mertens: postbank ja, mits gelijke voorwaarden 22 I De Postbank zat er wet komen. Maar het ziet er naar uit dat de rege ring de doelstelling om deze op te richten, ten einde de concurrentie in het bankwezen te bevorderen, wil schrappen uit het bij de Tweede Ka mer liggende wetsontwerp. Signalen van die strekking zijn uit politiek Den Haag opgevangen. Voorzitter C. G. A. Mertens van onze Raad van Beheer vindt dat een goede zaak. Hij greep de officiële opening van het nieuwe regiokan toor in Arnhem aan om het standpunt van de Centrale Rabobank over de Postbank nog eens goed duidelijk te maken. Het leek ons goed van de uitspraken van de heer Mertens uitvoerig verslag te doen. Hij zei: 'Aan bevordering van de concur rentie in het bankwezen door de over heid door middel van een Staatsbank bestaat naar onze mening duidelijk geen behoefte. De concurrentie is al sterk ge noeg. Weliswaar is in de afgelopen de cennia sprake geweest van een concen tratietendens in het Nederlandse bank wezen, doch eventuele concurrentiever- minderende invloeden hiervan zijn ruim schoots gecompenseerd door de sterk toegenomen branchevervaging en de komst van een groot aantal buitenland se banken naar ons land. De concurren tie tussen de diverse bankinstellingen is hierdoor zelfs belangrijk toegenomen.' Belangrijke rol Mertens wees bovendien op de belang rijke rol die onze coöperatieve banken juist in dit verband in het verleden heb ben vervuld en nog steeds vervullen. 'In het kader van haar doelstelling: de behartiging van de belangen van haar leden en cliënten, heeft onze organisatie juist als coöperatieve instelling een cor rigerende taak op het terrein waar zij werkzaam is. Dat is het Nederlandse bankwezen. Die taak heeft zij, en ik meen met succes, reeds meer dan 80 jaar vervuld. Dat is voor een buiten staander wellicht niet zo duidelijk waar neembaar. De insiders in de Nederland se bankwereld weten wel beter. Er is dan ook geen sprake van geen, of te weinig concurrentie tussen de banken in Nederland. En uit dien hoofde is er dan ook geen behoefte aan een Post bank in ons land.' 'Ik heb reeds meerdere malen te kennen gegeven, dat, hoewel wij zeker niet staan te juichen bij de instelling van een Postbank, ik er begrip voor heb, dat de gelddiensten van de PTT hun bedrijf in een nieuwe aangepaste vorm willen voortzetten. En wel zo dat zij beter kun nen inspelen op de gewijzigde concur rentieverhoudingen. Gegeven het feit dat de Postgiro en de Rijkspostspaar bank bestaan - en in het verleden hun bestaansrecht hebben bewezen - is het terwille van het veilig stellen van hun continuïteit (in het bijzonder met het oog op de belangen van de medewer kers van deze bedrijven) ook gerecht vaardigd dat ze over dezelfde ontplooi ingsmogelijkheden beschikken als de overige banken. Zowel in de retail- als in de wholesalesector.' Dezelfde regels 'Voorwaarde is echter wel, dat de Post bank volledig aan dezelfde regels is on derworpen als de overige banken. Bij het oorspronkelijke wetsontwerp was dit nog onvoldoende het geval. In het bijzonder denk ik aan de juridisch-orga- nisatorische vormgeving van de Post bank. Mijns inziens zou daarbij veel meer aansluiting moeten worden ge zocht bij de structuur van soortgelijke andere ondernemingen met een Raad van Bestuur, een Raad van Commissa rissen en een Ondernemingsraad, al zou het maar zijn om de schijn van concur- rentiebevoordeling uit hoofde van 100% Staatseigendom zoveel mogelijk te vermijden. Mij staat daarbij een con structie als DSM voor ogen. Wellicht zou op één punt, zij het node, een uit zondering gemaakt moeten worden, na- Een aandachtig gehoor tijdens de toespraken ter gelegenheid van de fees telijke opening van het regiokantoor Arnhem. Op de foto onder anderen voorzitter Mertens van de Raad van Beheer twee de van links), regiodirec teur Bakker Imidden) en hoofddirecteur Jansen Schoonhoven tweede van rechts).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 22