telkenjare een vergadering zal hebben
met vertegenwoordigers van de Ringen
van de aangesloten banken en dat zes
weken voor de Algemene Vergadering
van de Centrale Bank, de agenda daar
van door bestuur, raad van toezicht en
ringvertegenwoordigers zal worden be
sproken.
Deze vergadering heet dan de Centrale
Ringvergadering.
De heren J. M. Natzijl en J. bij de Ley
zullen de Ring Zuid-Oost-Friesland ver
tegenwoordigen.
Hierdoor ging wel voor een groot deel
de spanning van de Algemene Vergade
ringen teloor omdat alle agendapunten
reeds van te voren waren besproken en
'glad gestreken'.
Tijdvak afgesloten
Het 'opkomen ter vergadering' kon voor
sommigen bezwaren met zich brengen.
'We zouden er goed aan doen,' meent
een lid, 'om 70-jarigen niet meer tot dat
bezoek te verplichten, vooral waar som
mige leden groote afstanden moeten af
leggen.'
Hein Kromhout meende dat 65 jaar, de
leeftijd om gepensioneerd te worden,
ook hier als grens moet gelden, maar
voorzitter is bang dat daardoor het ver-
gaderingbezoek te zeer zou 'verzwak
ken'. Later kunnen we 'net als in de ge
schiedenis van de ouderdomsrente nog
een stap teruggaan'. Zeventigjarigen
mogen in het vervolg de vergaderingen
laten voor wat ze zijn.
In 1924 vond kassier het tijd om zijn
werk aan iemand anders over te dragen.
Hij wilde, 'zoolang hij nog ter plaatse is'
zijn opvolger, 'niet minder dan een be
kwaam man, een vertrouwbaar per
soon' desgewenst wekelijks onderrich
ten.
Na stemming bleek dat de heer Jelle
van Dam, van de 182 stemmen, 132 op
zich verenigde.
De heer Bij de Ley, bescheiden als altijd,
dankte voor de zeer waarderende woor
den en voor de toezegging dat hij ook
een stoffelijke blijk van waardering zou
ontvangen, hij sprak van vreugde en
zorgen en medeleven met alle kleine
boeren en arbeiders 'in onze dorpen',
maar vroeg dringend om zijn geschenk
niet zeer kostbaar te doen zijn.
Hierna volgde sluiting, niet alleen van
de vergadering maar ook van het 'tijd
vak Bij de Ley'.
De ledenvergaderingen werden aanvan
kelijk zeer goed bezocht door gemiddeld
180 leden, totdat in 1931 de boete op
verzuim werd afgeschaft. Toén versche
nen maar 56 personen ter vergadering.
Het geld, zelfs het geringe boetebedrag,
had duidelijk een zeer grote waarde in
die tijd toen de grote crisis zich reeds
begon aan te kondigen.
Maart 1925. J. van Dam, voorzitter van
Plaatselijk Belang, deelt mede dat een
wegenplan bestaat van Lippenhuizen,
via Jubbega 3e Sluis, Tjongerkanaal,
naar Makkinga-Oldeberkoop. Daarvoor
is geld nodig.
'Uit de vergadering gaan stemmen op
om f 1 000,-, f 600,-, f 500,-, f 270,- of
helemaal niets te geven. Maar ook werd
benadrukt dat het reservefonds op deze
wijze ten algemeene nutte kan worden
aangewend en dat de Boerenleenbank
een philantropisch karakter heeft.' Na
veel heen en weer gepraat werd dan
maar besloten om tweehonderd gulden
voor dit wegenplan af te zonderen.
De ledenvergadering in 1929 werd ge
opend met een gedenken van het over
leden lid van de raad van toezicht, de
heer v. d. Meulen 'een van de meest ac
tieve bestuursleden naar wiens raad en
adviezen gaarne werd geluisterd.' Op
diezelfde vergadering nam de heer Lap
stra afscheid als bestuurslid, na die
functie 22 jaar achtereen te hebben ver
vuld.
Eigen gebouw
De vergadering van 1930 was nog al
spannend omdat het bestuur machti
ging vroeg voor het stichten van een ei
gen bankgebouw. Dat gaf vanzelfspre
kend aanleiding tot een uitvoerige, men
mag wel zeggen zéér uitvoerige, be
spreking met heel veel vóórs en bijna
evenveel tégens. Het bestuursvoorstel
werd gelukkig aangenomen. Het nieuwe
gebouw zou komen te staan bij de Der
de Sluis.
De vergadering was nu toch gewend
aan grote bedragen en reageerde posi
tief op het verzoek van het Groene Kruis
om een renteloos voorschot te krijgen
ten behoeve van een te stichten ge
bouw.
Het vijfentwintigste boekjaar van de
Bank werd, gezien de slechte economi
sche toestand, in 1932 slechts op be
scheiden wijze gevierd met thee en ge
bakjes voor de aanwezigen. Dat was
een voordeeltje voor de exploitatiereke
ning want van de ruim 450 leden waren
maar drie-en-dertig present.
De feestvreugde verhinderde een lid
niet om te vragen of de Nederlandse
Raiffeisenbank 'annex is met de Duit-
sche, waarvan volgens zijne meening
duizenden kleine boeren het slachtoffer
werden.'
Kassier vertelde dat ten tijde van de op
richting een zeer invloedrijk persoon uit
Jubbega... ernstig had gewaarschuwd
tegen de oprichting van een Boeren
leenbank omdat vrijwel alle mensen
geld nodig zouden hebben en bijna nie
mand geld zou beleggen. Gelukkig heeft
die invloedrijke persoon geen gelijk ge
kregen. Kassier wees ook nog eens op
de gunstige omstandigheid dat de fis
cus geen inzage van de boeken der
Bank mag nemen.
Het is jammer dat het Groene Kruis in
1936 een verzoek om een bijdrage te
geven voor 'uitzending van arme kinde
ren naar een vacantiekolonie' te laat
heeft ingezonden. Het is ook jammer
dat dit zo formeel werd behandeld dat
het verzoek voor kennisgeving werd
aangenomen, met andere woorden dat
geen arme kinderen voor rekening van
de Bank werden uitgezonden.
Steeds minder vergaderaars
Op de dertigste ledenvergadering waren
maar 47 leden aanwezig. Om moede
loos van te worden. Jubbega is in die
voorbije jaren wel duidelijk vooruitge
gaan. De zuivelfabriek, die zeer beschei
den begon verwerkt thans (in 1937 dus)
per jaar ruim elf millioen kg melk! Het
was een verdrietige zaak dat deze zui
velfabriek, na aanvankelijk bij grote fi
nanciële moeilijkheden door de Bank
gesteund te zijn, in 1935 het lidmaat
schap van de Bank heeft opgezegd. Van
een Coöperatieve Vereniging had men
graag een andere houding gezien.
De bestuurders verloren echter de moed
geenszins; sedert 1929 vonden geen
mutaties in beide colleges plaats.
Van de oprichters was alleen nog de
heer Jac. de Vries, oud-hoofd ener
school, in leven.
De leden bleven nog even 'gezellig bij
een' onder het genot van een vrije con
sumptie.
De tijden waren voor de plaatselijke
Banken niet gemakkelijk maar ook de
Centrale Bank te Utrecht moest onder
het juk doorgaan. In 1938 stierven de
bestuursleden Baron van Ittersum en de
heer Nengerman. Hun adviezen, geba
seerd op vele jaren ervaring kon de
organisatie maar node missen, vooral
niet nu 678 banken een vordering op de
Centrale hebben van meer dan honder-
millioen gulden, die maar moeilijk uit te
zetten zijn.
Donkere wolken aan de economisch- en
internationale hemel pakten samen. De
slotwoorden van de voorzitter op de le
denvergadering van 27 maart 1940
drukten de hoop uit dat 'we het volgend
jaar allen in grooter getale wederom bij
een mogen komen en ook alsdan in ons
land nog de vrede mag heerschen'.
Geen van beide verwachtingen kwamen
uit.
Op de eerstvolgende vergadering, reeds
op 9 december 1940, waren slechts
eenendertig leden present en was de
oorlogswals al voor de eerste maal over
ons heengegaan.
Willen de leden hun waardepapieren, in
verband met de abnormale omstandig
heden, in de bankkluis opbergen, dan
kan dat zeker wel maar dan moet men
ze wel goed verpakken en verzegelen.
Bovendien bestaat de mogelijkheid om
een molestverzekering af te sluiten. Dat
vervolg op pagina 39