heid in huis had. En dat was toch niet gering. Sommigen spreken met enig verwijt over de vaagheid van dat rapport. Maar ik denk, dat juist de voorzichtigheid, waarmee deze Commissie haar conclu sies bracht, wei eens veelzeggend kan zijn voor de komende ontwikkelingen. 'Het enige zekere is: onzekerheid', schrijft de Commissie ais het gaat over de sociale en culturele invloeden. Maar ook dat is goed om te weten. Beter in ieder geval dan ai die science-fiction-achtige verge zichten, die de chips soms oproe pen. Met utopistische fantasieën over een samenleving, waar alles veel pret tiger en zinzoller is dan nu, is de mens heid nooit veel opgeschoten en ook de onheilsprofeten, die straks de mense lijke geest en activiteit voor zo'n kil elek tronisch tikkertje zien plaatsmaken, zul len broodetende profeten blijken te zijn. Het feit ligt er, dat we in de micro-eiek- tronica blijkbaar een middel met enor me mogelijkheden in handen zullen krij gen. Een situatie, vergelijkbaar met de tijden toen de stoommachine, de elek triciteit of de verbrandingsmotor pas was uitgevonden. De techniek is er. De vraag is nu: waar ga je het voor gebrui ken en hoe zal het de wereld beïnvloe den? I Die vraag gaat er al vanuit dat de micro processoren onafwendbaar in opmars zijn. Terecht, want zo is het altijd met grote uitvindingen in de historie ge weest. Je kunt ze niet terugdraaien en de toepassing niet verhinderen. De ma chine en de elektriciteit veroverden de wereld en brachten al naar gelang de wijze waarop we ze gebruikten, hun wel en wee. We kunnen ons daarvoor niet afsluiten als die Mennonieten, de Amots, die je nog met hun paard en wagentje ergens in Pennsylvania en Zuid-Ontario ziet rijden, want ze willen hun levensstijl van vóór de industriële revolutie bewaren. Dat mag respect ver dienen, maar houdt de algemene ont wikkeling niet tegen. Ook een 'automa tiseringsheffing' doet dat niet, net zo min als vroeger een gemeente, die een auto bij verordening niet harder wilde laten rijden dan een paard kon lopen. De Commissie Rathenau is dan ook zeer reëel, wanneer ze ervoor pleit om niet met de handen over elkaar te gaan zit ten afwachten, maar om integendeel ons in te spannen om voorop te lopen bij de technische ontwikkelingen. Mijns inziens is dat de enige juiste houding. Als er onzekerheden zijn - en die zijn er zeker op langere termijn - dan moet je zien de zaak te beheersen, er vat op te krijgen, zodat je in een goede richting kunt sturen. Onder ons heeft hoofddi recteur Van Eldik daar al herhaaldelijk op gewezen. Als Rabobankorganisatie zullen we daar misschien een ietsje aan bij kunnen dragen. Vergeleken met wat de chips zullen doen, als die straks op allerlei terrein worden toege past - hoe en waar weet je nog niet -, is onze automatisering waarschijnlijk nog maar kinderwerk. 'Man, wij hebben nog maar twee computercentra,'zei een col lega, die 'in de EDP zit', me vorige week; 'en die houden zich eigenlijk nog maar hoofdzakelijk met administratie systemen bezig!' Toegegeven, maar we zijn toch maar onder de eersten die daar echt ervaring mee opdoen. Iedere bankman begrijpt nu toch wel een beetje, wat die micro- elektronica aan veranderingen op zijn terrein kan brengen. En als we die ver anderingen weten te beheersen, als 'de toekomst ons niet blijkt te hoeven over vallen' (Van Eldik!dan krijgen we ver trouwen in die nieuwe wondermiddelen. De vrees voor het onbekende wijkt. Zoiets staat de Commissie Rathenau ook voor ogen. De beste manier om de onzekerheden onder de knie te krijgen is om vooraan te staan in technische ont wikkeling en toepassing. Laat er in ons land een centrum voor brede informatie komen, zodat iedereen vertrouwd wordt met wat er aan de hand is. Tot nu toe hebben we te statisch tegen die micro-elektronica aangekeken. Ook bij ons werd aanvankelijk de automati sering vooral als een administratieve aangelegenheid beschouwd. Dat was al ingrijpend, maar al meer zijn we ons be wust gaan worden, dat we door de komst van de chips een dynamische zaak in handen krijgen. Een dynamiek die niet eenvoudig is. Zo zullen de span ningen in de werkgelegenheid, die mo gelijk op termijn zullen optreden, beslist goed opgevangen moeten worden. Ons eigen sociale automatiseringsplan van vorig jaar mag met ere ais 'goede voor zorg' worden genoemd. Nog veel funda mentele vragen kunnen op wat langere termijn opkomen, bijvoorbeeld inzake de opvatting van de arbeid (ethos van de arbeid), die invloed van de micro- elektronica op de cultuur en het dage lijks leven van individu en gemeen schap. Maar er ligt ook een uitdaging in die dynamiek: de kans dat we over zeg W of 5 jaar (het gaat vlug tegenwoor dig) nieuwe mogelijkheden op sociaal en economisch vlak kunnen gaan uitbui ten! Ais Rabobanken lijken we een goede uitgangspositie te hebben om die uitdaging te aanvaarden. We zijn er immers tamelijk vroeg bij, al hebben we nog 'maar' die twee compu tercentra. Een mooie kans om op ons terrein te bewijzen hoe je zo'n nieuw middel goed gebruikt. Ik denk hier bij voorbeeld aan de werkgelegenheid, de zin van de arbeid, het bewaren van de privacy en het voorkomen van een ste riel, elektronisch verkeer tussen cliënt en bank. Geen mens zal zich trouwens op die punten de wet blijvend door de micro-elektronica willen laten voor schrijven! Maar de 'zegeningen' van de chips willen we wel meenemen. Het is maar goed, dat de Commissie Ra thenau ook speciaal aan het onderwijs gedacht heeft. De scholieren van straks moeten geleidelijk even vertrouwd wor den met de mogelijkheden van die mi cro-elektronica als ik in mijn tijd met mijn rekensommen. Maar uiteindelijk komen we toch weer bij optellen en af trekken uit! JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 5