w CQUC HACEMOS? ESTEMO RE5PE7A NI LOSTULIRANES heidsbegroting en de betalingsbalans vertoonden een groot tekort, de buiten landse schuldendienst besloeg de helft van de uitvoeropbrengsten en de devie zenreserves waren nagenoeg uitgeput (bruto bijna nihil en netto zelfs meer dan 1 miljard negatief). Tot overmaat van ramp waren ook de betrekkingen met het IMF in een impasse geraakt: omdat Peru de afgesproken beleidsvoorwaar- den niet naleefde, werd de kredietverle ning door het Fonds stopgezet. Aange zien mede hierdoor de kredietwaardig heid van het land was aangetast, wer den ook andere buitenlandse financie ringskanalen afgesloten. Keerpunt naar herstel In deze situatie verzocht de regering van Peru begin 1978 de Nederlandse rege ring op korte termijn enige deskundigen te sturen, die een rapport zouden moe ten opstellen met beleidsadviezen inza ke de financieel-economische proble matiek. Dit verzoek was met name tot Nederland gericht vanwege het sociaal vooruitstrevende en tegelijk econo misch verantwoorde beleid van ons land, dat bovendien een intensieve sa menwerkingsrelatie onderhield met Peru als (intussen voormalig) concen- tratieland in het kader van de ontwikke lingshulp. De ministers De Koning en Andriessen verleenden deze eervolle opdracht aan dr. Duisenberg, die de lei ding kreeg van een door hemzelf sa mengestelde missie, welke voorts be stond uit professor Wolfson (Erasmus- Universiteit), drs. Brouwer (Ministerie van Financiën), de schrijver van dit arti kel (destijds werkzaam bij De Nederland- sche Bank) en een secretaresse. Midden maart 1978 vertrok deze missie naar Peru, waar zij gedurende een paar weken voornamelijk in Lima talrijke ge sprekken voerde met allerlei vertegen woordigers van diverse groeperingen uit de Peruaanse samenleving. Op basis van deze besprekingen en bestudering van statistische gegevens werd een uit gebreid rapport opgesteld, dat half april door dr. Duisenberg aan de President van Peru werd aangeboden en met hem besproken. Gezien het vertrouwelijke karakter van dat rapport, kan hier niet worden ingegaan op de inhoud van het advies. Kort na het bezoek van de mis sie nam de Peruaanse regering echter een groot aantal drastische maatrege len, die volgens doorgaans betrouwbare bronnen in belangrijke mate waren in gegeven door de aanbevelingen in ge noemd rapport. Allereerst werd de financieel-economi sche topleiding van het land vervangen. De nieuwe en deskundige minister van Economie en Financiën (Silva Ruete) kreeg bovendien meer bevoegdheden en werd bijgestaan door twee even be kwame en met hem bevriende econo men, die de leiding kregen van de cen trale bank (Moreyra) en de nationale bank (Meneses). Samen wisten zij de militaire junta te overtuigen van de noodzaak tot spoedige invoering van een veelomvattend stabilisatieprogram ma, bestaande uit budgettaire, monetai re, wisselkoers- en inkomenspolitieke maatregelen, gericht op herleving van de economische groei, bestrijding van de inflatie en herstel van het betalings- balansevenwicht. Het begrotingstekort werd gehalveerd door forse belasting verhogingen en uitgavenverlagingen (vooral ook van militaire uitgaven en subsidies). De kredietverlening door het bankwezen werd beperkt en de rente verhoogd, de wisselkoers gedevalueerd, de invoer geliberaliseerd en de uitvoer gestimuleerd. Op basis van dit stabilisatieprogram werd ook weer een nieuw bijstandskre diet van het IMF verkregen, waarmee tevens de weg was vrijgemaakt voor succesvolle onderhandelingen met an dere landen en buitenlandse banken over herfinanciering van de uitstaande schuld, leidend tot uitstel van rente- en aflossingsverplichtingen. Tweede rapport: herstel op langere termijn benadrukt Midden oktober 1979 vertrok de missie- Duisenberg op verzoek van de Peruaan se regering opnieuw naar Lima om de fi nancieel-economische ontwikkeling in het afgelopen anderhalf jaar sinds haar eerste bezoek te evalueren en nieuwe beleidsaanbevelingen op te stellen. Na een verblijf van twee weken werd we derom een vertrouwelijk rapport aan de President van Peru aangeboden en uit gebreid met hem en andere autoriteiten besproken. Daarbij kon worden gecon stateerd, dat het stabilisatieprogramma uitermate succesvol was geweest, voor al met betrekking tot het externe even wichtsherstel. Plet betalingsbalanste kort was omgeslagen in een aanzienlijk overschot, waardoor ook de deviezenre serves belangrijk waren opgelopen (met ruim 1 miljard, zodat ook de netto po sitie weer bijna positief was). Ook was er sprake van een zeker herstel van de economische groei, maar het inflatie tempo was nog nauwelijks vertraagd en beliep nog steeds 65 Verder moest helaas worden opge merkt, dat de aanbevelingen uit het eer ste adviesrapport met betrekking tot het meer structurele beleid op langere ter mijn nog maar zeer gedeeltelijk waren opgevolgd. Hierbij kan worden gedacht aan het hele besluitvormingsproces met 'Wat moeten we daar nou aan doen?' vraagt de vertwijfelde cartoonist van het Peruviaanse tijdschrift Careta zich af. 'Hij heeft zelfs geen respect voor men sen uit tulpenland'. beleidsplanning en prioriteitsbepaling, het sectorstructuurbeleid, de landbouw politiek, het industrialisatiebeleid, de werkgelegenheidspolitiek, het conces- siebeleid voor oliewinning, de belasting herziening en de structuur der over heidsuitgaven, alsmede de politiek inza ke prijssubsidies. Vooral aan deze pun ten werd dan ook in het tweede advies rapport nogmaals aandacht besteed, evenals aan maatregelen voor een krachtiger inflatiebestrijding en een gro tere continuïteit in het economisch be leid bij de overgang naar een nieuw po litiek regime, opdat het pas herwonnen vertrouwen in de kredietwaardigheid van de Peruaanse economie niet weer verloren zou gaan en mede door herle ving van de investeringslust weer een gezonde basis zou worden gelegd voor de verdere economische ontwikkeling van dit boeiende land.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 19