omtrent de uiteindelijke
beheersbaarheid van de huidige span
ningen in de wereld, althans, die zwart
galligheid overheerst gelukkig niet in
Nederland. In vele andere landen is men
bepaald somberder en plaatst men ook
een vraagteken bij deze uiteindelijke be
heersbaarheid.
Een aantal gevolgen zijn onmiddellijk
zichtbaar. De wilde speculatie in goud
en zilver is er een van. Het verloop van
het renteniveau op de geld- en kapitaal
markt wordt er ook door beïnvloed. Al
was het maar doordat dit renteniveau
nóg minder voorspelbare sprongen
maakt.
Op dit moment zijn de tarieven op de
geld- en kapitaalmarkt elkaar wederom
wat dichter genaderd. Maar op een
hoog niveau. Te hoog in verhouding tot
de geldontwaarding van dit moment.
Meer in overeenstemming met de som
bere voorspellingen hieromtrent van het
Centraal Planbureau voor eind 1980.
Maar dit is normaal marktgedrag.
Vorige week is een einde gekomen aan
de verkoop van telebingokaarten. Alle
aangesloten banken - zonder uitzonde
ring - hebben aan deze verkoop deelge
nomen. Aangesloten banken hebben
hier niet alléén plezier aan beleefd. Na
een vlotte verkoop van de kaartenhoek
jes kwam er een aarzelende start bij de
losse kaartenverkoop. Toen echter - na
de eerste t.v.-uitzending een vloedgolf
van aanvragen Dit hield nauwelijks op
toen toestemming verleend werd om
voor de laatste vijf uitzendingen nóg
een half miljoen kaarten per keer extra
te geven. Voor de gehandicaptensport
dus een ongelooflijk succes. Voor de
distribuanten in het algemeen en onze
banken in het bijzonder een zware last.
Is het té zwaar geweest? Verkoop onder
deze omstandigheden was zeker niet al
tijd een onverdeeld genoegen.
Ondanks het prachtige doel, waar tele-
bingo voor werd georganiseerd, een hy
potheek op de normale bedrijfsuitoefe
ning. Ik zou graag zo snel mogelijk alle
gegevens op tafel willen krijgen van de
hele gang van zaken bij de distributie
van deze kaarten. Wij kunnen daaruit
dan misschien enkele conclusies trek
ken als nog ooit iets soortgelijks op ons
af zou komen.
Nu reeds echter wil ik iedereen bedan
ken die zich heeft ingezet om die ver
koop zo nauwgezet en vlot te laten ver
lopen. Zowel de mensen aan de balie
als onze mensen in Best. Ook als pen
ningmeester van het Comité Olympi
sche Spelen heb ik enig inzicht verkre
gen wat er zoal aan te pas is gekomen.
Om maar iets te noemen: een omzet
van vijftigduizend kg kaarten a raison
van ruim 37 miljoen gulden I
Ik hoop dat binnenkort volledig opening
van zaken gegeven kan worden omtrent
kosten, netto-opbrengst, bestemming
van het geld, enz.
Dit hoort er wel bij. En zeker ieder, die
zijn steentje aan de organisatie heeft
bijgedragen, heeft hier recht op. Maar
ook de pers en dus het Nederlandse pu
bliek in het algemeen mag hier inzicht in
hebben.
Lardinois