wacht dat deze binnenkort met voor
stellen in die richting zal komen. Als je
geen stevige reserves hebt, kun je je
zo n stap naar verminderde aansprake
lijkheid niet permitteren. Dat wordt al
leen mogelijk doordat je in de loop der
jaren in feite een voldoende reserve
hebt opgebouwd. Daar geven we hoge
prioriteit aan want dan kan de slaperdijk
functie van de aansprakelijkheid ook ais
zodanig duidelijker worden begrepen.
Ook dit jaar kreeg het bankwezen vele
ingrijpende maatregelen van De Ne-
derlandsche Bank te verwerken. Hoe
oordeelt u over het beleid van DNB?
'We hebben natuurlijk alle begrip voor
de positie van DNB. Deze heeft een ei
gen verantwoordelijkheid. Die willen we
ook niet aanvechten. Maar wel is het zo,
dat we het diep betreuren dat de infla-
tiebestrijding zo zwaar over onze rug
gespeeld wordt. De banken zijn in feite
het instrument geworden waardoor
DNB zijn monetaire maatregelen aan
het bedrijfsleven oplegt. Daar heb ik
toch wel wat bedenkingen tegen.
Zijn de ervaringen met de in 1979 van
kracht geworden nieuwe regelingen
inzake financiële verhoudingen in
onze organisatie goed?
'Dat kan ik zo niet zeggen, we worstelen
daar nog mee. Op zichzelf ben ik niet
ontevreden over de aanbevelingen van
de Commissie Financiële Verhoudingen;
ze zijn ook positief in de organisatie ont
vangen, maar om nu al te zeggen dat
we echt tevreden kunnen zijn Daar
komt bij dat we zowel met de kredietbe
perking als met de krapte op de A- en
B-grens te maken hebben. Al een jaar of
drie, vier is het beroep op onze midde
len in feite groter dan de middelen die
worden aangevoerd.
Bent u er ongerust over dat de midde
lenstroom, ook die van de spaargel
den, minder sterk is dan we zouden
wensen?
'Ongerust is het woord niet, maar de
middelenwerving loopt wel bepaald
achter in vergelijking tot het beroep op
financieringen dat op ons gedaan wordt.
Dat geeft toch een zekere spanning.
Zo n situatie hebben we eigenlijk in zeg
de eerste 75 jaar van ons bestaan niet
gekend. De stormachtige groei van de
laatste jaren brengt in feite mee dat we
eerder te veel uitzettingen neigen te
doen dan te weinig. Dat is eigenlijk ook
een gevolg van de inflatie, want in de
70er jaren is degene die geleend heeft
beter aan zijn trekken gekomen, dan de
gene die gespaard heeft.
Ons fiscale regime werkte dat ook in de
hand. Als zo n situatie maar lang ge
noeg duurt, worden de verhoudingen
onvermijdelijk uit het evenwicht getrok
ken. Ook een bank van ons karakter ont
komt niet aan de gevolgen daarvan.
De spaarrenteverhoging voor de
d.o.s., de dagelijks opvraagbare
spaargelden, van de afgelopen zomer
moeten we ook tegen deze achter
grond zien?
Ja, trouwens nog vlak voor de jaarwis
seling hebben we een soortgelijke be
slissing genomen: het d.o.s.-geld waar
voor in de zomer de rente verhoogd is
van 4 naar 4/2 zal volgens besluit
van de Raad van Beheer per 1 januari
a.s. op een geadviseerde rente komen
van 5 Dat zijn inderdaad beslissingen
die voor ons grote consequenties heb
ben. hl et zijn maatregelen, waardoor we
de spanning, waar we mee zitten enigs
zins structureel aanpakken. Ik ben van
mening, dat we zeer voorzichtig en zeer
verantwoord moeten zien om te gaan
met de spaargelden, die ons zijn toever
trouwd. We zouden het meest bescha
digd raken wanneer die zeer omvangrij
ke portefeuille van d.o.s.-geld op den
duur hoe langer hoe meer gaat inkrim
pen. Daarom hebben we de vergoeding
voor de spaarcategorieën wat willen
verruimen.
'Overigens wil ik uitdrukkelijk zeggen,
dat we ons als organisatie heel goed
handhaven in de zware concurrentie
rond de spaargelden. Dat willen we ook,
maar het gaat ons vooral ook om de
structurele achtergrond van een goede
verhouding tussen middelen en uitzet
tingen.
Hoe denkt u over de nieuwe fiscale
spaarrente-aftrekregeling: f500,- ge
saldeerd?
'Het offer dat in dezen door de schatkist
gebracht wordt, lijkt me in ieder geval
niet groot. Daar kan ik wel enig begrip
voor opbrengen, maar het is nu zo ge
compliceerd gemaakt, dat we als bank
wezen nauwelijks algemene acties kun
nen ondernemen om de spaarder be
wust te maken van de mogelijkheden.
Je weet pas uit de belastingopgave of
een spaarder er wat aan heeft en dat
ligt voor iedereen individueel verschil
lend. Ik ben altijd van mening geweest
dat de spaarder in het jongste verleden
- hoge inflatie van de 70er jaren - er
niet te best is afgekomen. Verruiming
van belastingaftrek is best, je bevordert
dan het sparen, maar als je die verrui
ming dan direct weer beknot door van
een saldo te gaan spreken, dan is het
effect van veel minder betekenis.
Onlangs hebt u tegenover de pers ge
zegd, dat het organisatorisch bij ons
uitstekend loopt. Zijn de grote 'aan
passingen' van na de fusie nu achter
de rug?
'Ik ben inderdaad heel blij, dat het intern
in onze organisatie zo goed gaat. De fu
sie is voortreffelijk verwerkt, we zijn op
nieuw een geolied draaiende organisa
tie geworden, waar weinig oud zeer uit
de fusieperiode is overgebleven. Niette
min hebben we voor volgend jaar nog
een aantal belangrijke zaken aan te pak
ken: de kwestie van de ledenaansprake
lijkheid en van het meer inhoud geven
aan het lidmaatschap, ook de kwestie
van de verhoudingen tot de arbeid, de
relatie tussen de organisatie en de men
sen die er werken. Erg belangrijke za
ken, ook structureel gezien. Ik ontwaar
ook nog heel wat knelpunten op plaat
selijk niveau. We hebben na de grote fu
sie wel een hele plaatselijke fusiegolf
gehad, maar we zitten nog altijd met
zo'n 25 a 30 plaatsen, waar het wat
'scheef' zit met de werkgebieden van
twee of meer banken.
We hoeven daar geen drama van te ma
ken, maar ik heb toch de neiging daar
iets zwaarder aan te tillen dan ik zou
doen aan normale wrijvingspunten. Als
we als organisatie serieus genomen wil
len worden, kunnen we ons dit soort
wrijvingspunten op plaatselijk niveau
vooral in deze tijd niet permitteren!'
Rabobank en landbouw, landbouw en
Rabobank
'Dat de Nederlandse landbouw een
bank als de Rabobank ter beschikking
heeft, waar ze zelf aan gebouwd heeft
en nog steeds aan bouwt, is van enorme
waarde. Daardoor is aan een van de ge
wichtigste voorwaarden voldaan voor
een gezonde landbouw: een sterk con
currerend apparaat voor de financiering
van boer en tuinder. Ik bekijk het even
Europees en zeg dan in volle overtui
ging: het feit dat onze landbouw de mo
gelijkheden van een bank als de onze
ten dienste staat, is één van zijn meest
waardevolle 'assets', zeg maar een zwa
re kredietpost. Dat wordt nergens in
Europa in deze optimum vorm ge
ëvenaard!'
'Nog iets. Voor mij behoort de bank aan
de leden. Ik zeg niet de bank behoort
aan de boeren. Die hebben altijd een
grote rol gespeeld onder onze leden en
spelen die nog.
Daarom staan we de landbouw zo na,
we zijn er in feite uit voortgekomen. Nu
is ons werkterrein zeer uitgedijd naar
een veel breder ledenbestand. Daaruit is
de Nederlandse landbouw, zijn boeren
en tuinders, natuurlijk niet weg te den
ken, omdat we over en weer elkaar dra
gen. Maar even natuurlijk is, dat deze
bank niet in staat is en ook niet bereid
mag zijn om de verantwoordelijkheid
over te nemen van de individuele onder
nemer. Zij wil zich niet, en kan zich ook
niet, gaan opstellen tegen allerlei facet
ten die het gevolg zijn van de hele mo
derne ontwikkeling in de Nederlandse
land- en tuinbouw.
Trekt u het zich persoonlijk aan, als u
hoort over een kloof tussen de toplei
ding van grote coöperaties en haar le
den omdat het belang van de leden
ondergeschikt zou worden gemaakt
aan dat van de onderneming?
'In zekere zin wel, ja. Maar ik geloof dat
we ook niet overgevoelig moeten wor
den voor bepaalde uitingen in dit ver
band. Dat behoedt ons ervoor om in het
beleid andere gevoeligheden over het
hoofd te zien. Ik maak geen problemen
van kritiek uit de maatschappij op be
drijven, die het redelijk goed gaat en die
zich met succes aan de moderne sa
menleving aanpassen.
Aan de andere kant onderstreept uw
eerste vraag wel de waarde van onze ty
pische structuur. Wij hechten immers
juist aan de kleinschaligheid van onze
plaatselijke banken. Aan ruimte voor