hoog, hoger, hoogst
hiervan kreeg de inflatiebestrijding een
aanvullende impuls, waarbij geleidelijk
aan een grotere rol werd toegewezen
aan de beheersing van de geldhoeveel-
heid.
Verzet tegen waardevermindering
valuta
Een belangrijk gevolg van de toenemen
de onderlinge afhankelijkheid van met
name de Westerse industrielanden en
van de sterk in prijs gestegen energie
grondstoffen, is het groeiende verzet te
gen de waardevermindering van de va
luta's. Een lagere muntwaarde zal welis
waar de uitvoer kunnen stimuleren,
doch zal gelijktijdig de invoer duurder
maken. En vooral het laatste vormt in
een klimaat waar lonen en prijzen zeer
moeilijk zijn te matigen, een belangrijk
argument tot valutabescherming. Duur
dere invoer en indexering leiden tot toe
nemende inflatie en moeilijk op te hef
fen nadelen. In het afgelopen jaar speel
de dit element een belangrijke rol bij de
forse stijging van het renteniveau. In het
bijzonder toen aan het begin van het
jaar het dollarherstel zich duidelijk door
zette, ervoeren een aantal Europese lan
den, vooral West-Duitsland, het te sterk
aantrekken van de dollarkoers als een
inflatie-impuls. Daarbij voegde zich het
vooruitzicht dat de olie belangrijk in prijs
zou toenemen.
Mede tegen deze achtergrond werd tot
dollarverkopen besloten om zodoende
de waarde van de eigen valuta zoveel
mogelijk in stand te houden. In het ver
volg van het jaar begon het rente-instru
ment hierbij in toenemende mate een
rol te vervullen, doordat de aantrekke
lijkheid van de valuta's werd vergroot al
naar gelang het binnenlandse renteni
veau werd verhoogd. Dit speelde zich
voornamelijk onder de partners van het
EMS af, waarbij de Duitse mark herhaal
delijk als het betere alternatief fungeer
de. Doch ook in de Verenigde Staten
schijnt het besef groter te worden, dat
ondanks een relatief geringe, evenwel
groeiende open economie, er meer en
meer aan de inflatiebestrijding moet
worden bijgedragen door een herstel
van de dollar.
Vervangende beleggingsvaluta's
De labiele toestand waarin de dollar
sinds het loslaten van het wereldstelsel
van vaste wisselkoersen in 1971 gelei
delijk aan is terechtgekomen, werd het
afgelopen jaar extra nadelige beïnvloed
door de situatie rond Iran en de radicali
sering van de OPEC. Daarnaast heeft de
ogenschijnlijk ontembare inflatieten
dens in de Verenigde Staten weinig bij
gedragen aan een klimaatverbetering
voor de dollar. Om van de energiechaos
van deze zomer nog maar te zwijgen,
alsmede de starheid in het denken over
energiematiging. Kortom, ondanks een
grondige verbetering van de Amerikaan
se betalingsbalans, werd de reeds jaren
geleden ingezette tendens tot afkeer
van de dollar ten gunste van vooral de
Duitse mark door geschetste invloeden
in 1979 verstevigd. Bovendien heeft de
Duitse valuta in de achterliggende jaren
te zien gegeven over een goede koop
krachtgarantie te beschikken, terwijl de
politieke kwetsbaarheid minder groot is.
Voorts is alom de rigoureuze wijze be
kend, waarop de Duitse monetaire auto
riteiten de waarde van de mark wensen
te handhaven. Tegen deze achtergrond
steeg dan ook in 1979 de vraag naar
marken, telkens wanneer de kwetsbaar
heid van de dollar in het geding was en
het gerucht ging dat deze munt als
voornaamste olievaluta het veld zou
moeten ruimen. Voorts ging, zoals hier
voor reeds beschreven, de verlegging
van de valutastromen eveneens ten
koste van de andere valuta's. Uit dien
hoofde moesten koersherstellende mid
delen worden aangesproken, waarbij de
stijging van het renteniveau bijna onver
mijdelijk op de voorgrond kwam te
staan.
'Sparring-partners'
Bij het overzien van de achterliggende
periode van forse rentestijgingen, waar
bij de Verenigde Staten en West-Duits
land als de wezenlijke 'sparring-part
ners' mogen worden aangemerkt, kan
als het voornaamste positieve resultaat
de bijna afgedwongen intensivering van
de inflatiebestrijding worden be
schouwd. Hierbij is de rol van de centra
le banken van toenemende betekenis
geworden. Mocht hieruit succes voort
vloeien, dan zal dit ten zeerste in goede
zin bijdragen aan de oplossing van een
aantal belangrijke internationale mone
taire problemen, zoals het al dan niet
geheel vervangen van de dollar als re
servevaluta. Zeer zeker zou het de kan
sen van de succesvolle voortzetting van
het Europese Monetaire Stelsel aanmer
kelijk vergroten. Gelijktijdig valt uit de
verstreken periode evenwel de minder
aangename constatering op te maken,
dat met name de kleinere landen niet
meer in staat zijn om hun binnenlandse
renteniveau in voldoende mate zelfstan
dig te bepalen. Men wordt immers ge
dwongen een rentepeil te aanvaarden,
waarbij debetrentes boven de 15 uit
komen, terwijl de inflatievoet onder de
5 ligt. Hoe de beslissingen van de on
dernemers bij hun investeringsbeleid
ook mogen worden gevormd, een der
gelijk renteniveau zal zeker niet stimule
rend werken. Als de vermoedens van
een rentedaling op korte termijn, alsme
de de kans op meer evenwichtige valu-
taire ontwikkelingen bij een lager inter
nationaal inflatieniveau bewaarheid
worden, dan wegen de gunstige neven
effecten van de afgedwongen hoge ren
tes op tegen de nadelen.
In dat geval dient bij de huidige situatie
echter nog veel duidelijkheid te komen
in de verhouding tussen de dollar en de
mark, c.q. het EMS. Maar zeer zeker ten
aanzien van de mate waarin de dollar de
rol van reservevaluta zal kunnen blijven
vervullen. Hoe dan ook, voorlopig is een
verwachte renteomslag in West-Duits-
land het eerste reële teken van een op
komst zijnde internationale rentedaling.