missie peru
militaire junta toegezegd dit jaar het
veld te zullen ruimen voor een democra
tische burgerregering, waartoe in mei
voor het eerst sedert 1968 algemene
verkiezingen zullen worden gehouden,
nadat vorig jaar reeds een nieuwe
grondwet was voorbereid. Overigens is
ook het huidige militaire bewind naar
Latijns-Amerikaanse maatstaven een
gematigde vorm van dictatuur, waarbij
de grondwettelijke vrijheden en men
senrechten, althans in verhouding tot
enkele buurlanden, vrij behoorlijk in
acht worden genomen.
Langs de rand van de financiële
afgrond
Na de Peruaanse Revolutie werd het
land in toenemende mate geconfron
teerd met economische problemen, met
name een teruglopende groei, een ver
snellende prijsstijging en een verzwak
kende betalingsbalans. Ten dele was dit
het gevolg van internationale ontwikke
lingen: teruglopende buitenlandse vraag
en dalende uitvoeropbrengsten door de
teruggang van de wereldconjunctuur en
stijgende invoerprijzen door de oliecri
sis. Grotendeels lagen de oorzaken ech
ter bij een verkeerd binnenlands beleid:
de nationale bestedingen overtroffen de
beschikbare middelen, de tering werd
dus ook daar niet naar de nering gezet.
De particuliere consumptie nam zeer
snel toe, nog gestimuleerd door kunst
matig laag gehouden voedsel- en benzi
neprijzen. Ook de overheidssector ver
toonde een sterke uitgavenstijging,
vooral aan subsidies en militaire uitga
ven. De nationale besparingen waren
onvoldoende voor de financiering van
de ambitieuze investeringsprogram
ma's, die bovendien soms bestonden uit
onproduktieve prestigeprojecten. Voor
de financiering van de begrotings- en
betalingsbalanstekorten moest een
steeds groter beroep worden gedaan op
kredietverlening door de centrale bank
en het buitenland. Deze inflatoire finan
ciering leidde dan weer tot een versnel
lende prijsinflatie en een toenemende
schuldenlast.
Herhaaldelijk noopten deze financieel-
economische problemen tot een beroep
op bijstandskrediet van het Internatio
naal Monetaire Fonds (IMF) met gelijk
tijdige invoering van een stabilisatiepro
gramma. Veelal werden de daarbij be
horende bezuinigingsmaatregelen ech
ter vanwege sociale onrust en politieke
weerstand toch niet lang of krachtig ge
noeg doorgezet, waardoor de oude pro
blemen reeds spoedig weer in versterk
te mate opdoken.
Begin 1978, dus bijna tien jaar na de Pe
ruaanse Revolutie, verkeerde het land
zelfs aan de rand van de financieel-eco-
nomisch afgrond. De werkloosheid was
enorm, de economische groei stagneer
de volledig, de prijsstijging beliep 75
18 de reële lonen daalden fors, de over-
Enkele beelden uit Peru.
Foto boven: autochtone
bewoners bijeen op de
markt in een van de vele
bergdorpen van dit An-
desiand.
Foto midden: het presi
dentieel paleis in Lima.
Foto onder: leden van de
Nederlandse missie naar
Peru aan de arbeid op
hun hotelkamer. Links de
auteur van dit artikel drs.
A. M. Dierick; rechts drs.
Brouwer van het ministe
rie van Financiën; op de
voorgrond dr. W. F. Dui-
senberg.