wob
instemming. Wij hebben dan ook met
de handelsbanken en de spaarbankbond
geparticipeerd in de overname van Eu
rocard Nederland BV door het Neder
landse bankwezen.
De Eurocard - een plastic plaatje met
.naam, nummer en handtekening van de
houder - zal straks een normaal uitrus
tingsstuk kunnen zijn voor cliënten, die
zich van ons land naar het buitenland,
met name naar andere werelddelen, be- j
geven. Op deze wijze zullen bij talloze
bedrijven over de hele wereld betalin
gen gedaan kunnen worden, vooral
dank zij samenwerkingsovereenkom
sten die met enkele bestaande credit
cardmaatschappijen gesloten zijn.
De Eurocard is het Nederlandse, liever j
Europese, antwoord op het opdringen
van bekende Amerikaanse creditcard
organisaties in ons land en de rest van
Europa. Bovengenoemde Stichting,
waarvan het lid van ons Presidium, drs.
F. P. J. Bakx, voorzitter is, heeft dit ant- j
woord gezocht in samenwerking. Haar
initiatief heeft er zelfs toe geleid, dat het
voor de eerste keer tussen het particu
liere bankwezen en de overheidsgeld
diensten tot een gezamenlijke samen
werking is gekomen. Want ook de
PCGD en de Rijkspostspaarbank zullen
de Eurocard in hun dienstenpakket op
nemen. Terecht, want noch een afzon
derlijke bank, noch een overheidsinstel
ling zou afzonderlijk een creditcardpro
ject goed van de grond kunnen brengen.
Voor zo'n aparte organisatie is ons land i
eigenlijk zelfs te klein. Het is dan ook
begrijpelijk dat, waar andere Europese
landen al eerder tot de Eurocard waren
toegetreden, ons land dezelfde weg
koos. In het Europese bankwezen heeft j
men elkaar op dit punt trouwens zonder j
veel moeite gevonden, omdat reeds met
de eurocheque ervaring is opgedaan.
Het is niet de bedoeling dat de euro-
cheque straks door de Eurocard wordt
overvleugeld. De laatste wordt uitdruk- 1
kelijk gezien als een aanvulling op de
eerste. Een aanvulling, die vooral be
doeld is om dit betaalmiddel ter be-
schikking te stellen voor cliënten, die
landen bezoeken waar het credit-card-
systeem zeer gangbaar is bijvoorbeeld j
Amerika - en die niet tot de euro-
chequelanden behoren.
De invoering van de Eurocard zal dan j
ook een beperkte strekking hebben.
Toepassing daarvan in Nederland zelf
op grote schaal wordt door de banken
niet beoogd. Met De Nederlandsche
Bank zijn zij van mening dat dit be
zwaarlijk zou zijn omdat het consump
tieve krediet er onnodig en ongewenst
door gestimuleerd zou kunnen worden
en het ook indirect kosten- en prijzen-
verhogend zou kunnen werken. Wel
zien de gezamenlijke banken en over
heidsinstellingen in de Eurocard het
middel om hun cliënten met deze be
taalwijze in het buitenland van dienst te
zijn. Een middel dat, gezien de activi
teit van buitenlandse creditcard
organisaties, niet onbenut mocht blij
ven. Dit was ook de mening van De Ne
derlandsche Bank. Deze heeft de voor
ons land unieke Eurocard-samenwer-
king als een positieve ontwikkeling be
oordeeld en bevorderd.
KUNSTSPONSORING
Sponsor-vraagstukken mogen zich op
het ogenblik verheugen in een grote pu- j
blieke belangstelling. Het al of niet kun-
nen aantrekken van een sponsor door
een sportvereniging heeft nieuwswaar
de gekregen, regering en parlement
houden zich bezig - vanuit hun verant-
woordelijkheid voor het omroepbestel - j
met de oorbaarheid van sluikreclame op
de sportvelden. Vooral geïnspireerd
door een kortgeleden gehouden con-
gres heeft de aandacht zich nu ook ge- j
richt op het fenomeen 'kunst-sponso-
ring'.
Er is daarbij erg weinig nieuws onder de
zon: eeuwenlang hebben geestelijkheid,
adel en gegoede burgerij het 'Mecenaat'
uitgeoefend en de schone kunsten in i
hun bloei bevorderd. Belangen van
sponsor en kunstenaar waren daarbij
nauw verweven, waarbij beide partijen
zich graag beriepen op het 'algemeen
belang', of, in meer eigentijdse termen
'maatschappelijke verantwoordelijk
heid'.
De 'Maecenas-functie' ten bate van de
kunst is in de Nederlandse verhoudin
gen grotendeels overgenomen door de
overheid. Op de CRM-begroting is bijv.
222 miljoen opgenomen voor steun
aan orkesten, opera, toneel en ballet en
245 miljoen voor musea en beeldende
kunst. De financiële steun van de zijde
van het bedrijfsleven wordt geschat op
hooguit enkele tientallen miljoenen. Dit
in tegenstelling tot bijv. de Verenigde
Staten, waar ruim 5000 bedrijven bin
nenkort goed zijn voor 1 miljard steun.
De afgelopen jaren heeft de kunst-spon-
soring zich daar in hoog tempo ontwik
keld, met computermaatschappijen en
sigarettenfabrikanten in de voorhoede.
Nederland staat nog aan het prille be
gin, hetgeen alle reden biedt voor een
grondige bezinning op de uitgangspun
ten. Duidelijkheid over beweegredenen
en doelstellingen is daarbij in het belang
van alle betrokkenen: kunstenaar, pu
bliek, overheid en bedrijfsleven.
Patronage van de kunsten is er veelal op
gericht geweest ruimte te bieden aan de
artistieke creativiteit, waartoe platvloer
se materiële belemmeringen dienden te
worden weggenomen. De 'sponsors'
verwierven daarmee wél het recht qnige
richting te geven aan het creatieve pro
ces: de kerken instrueerden hun beeld
houwers, de schutterijen hun portret
schilders en de koningen hun literatoren
en musici. De beste resultaten ontston
den echter, zo lijkt het, als beide partijen
zich bewust waren van hun eigen ver
antwoordelijkheid en inbreng, elkaar
daarbij zo vrij mogelijk lieten en eikaars
authenticiteit niet aantastten.
Deze uitgangspunten hebben naar ons
inzicht nog weinig van hun waarde ver
loren, zowel in de relatie overheid-kun-
stenaar als bedrijfsleven-kunstenaar.
Langs deze lijn heeft de Rabobankorga-
nisatie tot op heden dan ook haar spon-
sorbeleid gevoerd, zowel gericht op po-
pulair-culturele projecten ('Promconcer-
ten'), als op sociale projecten (Foster
Parents Plan), milieuprojecten ('Een
kern waar pit in zit') en - in beperkte
mate - sportevenementen (hippische
sport, gehandicaptensport, wielerzes-
daagsen).
Toegespitst op kunst-sponsoring - bij
ons vooral muzieksponsoring - is in de
afgelopen jaren gestreefd naar het ma
ken van duidelijke contractafspraken,
waarbij overeenstemming werd bereikt
op basis van strikt zakelijke overwegin
gen. Voor de Rabobank gold - en geldt
- daarbij, dat de gekozen projecten
moeten aansluiten bij de identiteit van
de organisatie, de mogelijkheid moeten
bieden bestaande relaties positief te on
dersteunen en door naamsvermelding
bekendheid en 'goodwill' moeten ver
werven. Het laatste, commerciële mo
tief wordt met terughoudendheid ge
hanteerd en aangepast aan het betrok
ken project. Het is duidelijk, dat naams-
reclame bij sportsponsoring een aan
zienlijk grotere rol speelt dan bij 'Prom-
concerten'. Bij sociaal-culturele projec
ten heeft de overweging van maat
schappelijke medeverantwoordelijkheid
een duidelijk overwicht.
De binnen onze organisatie opgedane
ervaringen wijzen uit, dat aan een groei
ende belangstelling voor kunst-sponso-
ring - zowel te constateren bij kunste-
naars als bedrijfsleven - slechts op een
voor beide partijen bevredigende wijze
tegemoet kan worden gekomen, als de
hiervoor opgesomde uitgangspunten
onverkort worden gehandhaafd, waarbij
de sponsor zich vooral ook zijn verant-
j woordelijkheid op langere termijn be
wust dient te zijn. Bij zorgvuldige af
spraken kan de kunstwereld zich experi
menten en extra's veroorloven - in aan-
j vulling op het overheidsbudget - die
voorheen niet mogelijk waren, daarmee
j een breder publiek bereiken en, zie de
Rabobank-promconcerten, een betere
spreiding en popularisering van cultuur-
uitingen bereiken.
I Bij de toenemende vrije tijd en een
overheidsbudget, dat steeds minder
ruimte biedt, kan dat deel van het be
drijfsleven, dat zich dit kan veroorloven,
I hier een positieve maatschappelijke bij
drage leveren, ten bate van alle betrok
kenen.